toets §1tm 3

Uit welke delen bestaat het centrale zenuwstelsel?
1 / 19
next
Slide 1: Open question
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Uit welke delen bestaat het centrale zenuwstelsel?

Slide 1 - Open question

Behoort een oogzenuw tot het centrale zenuwstelsel?
A
ja
B
nee

Slide 2 - Quiz

wat is een prikkel
A
Een invloed uit het milieu op een organisme.
B
Elektrische signalen die door zenuwen kunnen worden voortgeleid.

Slide 3 - Quiz

Wat zijn impulsen?
A
Een invloed uit het milieu op een organisme.
B
Elektrische signalen die door zenuwen kunnen worden voortgeleid.

Slide 4 - Quiz

cellichaam

celkern

uitloper
uitloper
1

Tekst2
3

4

Slide 5 - Drag question

Waar liggen de cellichamen van zenuwcellen?
A
in of vlakbij de zintuig
B
in of vlakbij de centrale zenuwstelsel
C
halverwege de zintuig en centrale zenuwstelsel

Slide 6 - Quiz

Welke drie typen zenuwcellen onderscheiden we?

Slide 7 - Open question

Schakelcellen liggen ....... het centrale zenuwstelsel.
A
in hun geheel binnen
B
in hun geheel buiten
C
zowel binnen als buiten

Slide 8 - Quiz

Wat is de functie van schakelcellen?
A
geleiden van zintuigcellen in je huid naar het centrale zenuwstelsel.
B
geleiden van het centrale zenuwstelsel naar je handspieren.
C
Impulsen geleiden binnen het centrale zenuwstelsel.

Slide 9 - Quiz

Wat is de functie van gevoelszenuwcellen?
A
geleiden van zintuigcellen in je huid naar het centrale zenuwstelsel.
B
geleiden van het centrale zenuwstelsel naar je handspieren.
C
Impulsen geleiden binnen het centrale zenuwstelsel.

Slide 10 - Quiz

Wat is de functie van bewegingszenuwcellen?
A
geleiden van zintuigcellen in je huid naar het centrale zenuwstelsel.
B
geleiden van het centrale zenuwstelsel naar je handspieren.
C
Impulsen geleiden binnen het centrale zenuwstelsel.

Slide 11 - Quiz

Wat is een zenuw?
A
een bundel uitlopers en cellichamen van zenuwcellen
B
een bundel uitlopers van zenuwcellen
C
een cel die impulsen kan geleiden
D
twee zenuwcellen die met elkaar verbonden zijn

Slide 12 - Quiz

Wat is de functie van het laagje om elke uitloper in een zenuw?
A
de uitlopers van elkaar isoleren
B
impulsen geleiden van en naar het cellichaam
C
zorgen voor een bescherming van de zenuw

Slide 13 - Quiz

Wat is de functie van de bindweefsellaag om een zenuw?
A
de uitlopers van elkaar isoleren
B
impulsen geleiden van en naar het cellichaam
C
zorgen voor een bescherming van de zenuw

Slide 14 - Quiz

Met welk deel van het centrale zenuwstelsel zijn de beenspieren verbonden door middel van zenuwen?
A
met de grote hersenen
B
met de kleine hersenen
C
met de hersenstam
D
met het ruggenmerg

Slide 15 - Quiz

Met welk deel van het centrale zenuwstelsel is de tong verbonden door middel van zenuwen?
A
met de grote hersenen
B
met de kleine hersenen
C
met de hersenstam
D
met het ruggenmerg

Slide 16 - Quiz

Waar liggen de cellichamen van schakelcellen en bewegingszenuwcellen?
A
in de witte stof
B
in de grijze stof

Slide 17 - Quiz

Waar komen in het ruggenmerg de impulsen aan die afkomstig zijn van zintuigen?
A
aan de buikzijde
B
aan de rugzijde

Slide 18 - Quiz

Waar verlaten impulsen het ruggenmerg?
A
aan de buikzijde
B
aan de rugzijde

Slide 19 - Quiz