Serie, parallel, schakelingen

Wat gaan we deze les doen?
  1. Oefenen: H4.3 Schakelingen
  2. Zelfstandig: H4.3 opdracht 7 t/m 12
  3. Zelfstandig: Vaardigheidstrainer H4.2
  4. Zelfstandig: Vaardigheidstrainer H4.3
  5. Zelfstandig: Test jezelf H4.1 en H4.2
1 / 30
next
Slide 1: Slide
Nask / TechniekMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Wat gaan we deze les doen?
  1. Oefenen: H4.3 Schakelingen
  2. Zelfstandig: H4.3 opdracht 7 t/m 12
  3. Zelfstandig: Vaardigheidstrainer H4.2
  4. Zelfstandig: Vaardigheidstrainer H4.3
  5. Zelfstandig: Test jezelf H4.1 en H4.2

Slide 1 - Slide

Leerdoelen H4.3
  1. Je kent de symbolen die je gebruikt om een schakelschema te maken.
  2. Je kunt het verschil tussen een parallelschakeling en een serieschakeling uitleggen.
  3. Je kunt het schakelschema tekenen van een eenvoudige serie- of parallelschakeling.
  4. Je kunt uitleggen waarom elektrische apparaten bijna altijd parallel geschakeld worden.
  5. Je kunt uitleggen wat er gebeurt als een parallelschakeling zich vertakt.
  6. Je kunt uitleggen wat een wisselschakeling is en hoe wisselschakelaars werken. (PLUS)

Slide 2 - Slide

Science th1
Herhaling 6.1 en 6.2
Serie en parallelschakeling
Stroomsterktes splitsen

Slide 3 - Slide

Rekenen en tekenen

Slide 4 - Slide

Wat is de eenheid voor stroomsterkte?
A
Volt
B
Ohm
C
Watt
D
Ampère

Slide 5 - Quiz

Wat is de eenheid voor spanning?
A
Volt
B
Ohm
C
Watt
D
Ampère

Slide 6 - Quiz

Met welke letter geven we de stroomsterkte aan?
A
V
B
O
C
W
D
I

Slide 7 - Quiz

Stroomsterkte
I = 3 A
of
I = 3000 mA

Slide 8 - Slide

Leerdoelen
Je weet het verschil tussen een serie en parallelschakeling.

Je kan de stroomsterkte in een schakeling berekenen.



Slide 9 - Slide

In de schakeling zijn zes snoertjes gebruikt. Eén van die snoertjes heeft een contactpuntje dat loszit. Daardoor kan er geen stroom door dit snoertje lopen. In welke snoertjes zou deze fout kunnen zitten:

Als beide lampjes niet branden?

Slide 10 - Drag question

In de schakeling zijn zes snoertjes gebruikt. Eén van die snoertjes heeft een contactpuntje dat loszit. Daardoor kan er geen stroom door dit snoertje lopen. In welke snoertjes zou deze fout kunnen zitten:

Als lampje A wel brandt en lampje B niet?

Slide 11 - Drag question

In de schakeling zijn zes snoertjes gebruikt. Eén van die snoertjes heeft een contactpuntje dat loszit. Daardoor kan er geen stroom door dit snoertje lopen. In welke snoertjes zou deze fout kunnen zitten:

Als lampje B wel brandt en lampje A niet?

Slide 12 - Drag question

Je kunt het verschil tussen een parallelschakeling en een serieschakeling uitleggen.
Serie schakeling
Parallelschakeling

Slide 13 - Slide

Stroomsterkte in een serie- en parallelschakeling
Stroomsterkte in een serie- en parallelschakeling
In een serieschakeling is de stroomsterkte overal gelijk.
In een parallelschakeling splitst de stroomsterkte zich bij een vertakking

Slide 14 - Slide

Stroomsterkte in een serie- en parallelschakeling
Stroomsterkte in een serie- en parallelschakeling
In een serieschakeling is de stroomsterkte overal gelijk.

Slide 15 - Slide

Stroomsterkte in een serie- en parallelschakeling
Stroomsterkte in een serie- en parallelschakeling
In een parallelschakeling splitst de stroomsterkte zich bij een vertakking

Slide 16 - Slide

Stroomsterkte in een serie- en parallelschakeling
Stroomsterkte in een serie- en parallelschakeling
In een parallelschakeling splitst de stroomsterkte zich bij een vertakking

Slide 17 - Slide

Wat is de stroomsterkte in punt F?
A
12 A
B
2 A
C
4 A
D
3 A

Slide 18 - Quiz

Wat is de stroomsterkte in punt L?
A
12 A
B
2 A
C
4 A
D
6 A

Slide 19 - Quiz

Wat is de stroomsterkte in punt C?
A
12 A
B
2 A
C
4 A
D
6 A

Slide 20 - Quiz

Wat is de stroomsterkte in punt I?
A
250 mA
B
350 mA
C
650 mA
D
450 mA

Slide 21 - Quiz

Wat is de stroomsterkte in punt I?
A
200 mA
B
350 mA
C
650 mA
D
450 mA

Slide 22 - Quiz

Wat is de stroomsterkte in punt K?
A
400 mA
B
650 mA
C
500 mA
D
350 mA

Slide 23 - Quiz

Wat is de stroomsterkte in punt K?
A
100 mA
B
350 mA
C
500 mA
D
200 mA

Slide 24 - Quiz

Wat is de stroomsterkte in punt I?
A
100 mA
B
250 mA
C
550 mA
D
450 mA

Slide 25 - Quiz

Je kunt uitleggen wat een wisselschakeling is en hoe wisselschakelaars werken. (PLUS)
Een wisselschakeling

Slide 26 - Slide

Zelfstandig werken
Maak de test jezelf opgaven van 4.2!

Alleen of samen met degene naast je!
Gebruik je boek/ online boek/ docent voor hulp!

Tijd: tot het eind van de les

Slide 27 - Slide

Aan de slag!
  1. Oefenen: H4.3 Schakelingen
  2. Zelfstandig: H4.3 opdracht 7 t/m 12
  3. Zelfstandig: Vaardigheidstrainer H4.2
  4. Zelfstandig: Vaardigheidstrainer H4.3
  5. Zelfstandig: Test jezelf H4.1 en H4.2

Slide 28 - Slide

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 29 - Open question

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 30 - Open question