werkwoorden met vaste voorzetsels blokje 1-5

• Voorzetsels
• ISK

werkwoorden met vaste voorzetsels blokje 1-5

Ik geef antwoord ............. die vraag.

1. op
2. van
3. naar
4. met

Hij is bang ........... olifanten.

1. met
2. voor
3. van
4. in

Ben jij bezig .............. je huiswerk?

1. met
2. in
3. over
4. op

Hij bezuinigt ............... de boodschappen.

1. in
2. over
3. op
4. van

Hij is heel erg bezorgd ........ zijn oma.

1. van
2. met
3. in
4. over

Wij discussiëren....... het milieu.

1. aan
2. over
3. van
4. voor

Concentreer je .......... je werk!

1. met
2. van
3. over
4. op

Wie neemt er deel ........... de dicussie?

1. over
2. met
3. aan
4. voor

Heb jij veel ervaring ...... debatteren?

1. over
2. voor
3. op
4. met

Waarom erger je je zo ...... hem?

1. aan
2. over
3. met
4. in

Gefeliciteerd .......... de geboorte van jullie zoon!

1. in
2. met
3. over
4. naar

Juli geeft heel veel geld uit ......computerspelletjes.

1. aan
2. uit
3. in
4. over

Ben jij geïnteresseerd ...... sterren?

1. van
2. over
3. voor
4. in