G3A online les § 2 moleculen, atomen, molecuulformule & naamgeving

§ 2 Moleculen & atomen
G3A
Week 3
Online les
Scheikunde - stgj
1 / 33
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

§ 2 Moleculen & atomen
G3A
Week 3
Online les
Scheikunde - stgj

Slide 1 - Slide

Wat gaan we deze les doen?
  • Uitleg  § 2 uit Nova boekje
  • Tussendoor LessonUp vragen
  • Maken § 2 (HW)

Slide 2 - Slide

Geheugen opfrissen § 1: Molecuulmodel

  • Alles bestaat uit kleine deeltjes (moleculen)
  • Elke stof heeft zijn eigen soort moleculen
  • Moleculen bewegen altijd
  • Moleculen trekken elkaar aan

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Waaruit zijn stoffen opgebouwd?
A
Moleculen
B
Atomen
C
Splinters
D
Deeltjes

Slide 5 - Quiz

Atomen/elementen

Atomen stellen we voor als bolletjes met
een elementsymbool
.




Cl
H
H
O
O
C
C
O
H

Slide 6 - Slide

Een molecuul is opgebouwd uit?
A
Stof
B
Deeltjes
C
Atomen
D
Moleculen

Slide 7 - Quiz

Atomen
  • Moleculen kun je splitsen (ontleden)
  • De kleinst mogelijke deeltjes die over blijven noemen we atomen of elementen
  • Elk atoom heeft een eigen symbool (Nova boekje blz. 60)
  • Let op hoofdletters en kleine letters!

Slide 8 - Slide

Elementen
  • Element = niet-ontleedbare stof, bestaande uit maar 1 atoomsoort.

  • ongeveer 118 verschillende elementen
(37 moeten jullie er kennen, blz. 60 NOVA boekje)

  • Voorbeeld: zuurstof en stikstof

Slide 9 - Slide

Niet-ontleedbare stoffen
  • Bestaan maar uit één atoomsoort
  • Kunnen verder niet gesplitst worden in nieuwe stoffen
  • 7 niet-ontleedbare stoffen komen altijd met twee atomen voor, bovenste rijtje blz. 61:
  • Broom, Jood, Stikstof, Chloor, Waterstof, Zuurstof & Fluor

Br2 I2 N2 Cl2 H2 O2 F2

Slide 10 - Slide

Verbindingen
  • Verbinding = ontleedbare stof, bestaande uit maar 2 of meer atoomsoorten.

  • meer dan 20 miljoen verschillende verbindingen

  • Voorbeeld: water en suiker

Slide 11 - Slide

Wat kun je ontleden?
A
Atomen
B
Moleculen
C
Atomen en moleculen
D
Geen van beide

Slide 12 - Quiz

een ontleedbare stof bestaat uit
A
2 of meer soorten moleculen
B
2 of meer soorten atomen
C
1 soort atomen

Slide 13 - Quiz

Chemische reactie
Bij een chemische reactie hergroeperen de atomen van de beginstof(fen) tot nieuwe moleculen (de reactieproducten)




Er gaan geen atomen verloren bij een chemische reactie

Slide 14 - Slide

Wat gebeurt er bij een chemische reactie?
A
moleculen blijven hetzelfde en de atomen veranderen
B
moleculen veranderen en atomen blijven hetzelfde
C
moleculen verdwijnen en er ontstaan atomen
D
atomen en moleculen veranderen niet, maar gaan anders aan elkaar vast zitten

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Slide

6 H2O (l)
  • H2O = molecuulformule
  • Welke atoomsoorten H & O
  • Hoeveel atomen 2 H-atomen & 1 O-atoom
  • 2 = index=aantal atomen, na het atoomsoort (geen 1)
  • 6 = coëfficiënt (aantal moleculen)

Slide 17 - Slide

Welk molecuul heeft de meeste atomen en soorten?
A
C4H10
B
O2
C
CO2
D
H2O

Slide 18 - Quiz

Wat is dit?
Het is een suikermolecuul

groene bolletjes = koolstofatomen, C
rode bolletjes = zuurstofatomen, O
grijze bolletjes = waterstofatomen, H

molecuulformule: C12H22O11

Slide 19 - Slide

Hoeveel atomen heeft 1 suikermolecuul?
C12H22O11
A
3
B
45

Slide 20 - Quiz

Is suiker een onleedbare of niet-onleedbare stof?
A
Ontleedbare stof
B
Niet-ontleedbare stof

Slide 21 - Quiz

Wie is een niet-ontleedbare stof?
A
NH3
B
H2O
C
N2
D
H2O2

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Slide

Triviale namen
Triviale namen = worden in het dagelijks leven gebruikt. 

water
H2O

Maar chemisch naam eigenlijk:
diwaterstofoxide
(Leer tabel 3 blz. 61 beide kanten op)

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Wat is de juiste chemische naam van koolstofdisulfide
A
C2S
B
C2S2
C
CS2
D
CS

Slide 29 - Quiz

Wat is de juiste naam van
SO2
A
sulfidedioxide
B
dizwaveldioxide
C
sulfidedizuurstof
D
zwaveldioxide

Slide 30 - Quiz

Slide 31 - Slide

Maken
§ 2 NOVA boekje vraag 5
Bespreken § 2
?Begin Reactievergelijkingen?

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide