Literatuurgeschiedenis Nieuwe Tijd

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Literatuurgeschiedenis Nieuwe Tijd

1900-1945

• Eerste wereldoorlog
• Russische revolutie (1917, afzetten van de tsaar)
• Communisme botste met nationaalsocialisme
• Ook veel technologische ontwikkelingen (transport & communicatie)

Technologische ontwikkelingen

• Titanic
• Belichaming van het geloof in de moderne tijd
• Techniek onfeilbaar 

Eerste wereldoorlog

• Niet in Nederland
• Nieuwe moderne manier van oorlog voeren
• Veel doden (17 miljoen)
• Door artillerie en chemische wapens
• Leidde tot wantrouwen in oude idealen van 'vrede', democratie en mensenrechten 

Crisis

• 1929: beurskrach
• Geen vertrouwen in economie --> geen investeringen meer --> werkloosheid en armoede 
• Ook in NL --> stempelen om te bewijzen dat ze niet zwart werkten (ze kregen een uitkerinkje)
• Veel gedwongen tot zwaar werk

Literatuurgeschiedenis 1900-1945

• Veel verandering en ook sneller
• Minder "regels" --> meer diversiteit in de literatuur
• Neo-romantici --> wegvluchten van het hier en nu
• 
  

Expressionisme

• Schrijvers en kunstenaars probeerden hun gevoel en ervaringen uit te drukken
• Er was één regel: er zijn geen regels
• De schreeuw van Munch liet zien wat hij ervoer toen hij over een brug liep met wat vrienden (dus niet wat hij zag)

Nieuwe zakelijkheid

• Ontstond in jaren '20 in Duitsland
• Wilden vooral functionele kunst maken, zonder poespas
• Rechte lijnen, geometrische vormen, grote ramen
• In de literatuur: strak, zakelijk, sober en nuchter.
• Gevoelens waren van ondergeschikt belang 

Neoromantiek

• Eén van de reacties op moderniteiten was afkeer
• Zij vonden de snelle wereld lelijk
• Wilden naar een plek die ergens anders was 
• Romantiek 2.0
• Verschil: Romantiek ging terug naar andere bestaande plekken/tijden
• Neoromantiek naar niet-bestaande plekken/tijden 

Vorm of vent

• In Nederland ontstond een tijdschrift "Forum"
• Niet schrijven voor "de mooi" (vorm)
• Ze moesten zich een vent (m/v) tonen
• Vent = iemand die persoonlijkheid had, deed wat hij zei
• Schrijven was niet iets vrijblijvends, je nam een standpunt in