Werkwoordspelling: de stam van het werkwoord

• Taal
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

De stam

Woordweb

1. Je gaat straks een woordweb zien met het woord "stam". 
2. Zodra we starten mag je woorden in gaan vullen die bij jou opkomen als je denkt aan het woord "stam". 
   

3. Let op: Er zijn géén goed of foute antwoorden! Maar je moet het wel serieus aanpakken...

Stam

Lesdoel

In deze les leer hoe je de stam van een werkwoord vindt.

Uitleg stam

• De stam is altijd het hele werkwoord zonder -en. Je hebt de stam van een werkwoord nodig om de persoonsvorm goed te schrijven.
• De vorm die je bij ik gebruikt, heet de ik-vorm. Soms schrijf je de ik-vorm hetzelfde als de stam van het werkwoord.
• Als je de ik-vorm anders schrijft dan de stam van het werkwoord, heet het de aangepaste stam.
• Voorbeeld: bewegen - stam: beweg - ik-vorm (aangepaste stam) - ik beweeg. 
  

Wat is de stam van een werkwoord?

1. Het hele werkwoord zonder -en
2. Het werkwoord in de jij-vorm
3. Het hele werkwoord + en
4. De eerste 3 letters van een werkwoord

Welke regel klopt NIET?
Je schrijft de stam + t als...

1. er "ik" voor het werkwoord staat
2. er jij/je voor het werkwoord staat

Wat is de stam van het werkwoord VERHUIZEN?

1. verhuis
2. verhuiz

Wat is de aangepaste stam van het werkwoord BELLEN?

1. bel
2. bell

Waarom heb je de stam van een werkwoord nodig?

Schrijf de stam van 3 werkwoorden op. Je mag de werkwoorden zelf verzinnen...

Snap je nu hoe je de stam van een werkwoord vindt?

1. ja
2. nee
3. bijna