Lezing Verwoestende krachten

Verwoestende krachten
1 / 29
next
Slide 1: Mind map
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Verwoestende krachten

Slide 1 - Mind map

Natuurkracht
Leerdoel 1 Rood: Je onderzoekt de rol van het weer in het dagelijks leven.
Leerdoel 1 Wit: Je beschrijft verbanden tussen activiteiten van de mens en het weer.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Link

A: Warme lucht stijgt op.
B: Lucht stroomt van hogedrukgebied naar lagedrukgebied.
A
A en B zijn juist
B
A en B zijn onjuist
C
A is juist en B is onjuist
D
A is onjuist en B is juist

Slide 5 - Quiz

Uit welke richting komt de wind in Nederland meestal?
A
Noordwesten
B
Zuidwesten
C
Noordoosten
D
Zuidoosten

Slide 6 - Quiz

Gebergten worden afgebroken
Leerdoel 2 rood: Je beschrijft het verschil tussen verwering en erosie. 
Leerdoel 2 wit: Je beschrijft de processen en verschillende vormen van erosie en verwering.

Slide 7 - Slide

Erosie
Afslijting
Wind, stromend water en ijs

Verwering
Afbrokkeling
Temperatuur, ijs (weer&klimaat) en de vegetatie

Slide 8 - Slide

EROSIE
Riviererosie ​
Gletsjererosie
Kusterosie
Winderosie 

Slide 9 - Slide

VERWERING
 Mechanische verwering
Scheikundige- of chemische verwering
Biologische verwering

Slide 10 - Slide

Welke vorm van verwering
zie je op de foto?
A
Chemische verwering
B
Mechanische verwering
C
Biologische verwering

Slide 11 - Quiz

Welke vorm van verwering zie je op de foto?
A
Chemische verwering
B
Mechanische verwering
C
Biologische verwering

Slide 12 - Quiz

Wat komt eerst: verwering of erosie?

Slide 13 - Open question

Slide 14 - Video

Vervoer verweringsmateriaal
Verweringsmateriaal kan worden getransporteerd door rivieren, gletsjers, zeeën en wind. 
(verweringsmateriaal is het schuurmiddel)

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Het neerleggen van verweringsmateriaal heet ook wel
A
Erosie
B
Verwering
C
Sedimentatie
D
Gletsjer

Slide 17 - Quiz

Rampen
Leerdoel 3 rood: Je noemt oorzaken voor en beschrijft een natuurramp.
Leerdoel 3 wit: Je beschrijft en verklaart oorzaken en gevolgen van natuurrampen.

Slide 18 - Slide

Natuurrampen
  • Veroorzaakt door een natuurverschijnsel.
  • Denk aan bijvoorbeeld aardbevingen en vulkaanuitbarstingen. 
  • Er is vaak veel schade en er vallen soms veel slachtoffers.

Slide 19 - Slide

Menselijke rampen
  • Een ramp veroorzaakt door de mens zelf.  
  • Ook hierbij is vaak veel schade en vallen er slachtoffers.  
  • Het verschil; het kan voorkomen worden.

Slide 20 - Slide

Endogene krachten


Dit zijn krachten van binnenuit de aarde. Voorbeelden hiervan zijn vulkanisme en aardbevingen.

Exogene krachten


 Dit zijn krachten die van buitenaf het uiterlijk van de aarde veranderen. Voorbeelden hierbij zijn verwering en erosie

Slide 21 - Slide

Wat is een verschil tussen menselijke rampen en natuurrampen?

Slide 22 - Open question

Wonen met lef
Leerdoel 4 rood: Je benoemt verschillende natuurrampen, zoals aardbevingen of orkanen en je beschrijft de gevolgen voor bewoners.
Leerdoel 4 wit: Je benoemt risico's van natuurrampen in verschillende gebieden voor bewoners en je bedenkt oplossingen om risico's te verkleinen.

Slide 23 - Slide

Vulkanisme
  • Gevaarlijk wanneer de vulkaan nog actief is en er een kans op uitbarsten is.
  • Men gaat er toch wonen vanwege de vruchtbare grond.
  • Alarmsysteem

Slide 24 - Slide

Tsunami
  • Een tsunami ontstaat door een zeebeving (aardbeving in zee) waardoor er gigantische golven ontstaan.
  • Grote schade, huizen, auto's en bomen worden meegesleurd.

Slide 25 - Slide

Cycloon (orkaan)
  • Tropische storm met windkracht 12. 
  • Storm neemt huizen, bomen en auto's mee. 
  • Er zijn verschillende catagoriën.
  • Door weersvoorspellingen kan men er voor zorgen dat er geevacueerd worden. 
https://wetenschap.infonu.nl/weer/74946-tornado-en-orkaan-het-verschil-tussen-tornados-en-orkanen.html

Slide 26 - Slide

Waarom gaan er toch mensen aan de voet van een vulkaan wonen?

Slide 27 - Open question

Wat is een tsunami?
A
Zeer explosieve vulkaan
B
Puinlawine
C
Vloedgolf als gevolg van aardbeving
D
een trog

Slide 28 - Quiz

Wat is een orkaan?
A
een hevige storm
B
harde wind
C
keiharde regen
D
een hagelbui

Slide 29 - Quiz