12.1 gaswisseling

12.1 gaswisseling
1 / 27
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

12.1 gaswisseling

Slide 1 - Slide

Lesinhoud
Voorkennis ophalen
Uitleg gaswisseling, meer diepgang
Voorbereiding op het biologisch onderzoek
Opdrachten maken

inloggen in lessonup met klascode: rheci

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
12.1.1 Je kunt van delen van het ademhalingsstelsel de functies en kenmerken noemen.
12.1.2 Je kunt uitleggen hoe het inwendige milieu min of meer constant wordt gehouden door de longen.

Slide 3 - Slide

Welk orgaan doet NIET aan uitscheiding?
A
Longen
B
Darmen
C
Huid
D
Nieren

Slide 4 - Quiz

Uitscheiding
  • Verwijderen van stoffen uit het bloed
  • Longen verwijderen koolstofdioxide
  • Huid verwijdert water en zout met zweet
  • Nieren verwijderen water en ureum
  • Darmen verwijderen niets uit het bloed. Poep is eten dat je niet hebt kunnen verteren.

Slide 5 - Slide

Luchtpijp
Bronchie
Longblaasje
Bronchiole
Longvlies

Slide 6 - Drag question

Je ziet hier een
doorsnede van de luchtpijp
en de slokdarm. Wat is wat?
A
1 is de luchtpijp, 2 is de slokdarm
B
2 is de luchtpijp, 3 is de slokdarm
C
3 is de luchtpijp, 2 is de slokdarm
D
2 is de luchtpijp, 1 is de slokdarm

Slide 7 - Quiz

Wat is nummer 1?

Slide 8 - Open question

Welke gassen worden uitgewisseld bij gaswisseling? En op welke manier?
A
O2 gaat van de mond naar de longen, CO2 andersom
B
O2 gaat van de longen naar de mond, CO2 gaat andersom
C
O2 gaat van het bloed naar de lucht, CO2 gaat andersom
D
CO2 gaat van het bloed naar de lucht, O2 gaat andersom

Slide 9 - Quiz

Waar in de longen vindt gaswisseling plaats? Je mag meerdere antwoorden kiezen.
A
In de luchtpijp
B
In de de bronchie
C
In de longblaasjes
D
In de bronchiole

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

Door welk proces vindt gaswisseling plaats?
A
Osmose
B
Actief transport
C
Passief transport
D
Diffusie

Slide 12 - Quiz

Hoe wordt een bronchie opengehouden?
A
Lengtespieren
B
Kringspieren
C
Kraakbeenringetjes

Slide 13 - Quiz

Hoe wordt een bronchiole opengehouden?
A
Lengtespieren
B
Kringspieren
C
Kraakbeenringetjes

Slide 14 - Quiz

Welk deel van het zenuwstelsel zorgt ervoor dat de bronchiolen nog verder open gaan als je sport?
A
animale zenuwstelsel
B
orthosympatische zenuwstelsel
C
parasympatische zenuwstelsel

Slide 15 - Quiz

Als je veel gaswisseling wilt doen, wat zijn dan de beste omstandigheden?
A
Hoge temperatuur, klein oppervlak, grote afstand
B
Lage temperatuur, groot oppervlak, kleine afstand
C
Hoge temperatuur, groot oppervlak, kleine afstand
D
Lage temperatuur, groot oppervlak, grote afstand

Slide 16 - Quiz

Er vindt ook meer diffusie plaats als het concentratieverschil tussen het bloed en de lucht groot is.
Op welke drie manieren houd je in de longen het concentratie verschil van zuurstof lekker groot?

Slide 17 - Open question

Wanneer is de verzadiging van hemoglobine het laagst? Als het bloed...
A
.. warm en zuur is met een lage zuurstofconcentratie
B
... warm en zuur is met een hoge zuurstofconcentratie
C
..koud en basisch met een lage zuurstofconcentratie
D
..koud en basisch met een hoge zuurstofconcentratie

Slide 18 - Quiz

Gaswisseling in de longblaasjes
1. Veel longblaasjes
2. Dunne wand longblaasjes
3. Veel dunne haarvaten
4. Lucht wordt ververst
5. Bloed wordt verder vervoert

Diffusie blijft doorgaan

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

pO2
p is de druk 
eenheid van p is Pascal (Pa)

Als de O2 druk (pO2) in een 
weefsel laag is, neemt het
weefsel veel O2 op en 
omgekeerd

Slide 21 - Slide

O2 bindt aan hemoglobine


HbO2 = oxyhemoglobine
CO2  wordt H+ en HCO3-
H+ bindt aan hemoglobine
HCO3- in bloedplasma
Hb laat O2 los
Transport O2

Slide 22 - Slide

Opname Zuurstof
Longblaasje: Diffusie van O2 door longblaasje in bloedvat
Bloedplasma: Dan diffundeert het tot in een rode bloedcel (wordt aan Hb geplakt) Oxyhemoglobine
Bloedplasma: Zuurstof concentratie nog steeds laag 

In haarvaten komen de rode bloedcellen langs weefselvloeistof wat O2 arm is. O2 laat los en diffundeert naar de weefselvloeistof.
Vervolgens actieve opname door cellen.

Slide 23 - Slide

Afgifte CO2
Actieve afgifte vanuit cellen naar weefselvloeistof
Hoge concentratie CO2 in weefselvloeistof: diffusie naar het bloed
Deel blijft in bloedplasma
Deel wordt opgepakt door rode bloedcellen en aan hemoglobine gebonden
Deel wordt vervoert als HCO3. Deze H komt van H2O
Daarmee is van H2O een H en een O gekoppeld aan de CO2, de andere H blijft over in het bloed.
Een H atoom maakt iets zuur. Dus zuurstofarm bloed uit de spieren is zuur

Slide 24 - Slide

Hè: verzuring in de spieren?
Verzuring = ophoop van (melk)zuur in de spieren
Zuurstoftekort in de spieren zorgt dat melkzuur ophoopt

Het tekort aan ATP kan zorgen dat de spier zich na 
samentrekking niet meer kan ontspannen = 
kramp en spierpijn.

Slide 25 - Slide

Hoe komt het dat de zeeën en oceanen verzuren als het broeikaseffect toeneemt?

Slide 26 - Open question

Opdrachten maken
Thema 12
Opdrachten 1 tot en met 9

Slide 27 - Slide