Alfataal - dit ben ik - Opdracht 1 tm 2 (Spreken)
1 / 10
Lesson duration is: 45 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Introduceer kort het thema aan de hand van het voorblad en de leerdoelen. Gebruik hierbij eventueel een aantal
afbeeldingen van doelwoorden.
Slide 2 - Slide
This item has no instructions
Slide 3 - Slide
De docent stelt zichzelf voor
Slide 4 - Slide
Bekijk samen de afbeeldingen en gebruik deze woorden en zinnen om te beschrijven wat er gebeurt:
• Hallo
• Ik ben mevrouw.....
• En jij?
• Hoe heet jij?
Slide 5 - Slide
Breid het voorstellen uit. Doe dit op de
‘ik-wij-jij’-manier: spreek eerst zelf de zinnen uit, doe dit dan met de hele klas en laat de leerlingen daarna
een voor een zinnen uitspreken. Oefen tot het vlot gaat.
Slide 6 - Slide
Hallo! Hoe heet je?
Hallo! Hoe heet je?
Ik heet Samira. En jij?
Ik heet Samira. En jij?
Ik heet Tao.
Ik heet Tao.
1: docent
vanaf 2: leerlingen meedoen
De leerlingen gaan op hun eigen niveau aan de slag met het Praatje:
Alfa A luistert het Praatje nog een aantal keer en herhaalt de zinnen. Daarna zeggen deze leerlingen onder
begeleiding van de docent het Praatje in beurten individueel op.
Alfa B luistert en leest de tekst mee (na de eerste luisterrondes). Een extra opdracht kan zijn de tekst
daarna weg te leggen en uit het hoofd de woorden die ze onthouden hebben op te schrijven.
Alfa C doet hetzelfde maar schrijft de gehele tekst voor zichzelf, of in duo’s, uit het hoofd op.
Slide 7 - Slide
Deel 2
Hoi, ik ben Anna.
Hoi, ik ben Anna.
Hoi, ik heet Dillon.
Hoi, Ik heet Dillon.
Waar woon je?
Waar woon je?
Ik woon in de stad.
Ik woon in de stad.
Ik ook!
Ik ook!
1: docent
vanaf 2: leerlingen meedoen
De leerlingen gaan op hun eigen niveau aan de slag met het Praatje:
Alfa A luistert het Praatje nog een aantal keer en herhaalt de zinnen. Daarna zeggen deze leerlingen onder
begeleiding van de docent het Praatje in beurten individueel op.
Alfa B luistert en leest de tekst mee (na de eerste luisterrondes). Een extra opdracht kan zijn de tekst
daarna weg te leggen en uit het hoofd de woorden die ze onthouden hebben op te schrijven.
Alfa C doet hetzelfde maar schrijft de gehele tekst voor zichzelf, of in duo’s, uit het hoofd op.
Slide 8 - Slide
Deel 3
En waar kom jij vandaan?
En waar kom jij vandaan?
Ik kom uit Nederland.
Ik kom uit Nederland.
Ik kom uit Brazilië.
Ik kom uit Brazilië.
Ik ook!
Ik ook!
1: docent
vanaf 2: leerlingen meedoen
De leerlingen gaan op hun eigen niveau aan de slag met het Praatje:
Alfa A luistert het Praatje nog een aantal keer en herhaalt de zinnen. Daarna zeggen deze leerlingen onder
begeleiding van de docent het Praatje in beurten individueel op.
Alfa B luistert en leest de tekst mee (na de eerste luisterrondes). Een extra opdracht kan zijn de tekst
daarna weg te leggen en uit het hoofd de woorden die ze onthouden hebben op te schrijven.
Alfa C doet hetzelfde maar schrijft de gehele tekst voor zichzelf, of in duo’s, uit het hoofd op.
Slide 9 - Slide
This item has no instructions
Slide 10 - Slide
This item has no instructions
