12.3 Reactie en remmen (+ herhaling krachten)

1 / 27
next
Slide 1: Slide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

12.3 Reactie en remmen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Je zet de kruk op de tafel:
A
Veerkracht
B
Wrijvingskracht
C
Zwaartekracht
D
Spierkracht

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

De kruk die je net op tafel hebt gezet valt weer naar beneden... Dit is:
A
Veerkracht
B
Wrijvingskracht
C
Zwaartekracht
D
Spierkracht

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

De eenheid van kracht is
A
meter
B
F
C
Newton
D
power

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Een pak suiker is 1 kg. Hoe groot is de zwaartekracht die op het pak suiker werkt?
A
0,1 N
B
1 N
C
10 N
D
100 N

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions


Wie wint?
A
Links
B
Rechts

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Als de bovenste pijl 80N is, hoeveel is de onderste dan?
A
100 N
B
80 N
C
40 N
D
20 N

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Stopafstand?
Dat is de reactieafstand + remweg = Stopafstand

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Hoe noem je de afstand die de persoon uit de vorige vraag aflegt in de 1,4 seconden die hij nodig heeft om op de rem te trappen?
A
Remweg
B
Reactieafstand
C
Stopafstand

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

De stopafstand is
A
Reactieafstand + remweg
B
Reactieafstand + reactietijd
C
Hoe lang het duurt voor je stopt
D
De afstand tot het stopbord

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

De reactieafstand is 25,8 m en de remweg is 36,8 m.
Hoe groot is de stopafstand?
A
11 meter
B
25,8 meter
C
36,8 meter
D
62,6 meter

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Veilig botsen
Wat gebeurt er als je botst?

Slide 13 - Slide

Uiteindelijk antwoord: 
- Je staat binnen een fractie van een seconde stil.

Een auto heeft een paar dingen om je te beschermen tegen de krachten die op de mensen in de auto werken. 
De autogordel

Slide 14 - Slide

Dit is wat er gebeurt als je botst zonder dat je een gordel om hebt.

- Je vliegt met je hoofd tegen de voorruit aan en met je borst tegen het stuur.
Als er andere mensen in de auto zitten kun je ook tegen hen aanvliegen, hierdoor kunnen de andere mensen in de auto ook ernstig gewond raken

- Een gordel houd je op je plaats. (Een gordel houd je zelfs op je plaats als je ondersteboven hangt.)

Daarnaast rekt een gordel een beetje uit om je rustiger tot stilstand.

Airbags

Slide 15 - Slide

Airbags blazen op als je in een botsing komt.
Ze zorgen ervoor dat je niet met je hoofd tegen het stuur of het raam komt.
Ook remt de airbag je langzamer af.

- Bij het rijden moet je wel uitkijken dat je je handen zo min mogelijk aan de boven kant van het stuur houd. Als de airbag afgaat kunnen je handen namelijk in je gezicht slaan. (plak natuurlijk ook niets op je stuur)

Airbags gaan heel sterk af. In de volgende slide is een filmpje dat dat laat zien.


Kracht van een airbag

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Kreukelzone

Slide 17 - Slide

Een kreukelzone vervormd, waardoor er minder kracht naar de passagier gaat.
Veiligheidskooi
Een auto uit de VS tegen een auto uit Mexico

De auto's komen uit ongeveer hetzelfde jaar.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Video

Je ziet dat de bestuurder in de rode auto(die uit mexico) Geen benen meer heeft, terwijl de bestuurder van de andere auto nog genoeg ruimte heeft.

Dit komt door de veiligheidskooi.
Valhelm

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Waarvoor is de harde buitenkant?

Slide 21 - Slide

Antwoord:

De harde laag verdeeld de kracht over een groter oppervlakte. Hierdoor doet de kracht minder schade. Net zoals geprikt worden met een schaar vervelender is dan geprikt worden met een vinger.  
Waarvoor is de laag schuim?

Slide 22 - Slide

Antwoord:

Zodat een deel van de kracht zorgt voor de vervorming van het schuim en niet naar de schedel gaat. Net zoals vallen op beton vervelender is dan vallen op een matras.
Een fietser fietst op een fietspad en ziet een bal de weg op rollen. Terwijl hij grijpt naar zijn rem legt hij 2 meter af en daarna komt hij na het remmen op een totale afstand van 9 meter tot stilstand. Wat was zijn remweg?
A
4,5 meter
B
7 meter
C
9 meter
D
11 meter

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Wat kan jij doen om veilig te zijn in het verkeer?

Slide 24 - Mind map

Minimale antwoorden:

Aan de regels houden
Goede bescherming aandoen(helm, motorpak)
Geen afleiding
Huiswerk maken
Lezen: paragraaf 5
Maken: paragraaf 5

Als je klaar bent: inleveren via de mail
Ik blijf online om vragen te beantwoorden.

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Een fietser rijdt met een snelheid van 18 km/h. Hij wil remmen voor een zebrapad. Zijn reactietijd is 0,8 s. Hoe groot is zijn reactieafstand?
A
4 m
B
22,5m
C
14,4m
D
het goede antwoord staat er niet tussen

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

een vrachtwagen rijdt in de regen met 22,2m/s. hoe groot is zijn remweg?
A
24,5m
B
48m
C
50m
D
het goede antwoord staat er niet tussen

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions