zin: We winnen de wedstrijd morgen, dat weet ik zeker!
Slide 9 - Slide
Maak een zin met het woord: winnen
Slide 10 - Open question
de loterij
een spel waarmee je de kans hebt om geld of spullen te winnen
een lot kopen
zin: Ik hoop dat ik veel geld win in de loterij.
Slide 11 - Slide
Maak een zin met het woord: de loterij
Slide 12 - Open question
Hierna zie je een tekst. Daarna komen vragen. Lees de tekst en probeer daarna de vragen te beantwoorden. Succes!
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Open question
Slide 16 - Open question
Slide 17 - Open question
In de tekst staan veel weetjes. Een weetje is iets wat je geleerd hebt uit de tekst. Een weetje kan interessant zijn. Of gewoon leuk. Een voorbeeld van een weetje uit de tekst is: Je kunt flessen water gebruiken als gewichten. Of: Je kunt naar dieren kijken via webcams van dierentuinen.
Schrijf hieronder 3 weetjes.
Slide 18 - Open question
Pauze
Pauze
timer
15:00
Slide 19 - Slide
grammatica: herhaling.....
Weet je het nog?
verleden tijd (vt): geeft aan dat iets zich in het verleden gebeurde. bijvoorbeeld: vanmorgen, gisteren, vorige week, vorig jaar, 100 jaar geleden, zojuist, pas geleden.
voltooide tijd (vd): een voltooid deelwoord geeft aan dat is al gebeurd is. Voltooid betekent dat het af is. Bijvoorbeeld: Ik heb gehuild.
Slide 20 - Slide
voltooid deelwoord (vd) maak je met
'hebben' of met 'zijn'
Verleden tijd (vroeger, vorige week, gisteren) maak je in de zin met 'verleden tijd' (vt) of met voltooid deel woord (vd) bijvoorbeeld
vt van 'lopen'vd van' slapen' met 'hebben'vd van 'verhuizen' met 'zijn'
ik liep ik heb geslapen ik ben verhuisd jij/je liep jij/je hebt geslapen jij/je bent verhuisd
hij/zij/het liep hij/zij/het heeft geslapen hij/zij/ is verhuisd
wij liepen wij hebben geslapen wij zijn verhuisd
jullie liepen jullie hebben geslapen jullie zijn verhuisd
zij liepen zij hebben geslapen zij zijn verhuisd
Slide 21 - Slide
Je herkent het voltooid deelwoord aan
'hebben' of 'zijn' in de zin.......samen met ge-/be-/ver-/ont-/her voor het werkwoord
Bijvoorbeeld
Wij hebben gegeten -Het boek is verplaatst- Het plan is ontdekt
Op de website 'junior einstein' vind je een goede uitleg en heel veel werkwoorden met be/ge/ver/ont/her
Schrijf hieronder een rijtje met 'ik/jij/hij/wij/jullie/zij zoals in de vorige dia met een werkwoord dat begint met ver- en gebruik 'hebben' of 'zijn'. zie voorbeeld. (zoek op de website Junior Einstein of in een woordenboek)
Slide 23 - Open question
Schrijf hieronder een rijtje met 'ik/jij/hij/wij/jullie/zij zoals in de vorige dia met een werkwoord dat begint met ge- en gebruik 'hebben' of 'zijn'. zie voorbeeld. (zoek op de website Junior Einstein of in een woordenboek)
Slide 24 - Open question
Schrijf hieronder een rijtje met 'ik/jij/hij/wij/jullie/zij zoals in de vorige dia met een werkwoord dat begint met be- en gebruik 'hebben' of 'zijn'. Zie voorbeeld (zoek op de website Junior Einstein of in een woordenboek)
Slide 25 - Open question
Schrijf hieronder een rijtje met 'ik/jij/hij/wij/jullie/zij zoals in de vorige dia met een werkwoord dat begint met ont- en gebruik 'hebben' of 'zijn'. Zie voorbeeld (zoek op de website Junior Einstein of in een woordenboek)
Slide 26 - Open question
Klaar??? En nog geen tijd??
werken aan Disk (bronnen en bouwstenen thema 17 Geld en werk);