Aantekeningen Bravoure 1hv Thème 1

Aantekeningen Bravoure 1hv Thème 1
1hv Bravoure 
Thème 1
Aantekeningen
1 / 41
next
Slide 1: Slide
FransVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Aantekeningen Bravoure 1hv Thème 1
1hv Bravoure 
Thème 1
Aantekeningen

Slide 1 - Slide

Les accents

Slide 2 - Slide

Les accents du français
accent aigu: prénom
accent grave: très, voilà
accent circonflexe: plaît
cédille: ça va?
tréma: Noël

leesteken
apostrophe: '    je m'appelle


Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Comment ?
é =  ' + e
è = ` + e
à = ` + a
ç = ' + c
ô = shift/6 + o
ö = "+ o

Slide 5 - Slide

l'alphabet 
en français

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Uitspraak alfabet anders dan in het Nederlands
e = [uh]
g = [zjee]
h = [asch]
j = [zjie]
w = [doeble vee]
x = [ieks]
y = [iegrek]
z = [zed]
Noteer dit in je aantekeningenschrift:

Slide 8 - Slide

Oefen nu met je buur met het spellen van jullie eigen namen.

Slide 9 - Slide

Welke naam wordt hier gespeld?
Nom 1

Slide 10 - Open question

Welke naam wordt hier gespeld?
Nom 2

Slide 11 - Open question

Welke naam wordt hier gespeld?
Nom 3

Slide 12 - Open question

Ik kan de letters uit het Franse alfabet herkennen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 13 - Poll

Merci et au revoir ! 

Slide 14 - Slide

2 Magazine

Le verbe "être"

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Noteer in je aantekeningenschrift:
 être = zijn
je suis = ik ben
tu es = jij bent
il/elle est = hij zij is
on est = wij zijn / men is
nous sommes = wij zijn
vous êtes = jullie zijn/
                     u bent
ils/elles sont = zij zijn 

Slide 18 - Slide

zijn = ..........
timer
0:10
A
être
B
aimer
C
habiter
D
regarder

Slide 19 - Quiz

tu ........ (être)
timer
0:10
A
as
B
es
C
est
D
a

Slide 20 - Quiz

Ils ........... (être)
timer
0:10
A
sont
B
est
C
sommes
D
être

Slide 21 - Quiz

il/elle/on ............ (être)
timer
0:10

Slide 22 - Open question

Vous ............. (être)
timer
0:10

Slide 23 - Open question

Faites exercice 30, 31 

à la page 32

Slide 24 - Slide

Merci et au revoir ! 

Slide 25 - Slide

3 Studio

Lidwoorden
in het Frans 

Slide 26 - Slide

Bij klinker of "stomme h", enkelvoud
mannelijk woord
le hôtel
l'hôtel
het hotel
vrouwelijk woord
la amie
l'amie
de vriendin

Slide 27 - Slide

Lidwoorden in het Frans, enkelvoud
mannelijk woord
le
le père
de vader
vrouwelijk woord
la
la mère
de moeder

Slide 28 - Slide

Meervoud
Le père > Les pères
La mère > Les mères
L'hôtel > Les hôtels

Slide 29 - Slide

Neem dit schema over in je aantekeningenschrift
Lidwoorden

mannelijk
vrouwelijk
klinker, stomme h
meervoud
de, het
le

la

l'

les

een
un

une
----
des

Slide 30 - Slide

"Een"
le/l' wordt
un
un père
een vader
la/l' wordt
une
une mère
een moeder

Slide 31 - Slide

Wat is het juiste lidwoord voor
___ tante (v)
A
le
B
la
C
l'

Slide 32 - Quiz

Wat is het juiste lidwoord voor
___ truc (m) ?
A
le
B
la
C
l'

Slide 33 - Quiz

Wat is het juiste lidwoord voor
___ oncle?
A
le
B
la
C
l'

Slide 34 - Quiz

Wat is het meervoud van "la maison" ?

Slide 35 - Open question

Wat is het meervoud van "l'ami"?

Slide 36 - Open question

Waardoor kun je "la copine" vervangen?
A
un copine
B
une copine

Slide 37 - Quiz

Waardoor kun je "le chien" vervangen?
A
un chien
B
une chien

Slide 38 - Quiz

Ik begrijp hoe ik de/het/een in het Frans moet vertalen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 39 - Poll

Faites exercice 44, 45 

à la page 39, 40

Slide 40 - Slide

Merci et au revoir ! 

Slide 41 - Slide