SLB week 4

BOEKEN + PEN!
1 / 39
next
Slide 1: Slide
LOBMBOStudiejaar 1

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

BOEKEN + PEN!

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Planning
VANDAAG
10.00 Zelf werken _ Word + Numo + reflectie 
11.00 SLB Bedrijfscultuur 
12.00 Pauze 
12.30  Burgerschap
13.30 Alles af? 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Reflectie SLB!

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen (Aantekeningen!)
WAT: Reflectie op leerdoelen maken 
HOE: Maak haalbaar & probeer iets anders!
HULP: Docent 
TIJD: 30 minuten 
UITKOMST: Helemaal ingevuld op bureau Nienke
KLAAR: Werken in stilte aan Numo.nl

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Wat denk je bij het woord cultuur?

Vertel tegen je buurman
Buurman goed onthouden vertellen in de klas!

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Cultuur
Cultuur is dat wat de mens maken. Het begrip cultuur staat tegenover "natuur".  (Natuur is dat wat aangeboren is, wat spontaan en zonder menselijke bemoeienis is ontstaan)


In brede zin duidt cultuur op hetgeen een samenleving voortbrengt en van generatie op generatie overdraagt, zowel materieel als immaterieel.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Bedrijfscultuur

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Les doellen

Je kan minstens drie dingen benoemen die bij een bedrijfscultuur horen,
Je kan het verschil tussen cultuur en natuur benoemen,
Je kan aangeven wat gepast is binnen verschillende bedrijven en hun cultuur. 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Kleding, regels, omgangsvormen (taalgebruik, vloeken, gedrag, fysiek contact)

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Troosten van een peuter of MBO student? 

Slide 11 - Slide

Aanraking normaal op werk of niet? 
Welke fysieke aanraking is gepast?

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Hoe begroet je?

Slide 13 - Slide

Begroeten? Hoe doe je dat op stage? Cliënten, zorgvragers, begeleider 

Slide 14 - Video

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Les doellen

Je kan minstens drie dingen benoemen die bij een bedrijfscultuur horen,
Je kan het verschil tussen cultuur en natuur benoemen,
Je kan aangeven wat gepast is binnen verschillende bedrijven en hun cultuur. 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Planning

VANDAAG
10.00 Invullen reflectie
11.00 SLB Bedrijfscultuur
12.00 Pauze
12.30  Burgerschap + Klassengesprek aanwezigheid 
13.30 Alles af? Ook Numo mag je naar huis :)

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Smart Rekenen

NOUH!
Ivan :)



Zet in je agenda wanneer je gaat rekenen thuis!!!

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

SLB REFLECTEREN

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Lesdoel
➢ Je kunt vertellen wat het begrip reflecteren betekent
➢ Je hebt geoefend met verslagen schrijven aan de hand van de Korthagen methode en reflecteren in het algemeen

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

HELP? 
Wat zijn de regels voor een verslag eigenlijk? 

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Hoe doe je dat ook al weer?

Slide 22 - Slide

Samenhang: je vertelt een logisch en samenhangend verhaal, waarbij je gebruik maakt van de meest voorkomende voegwoorden en verwijswoorden. Je verhaal heeft een duidelijke inleiding, een middenstuk en een slot.
Afstemming op doel: Je zorgt dat je met je verhaal het doel van de opdracht bereikt. Je informeert, instrueert of overtuigt, net wat de opdracht van je vraagt. Het is voor de lezer duidelijk welke boodschap je wil overbrengen.
Afstemming op lezer: Je past je taalgebruik aan op de lezer. Dat betekent niet alleen dat je bewust kiest voor formeel of informeel taalgebruik, maar ook dat je de woorden die je gebruikt afstemt op de lezer. Denk hierbij aan het wel of geen vaktaal gebruiken in je tekst.
Woordgebruik: Je laat zien dat je over voldoende woordkennis beschikt, je gebruikt de juiste woorden en je kan ook variëren in je woordgebruik. Veelvoorkomende vaste uitdrukkingen gebruik je op de juiste manier.
Grammatica, spelling, leestekengebruik: De zinsbouw is meestal goed, je maakt weinig fouten in spelling en werkwoordspelling. Het leestekengebruik is meestal goed.
Leesbaarheid/lay-out: De tekst is goed leesbaar door het juiste gebruik van alinea’s en door een goede indeling van teksten/brieven/mails/etc.
Denk aan:
Samenhang
Afstemming op doel
Afstemming op lezer
Woordgebruik 
Grammatica, spelling en leestekens
Leesbaarheid / lay-out 

Slide 23 - Slide

Samenhang: je vertelt een logisch en samenhangend verhaal, waarbij je gebruik maakt van de meest voorkomende voegwoorden en verwijswoorden. Je verhaal heeft een duidelijke inleiding, een middenstuk en een slot.
Afstemming op doel: Je zorgt dat je met je verhaal het doel van de opdracht bereikt. Je informeert, instrueert of overtuigt, net wat de opdracht van je vraagt. Het is voor de lezer duidelijk welke boodschap je wil overbrengen.
Afstemming op lezer: Je past je taalgebruik aan op de lezer. Dat betekent niet alleen dat je bewust kiest voor formeel of informeel taalgebruik, maar ook dat je de woorden die je gebruikt afstemt op de lezer. Denk hierbij aan het wel of geen vaktaal gebruiken in je tekst.
Woordgebruik: Je laat zien dat je over voldoende woordkennis beschikt, je gebruikt de juiste woorden en je kan ook variëren in je woordgebruik. Veelvoorkomende vaste uitdrukkingen gebruik je op de juiste manier.
Grammatica, spelling, leestekengebruik: De zinsbouw is meestal goed, je maakt weinig fouten in spelling en werkwoordspelling. Het leestekengebruik is meestal goed.
Leesbaarheid/lay-out: De tekst is goed leesbaar door het juiste gebruik van alinea’s en door een goede indeling van teksten/brieven/mails/etc.
Reflectie op mijn stage week
WAT: Maak een verslag van je eerste stage week of stage zoeken
HOE: In Word, beantwoord alle vragen in je verslag!!!
HULP: Kijk in je boek blz. 68/ 69 of vraag docent
TIJD: 30 minuten en anders thuis afmaken
UITKOMST: Verslag is af inleveren via teams! 
KLAAR: Werk aan Rekenen of Numo

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Wat betekend?
Reflecteren
Modellen 
Reflectiemethode 
Korthagen
Functioneren
Bij sturen
Stapsgewijs 
Systematisch 

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Pen en papier
Mij helpen!

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Vaardigheid

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Wat wil jij graag in een winkel?
Wat wil je niet?

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Wat wil jij graag bij je thuis? Denk aan: installatiemonteur, schilder of loodgieter? 
Wat wil je niet?

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Wat wil jij graag voor je eigen kind? Denk aan: Peuterspeelzaal, basisschool.
Wat wil je niet?

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Wat wil jij graag voor je spullen? Denk aan: fietsenmaker, garage, telefoon of computer reparateur? 
Wat wil je niet?

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Maak opdracht op blz. 12
Klaar leg op mijn bureau :)

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Waar haal je het vandaan?

Maak woordspin 
timer
10:00

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Geef tip en top

Slide 34 - Mind map

This item has no instructions

Wat vonden jullie van de les?
0100

Slide 35 - Poll

This item has no instructions

Lesdoel
Ik weet wat mijn verantwoordelijkheden zijn en kan daar op reflecteren

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Complimenten en bedankjes

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

STAGE BOEKJE!
Ik maak aantekeningen over belangrijke stage zaken en bewaar deze zodat ik ze terug kan lezen.

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

 Burgerschap Utopia opdracht 1!




Klaar? 
Nederlands en Rekenen

Slide 39 - Slide

This item has no instructions