Week 17 - les 1

1 / 27
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Le programme:

* Corriger les devoirs
* Répéter bloc A et B (les mots)
* Bloc D: la grammaire
* Au travail
* La fin

Aan het einde van de les:

* heb je het huiswerk nagekeken.
* ken je de woorden van bloc A en B.
* kan je aangeven hoe je een zin vragend kan maken in het Frans.
* ben je bekend met de vraagwoorden in het Frans.
* kan je zelf bepalen hoe je gaat werken tijdens zelfstandig werken.

Slide 2 - Slide

Le programme:

* Corriger les devoirs
* Répéter bloc A et B (les mots)
* Bloc D: la grammaire
* Au travail
* La fin

Aan het einde van de les:

* heb je het huiswerk nagekeken.
* ken je de woorden van bloc A en B.
* kan je aangeven hoe je een zin vragend kan maken in het Frans.
* ben je bekend met de vraagwoorden in het Frans.
* kan je zelf bepalen hoe je gaat werken tijdens zelfstandig werken.

Slide 3 - Slide

Ex. 10c (p. 56)
1. touristen van 12 tot 18 jaar
2. omdat hij mails verwacht van mensen die bij hem een rondleiding komen volgen

Slide 4 - Slide

Ex. 10d
Waar
Wat doe/zie je?
Route
1
Montmartre
Sacre Coeur/schilderswijk
zie boek
2
Notre-Dame
kathedraal
metrolijn 4 St. Michel + lopend
3
Louvre
piramide/museum
5-10 min lopen
4
Champs-Elysées
winkelen
per fiets

Slide 5 - Slide

Ex. 10e
Welke bezienswaardigheid trekt jou het meest?

Slide 6 - Slide

Ex. 11a (p. 56)
  1. la boulangerie
  2. le cinéma
  3. le restaurant
  4. le magasin
  5. le théâtre
  6. le marché 

Slide 7 - Slide

Ex. 11b
  1. avec
  2. nord
  3. direction
  4. traverser
  5. continuer
  6. visiter
  7. quartier
  8. grijze kolom = endroit, betekenis is plek/plaats

Slide 8 - Slide

Le programme:

* Corriger les devoirs
* Répéter bloc A et B (les mots)
* Bloc D: la grammaire
* Au travail
* La fin

Aan het einde van de les:

* heb je het huiswerk nagekeken.
* ken je de woorden van bloc A en B.
* kan je aangeven hoe je een zin vragend kan maken in het Frans.
* ben je bekend met de vraagwoorden in het Frans.
* kan je zelf bepalen hoe je gaat werken tijdens zelfstandig werken.

Slide 9 - Slide

Traduis:
l'ouest
A
het zuiden
B
het westen
C
het oosten
D
het noorden

Slide 10 - Quiz

Traduis:
à pied
A
te voet, lopend
B
met de fiets
C
met de auto
D
met de trein

Slide 11 - Quiz

Traduis:
parce que
A
omdat
B
de bakkerij
C
waarom
D
je wilt

Slide 12 - Quiz

Traduis:
la direction
A
de directie
B
de richting
C
het strand
D
de bakkerij

Slide 13 - Quiz

Traduis:
ici
A
hier
B
daar
C
waar
D
met de fiets

Slide 14 - Quiz

Traduis:
Houd p. 78 erbij.
1. Wij bezoeken de winkel
2. Het is rechtdoor en dan naar rechts
3. Je wilt lopend oversteken
4. Ik kom aan in de wijk (in = dans)
5. Omdat het ver is
timer
7:00

Slide 15 - Slide

Corriges!
  1. Nous visitons le magasin (of: On visite le magasin)
  2. C'est tout droit et ensuite à droite
  3. Tu veux traverser à pied
  4. J'arrive dans le quartier
  5. Parce que c'est loin

Slide 16 - Slide

Le programme:

* Corriger les devoirs
* Répéter bloc A et B (les mots)
* Bloc D: la grammaire
* Au travail
* La fin

Aan het einde van de les:

* heb je het huiswerk nagekeken.
* ken je de woorden van bloc A en B.
* kan je aangeven hoe je een zin vragend kan maken in het Frans.
* ben je bekend met de vraagwoorden in het Frans.
* kan je zelf bepalen hoe je gaat werken tijdens zelfstandig werken.

Slide 17 - Slide

Bloc D (p. 60)
* Ex. 16a: docent spreekt zinnen uit, zet aan het einde van de zin een ? of een . 

Wat valt op?

Slide 18 - Slide

Een vraag stellen
Hoe maak je een vraag in het Frans?
-> door van de punt een vraagteken te maken :)

Il est dans la classe. -> Il est dans la classe?
Makkelijk hè!

Slide 19 - Slide

Vervolg
Woordvolgorde in het Frans:
Onderwerp - alle werkwoorden - lijdend voorwerp - tijd/plaats

Il - est - dans la classe. 

Bij de vertaling in het NL kan het zijn dat de volgorde wat verandert.

Slide 20 - Slide

Vraagwoorden
Vragen stellen met vraagwoorden:
où = waar
quand = wanneer
comment = hoe
combien (de) = hoeveel
pourquoi = waarom
qui = wie (denk aan kiwi)
qu'est-ce que = wat
Welke ken je al? 

Slide 21 - Slide

Le programme:

* Corriger les devoirs
* Répéter bloc A et B (les mots)
* Bloc D: la grammaire
* Au travail
* La fin

Aan het einde van de les:

* heb je het huiswerk nagekeken.
* ken je de woorden van bloc A en B.
* kan je aangeven hoe je een zin vragend kan maken in het Frans.
* ben je bekend met de vraagwoorden in het Frans.
* kan je zelf bepalen hoe je gaat werken tijdens zelfstandig werken.

Slide 22 - Slide

Au travail!
* Faites ex. 16f et 17 (helemaal maken!)
* Temps: 10 minutes
* Travail individuel ou avec le prof
* Questions? Posez-les!
* Prêt? Apprenez bloc A et B

Slide 23 - Slide

Le programme:

* Corriger les devoirs
* Répéter bloc A et B (les mots)
* Bloc D: la grammaire
* Au travail
* La fin

Aan het einde van de les:

* heb je het huiswerk nagekeken.
* ken je de woorden van bloc A en B.
* kan je aangeven hoe je een zin vragend kan maken in het Frans.
* ben je bekend met de vraagwoorden in het Frans.
* kan je zelf bepalen hoe je gaat werken tijdens zelfstandig werken.

Slide 24 - Slide

La fin!
Wat heb je geleerd deze les?

Huiswerk
Faire: ex. 16f et 17 (na de meivakantie af!)
Apprendre: bloc A, B et D

Slide 25 - Slide

Zoek de juiste vertaling!
qui
combien (de)
qu'est-ce que
comment
quand
pourquoi
waar
wanneer
hoe
hoeveel
waarom
wie
wat

Slide 26 - Drag question

Slide 27 - Slide