Engels vervolg: Am, are, is

Hoofdstuk 1: Am, are, is

Doel van de les

Aan het einde van deze les weet je wanneer je 

'am', 'are' en 'is' moet gebruiken in Engelse zinnen. 

Dit zijn vormen van het werkwoord to be (zijn).

Wat is to be?

Het werkwoord to be betekent zijn in het Nederlands. 

In de tegenwoordige tijd wordt to be als volgt vervoegd:

I am (ik ben)

You are (jij bent / u bent)

He/She/It is (hij/zij/het is)

We are (wij zijn)

You are (jullie zijn)

They are (zij zijn)

Gebruik van am

Am wordt alleen gebruikt bij het onderwerp 'I' (ik).

Voorbeeld:

• I am happy. (Ik ben blij.)
• I am a student. (Ik ben een student.)

Gebruik van are

Are wordt gebruikt bij de onderwerpen you, we en they.

Voorbeelden:

• You are my friend. (Jij bent mijn vriend.)
• We are going to the park. (Wij gaan naar het park.)
• They are teachers. (Zij zijn leraren.)

Gebruik van is

Is wordt gebruikt bij de onderwerpen he, she en it.

Voorbeelden:

He is tall. (Hij is lang.)

She is reading a book. (Zij leest een boek.)

It is raining. (Het regent.)

Samenvattend

I am (ik ben)

You are (jij/u bent)

He/She/It is (hij/zij/het is)

We are (wij zijn)

You are (jullie zijn)

They are (zij zijn)

I ____ a student.

1. are
2. is
3. be
4. am

They ____ at home.

1. are
2. is
3. be
4. am

She ___ happy.

1. are
2. is
3. be
4. am

We ____ friends.

1. are
2. is
3. be
4. am

It ___ cold outside.

1. are
2. is
3. be
4. am