HF 7 omvormen

Keuzevak Haarverzorging
HF 7 omvormen
1 / 21
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Keuzevak Haarverzorging
HF 7 omvormen

Slide 1 - Slide

Planning

Slide 2 - Slide

Doelen
Aan het eind van deze les, ken je de theorie die hoort bij de volgende omvormingstechnieken:
  • Volume föhnen met behulp van borstels
  • Krullen maken met een krultang
  • Stylen met een stijltang
  • Rollers indraaien
  • Vlechten
  • Het haar afdelen in 9 vakken ter voorbereiding op een behandeling

Slide 3 - Slide

Zoek de paren
Föhn
Krultang
Stijltang
Permanent roller
Droogkap
Climazon
Ontwar
borstel
Toupeer borstel
Toupeerkam
Knipkam
Puntkam
Ronde föhn borstel

Slide 4 - Drag question

.                                         is een voorbeeld van permanente omvorming. Glad en glanzend haar is het resultaat van een
                                            . Met een                      kan je het haar
verdelen en touperen en met een                     kan je het haar
touperen en volume creëren. Bij een klant met een
gezicht adviseer je volume op het hoofd en bij een klant met een
                    gezicht juist krullen of slag. 
Zet de woorden op de goede plaats.
Japans -straighten
keratinebehandeling
puntkam
vorkkam
rond
vierkant

Slide 5 - Drag question

Volume föhnen
Met behulp van borstels volume föhnen.

  • Gebruik: op handdoekdroog haar.
  • Tijdelijke omvorming: 3 tot 7 dagen.
  • Föhnversteviger voor langer resultaat.
  • Warmtebeschermer tegen beschadiging van warmte. 

Slide 6 - Slide

Krullen met krultang
Krultangen in verschillende diktes. Die bepalen de grootte van de krul.

  • Gebruik: op droog haar
  • Haarlengte: Lang en kort haar
  • Laat haar afkoelen om daarna in model te brengen.
  • Na afloop haarlak zodat het beter in model blijft en voorkomt dat het gaat pluizen.

Slide 7 - Slide

Stylen met stijltang
2 'platen' (verschillende maten)  waartussen het haar behandeld wordt.

  • Gebruik: op droog haar
  • Haarlengte: Lang en kort haar
  • Doel: haar zo steil mogelijk maken

Slide 8 - Slide

Rollers indraaien
Er zijn verschillende formaten rollers. Bovenop het hoofd zijn meestal wat grover dan achterop het hoofd. 

Gebruik:
  • Vochtig haar.
  • Na indraaien, drogen onder droogkap.
  • Altijd afkoelen voordat je het doorkamt.

Slide 9 - Slide

Vlechten
  • Haarlengte: halflang of langhaar
  • Soorten: Basisvlecht, opvlecht, visgraatvlecht, franse vlecht, waterval- of diagonale vlecht, haarband- of diadeemvlecht

Tips:
  • Losse vlecht blijft minder lang, dan strakkere vlecht.
  • Klein beetje vochtig maken.
  • Leg elastiekjes en speldjes klaar voordat je begint.
  • Net gewassen haar is vaak zacht en daardoor lastig te vlechten. Gebruik een stylingproduct.
  • Neem de tijd.

Slide 10 - Slide

Haar afdelen in vlakken
Een behandeling kan je door afdelen georganiseerd en gecontroleerd uitvoeren.

Afdelen voor:
  • Knippen
  • Watergolven
  • Permanenten
  • Haarmasker
  • Omvormen met warmterollers

Slide 11 - Slide

Volume föhnen doe je op
A
vochtig haar
B
droog haar

Slide 12 - Quiz

Krullen met krultang doe je op
A
vochtig haar
B
droog haar

Slide 13 - Quiz

Stylen met een stijltang doe je op
A
vochtig haar
B
droog haar

Slide 14 - Quiz

Rollers indraaien doe je op
A
vochtig haar
B
droog haar

Slide 15 - Quiz

Waarom moet je zowel links- als rechtshandig föhnen?
A
Omdat de snoer dan niet over de klant heen valt.
B
Omdat je dan je armen minder belast.
C
Omdat je dan meer overzicht hebt.
D
Omdat je dan sneller kunt werken.

Slide 16 - Quiz

Wat is wel een reden om de haren af te delen als je föhnt?
A
Omdat je dan meer volume föhnt in de haren.
B
Omdat je dan overzichtelijk werkt.
C
Omdat je dan de haren minder statisch maakt.
D
Omdat je dan de natuurlijke valling van het haar bepaalt.

Slide 17 - Quiz

Wat kun je niet met föhnen bereiken?
A
Volume in het kapsel.
B
Gedroogd haar.
C
Gewenste richting in het haar.
D
Blijvende krul.

Slide 18 - Quiz

Vragen?

Slide 19 - Slide

Praktijk
  • Iedere week ga je zelfstandig, maar in een groepje aan de slag.
  • Iedere groep krijgt een werkkaart die ze moeten oefenen, help elkaar!
  • Iedereen heeft een eigen bak met spullen, waar je verantwoordelijk voor bent.
  • Vóór de les controleer je of je bak compleet is en de haren uit de borstel zijn. Is dit niet? Meld dit dan!
  • Aan het eind van de les zorg je dat de haren uit de borstel zijn, water uit spuitfles is, alle spullen in de bak zitten én je ruimt je werkplek netjes op, dit wordt gecontroleerd door de docent!
  • Je werkt op het oefenhoofd met jouw nummer. Doe jouw oefenhoofd op een standaard en bevestig deze op een tafel op het plein. Leg een handdoek om de nek van de pop en één op de grond als je het haar nat moet maken!
  • Tijdens de komende  lessen zorg je dat je alle onderdelen minimaal 3 x geoefend hebt. Je laat je werk controleren en door de docent aftekenen op de aftekenlijst.
  • Degene die salondienst heeft, zorgt dat aan het eind van de les de vloer geveegd is, de tafels schoongemaakt, de was in de wasmachine zit en de schone was opgevouwen en opgeruimd is. Het lokaal ziet er netjes en opgeruimd uit voor de volgende les. Je stop 20 minuten voordat de les is afgelopen, om je eigen werkplek op te ruimen of alvast de schone was op te vouwen.
  • Pas als heel het lokaal netjes is en alle bakken compleet zijn, mag iedereen tegelijkertijd gaan.

Slide 20 - Slide

Groepsindeling
Groep 1
Groep 2
Groep 3
Salondienst: 

Slide 21 - Slide