W21 GS 1V H6 les 11 en 12

Hoofdstuk 6 Paragraaf 2 (Geschiedenis Werkplaats) les 11
Steden en staten 1000-1500
Zelfstandige burgers
1 / 18
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 6 Paragraaf 2 (Geschiedenis Werkplaats) les 11
Steden en staten 1000-1500
Zelfstandige burgers

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
1. Ik kan aangeven hoe Holland belangrijk werd.
2. Ik kan uitgebreid uitleggen hoe steden stadrechten kregen.



Slide 2 - Slide

Opdrachten
1. Neem de lesdoelen over in jouw schrift.
2. Lees H6 P2 Holland wordt belangrijk en Stadsrechten grondig door.
3. Bekijk het meegeleverde filmpje.
4. Maak WB H6 P2 vraag 1 t/m 3.
5. Beantwoord de lesdoelen in jouw schrift
6. Maak de quizvragen.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Door wie werd Floris V vermoord?
A
door boeren
B
door een andere graaf
C
door stedelingen
D
door lagere edellieden

Slide 5 - Quiz

Waarom werd Floris V juist door andere (lagere) edellieden vermoord?
A
Hij veroverde veel gebieden.
B
Hij gaf inwoners van steden stadsrechten.
C
Hij beschermde de boeren
D
Hij bouwde de Ridderzaal.

Slide 6 - Quiz

Noem 5 voorbeelden van stadsrechten.

Slide 7 - Open question

Hoofdstuk 6 Paragraaf 2 (Geschiedenis Werkplaats) les 12
Steden en staten 1000-1500
Zelfstandige burgers

Slide 8 - Slide

Lesdoelen
1. Ik kan uitleggen hoe burgers hun stad bestuurden.
2. Ik kan uitgebreid uitleggen hoe steden zelfstandiger werden en lage edelen macht verloren.



Slide 9 - Slide

Opdrachten
1. Neem de lesdoelen over in jouw schrift.
2. Lees H6 P2 Het stadsbestuur en steden en edelen grondig door.
3. Bekijk het meegeleverde filmpje.
4. Maak WB H6 P2 vraag 4 t/m 8.
5. Beantwoord de lesdoelen in jouw schrift
6. Maak de quizvragen.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Welke term heeft niets met het stadsbestuur te maken?
A
Schepenen
B
Schout
C
Gilde
D
Vroedschap

Slide 12 - Quiz

Wie zaten er in het stadsbestuur?
A
de schepenen
B
de schout
C
het vroedschap
D
de gilden

Slide 13 - Quiz

Schepenen werkten in een middeleeuwse stad.
Welke taken hadden zij? Kies de juiste zinnen.

A
De schepenen moesten de heer vertegenwoordigen.
B
De schepenen moesten de stad besturen.
C
De schepenen moesten het stadsbestuur controleren.
D
De schepenen moesten rechtspreken.

Slide 14 - Quiz

Wat is waar over een middeleeuws stadsbestuur?
A
Ze werden democratisch gekozen, uit arm en rijk
B
Ze mochten zich alleen maar bezig houden met rechtspraak
C
Ze moesten elke dag overleggen met de graaf of hertog
D
De leden kwamen uit de rijke families uit de stad

Slide 15 - Quiz

Schepenen werkten in een middeleeuwse stad.

Welke taken hadden zij?

A
De schepenen moesten de heer vertegenwoordigen.
B
De schepenen moesten het stadsbestuur controleren.
C
De schepenen moesten rechtspreken.
D
Geen van de genoemde antwoorden is juist.

Slide 16 - Quiz

Wat was de rol van een schout in de middeleeuwse stad
A
Hij vertegenwoordigde de graaf in de vergadering met de schepenen.
B
Hij bepaalde de prijzen op de markt.
C
Hij was de baas over de kerk of kathedraal .
D
Hij gaf leiding aan het stadsbestuur.

Slide 17 - Quiz

Wat zijn de cijfers van de zinnen die passen bij het begrip stapelmarkt?

1 Er was maar weinig concurrentie.
2 Goederen die in Amsterdam aankwamen werden meestal direct doorverkocht.
3 Handelaren uit heel Europa kochten producten in Amsterdam.
4 Het stadsbestuur bepaalde de prijzen van producten.
5 Kooplieden sloegen graan, hout en andere goederen op in pakhuizen.

A
3 en 5
B
2 en 3
C
3 en 4
D
1 en 5

Slide 18 - Quiz