This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
¡Bienvenidos chicos y chicas!
Jueves, 30 de enero de 2025
Slide 1 - Slide
¿Qué vamos a hacer hoy?
Somtoday
Unidad 8. Gramática. (MV+LV)
¡A trabajar!
Final de la clase. ¿Qué hemos aprendido hoy?
Slide 2 - Slide
Unidad 8 C2 Gramática
- persoonlijke voornaamwoorden als lijdend voorwerp.
- persoonlijke voornaamwoorden als meewerkend voorwerp
- zinnen waar zowel het pers. vnw. van het LV als het MV staat.
Slide 3 - Slide
Het lijdend voorwerp
1. Net als in het NL stellen we in het SP de vraag:
wie of wat?
2. De pers. vnw. van het LV zijn:
me - te - lo - la - nos - os - los - las.
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Video
Het meewerkend voorwerp
1. Net als in het Nederlands stellen we in het Spaans de vraag: aan wie of voor wie?
2. In het Spaans wordt het MV aangegeven met het voorz. a (in enkele gevallen met para)
3. In het Spaans kan het MV dubbel in de zin staan! In de variatie van het pers. vnw. (verplicht) en de nadruk (optioneel).
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Video
https:
Slide 8 - Link
Pers.vnw. LV en MV
lijdend voorwerp
meewerkend voorwerp
me
me
te
te
lo / la
le
nos
nos
os
os
los / las
les
Slide 9 - Slide
Verdubbeling van het MV
1. pers. vnw. van het MV: me - te - le - nos - os - les = verplicht
2. nadruk: a Juan - a mis padres = optioneel
Voorbeeld 1: ¿Les(MV) has mandado las flores (LV) a tus padres (MV)? - verdubbeling meerw. vwp.
Les - meervoud omdat het verwijst naar tus padres.
De toevoeging van de optionele variant gebruiken we om duidelijk te maken wie die LES zijn (namelijk jouw ouders).
Slide 10 - Slide
Verdubbeling van het MV
Voorbeeld 2: ¿Les (MV) has mandado las flores (LV)? - alleen het pers. vnw. van het meew. vwp.
Dit kan als uit de context duidelijk is voor wie de bloemen bedoeld zijn!
Voorbeeld 3: ¿Os (MV) han dado el libro (LV)? versus ¿Os (MV) han dado el libro (LV) a vosotros (MV)? - in de zin 2 is de toevoeging a vosotros overbodig omdat we door os al weten dat het om a vosotros moet gaan. In dat geval voldoet zin 1!
Slide 11 - Slide
Het LV + MV samen in één zin.
1. Zowel het LV als het MV kunnen in één zin voorkomen.
2. De pers. vnw. van het LV en MV staan in principe allebei voor het vervoegde werkwoord (pv), maar als ze samen in één zin staan is de volgorde: MV- LV
Slide 12 - Slide
Het LV + MV samen in één zin.
3. De pers. vnw. van het MV le/les wordt vervangen door se als er een LV achter staat.
Voorbeeld: ¿Les (MV) has dado las flores (LV) a tus padres?
Ja, ik heb ze gegeven aan hen.
Sí, les las he dado. = Sí, se las he dado.
les = a tus padres
las = las flores
Slide 13 - Slide
Vervang het complemento indirecto (MV) en complemento directo (LV) voor het voornaamwoord:
"Isa ha dado el regalo a Sarah."
Slide 14 - Open question
Vervang het complemento indirecto (MV)en het complemento directo (LV) voor het voornaamwoord: "Mats ha entregado su trabajo de español( al señor Collantes)."
Slide 15 - Open question
Vervang het complemento indirecto (MV) en het complemento directo (LV)voor het voornaamwoord: "Dani nunca (nooit) decía la verdad a Morris."
Slide 16 - Open question
Vervang het complemento indirecto (MV) en het complemento directo (LV)voor het voornaamwoord:
"Naomi ha dado los apuntes de Matemáticas a Sophie."
Slide 17 - Open question
Vervang het complemento indirecto (MV) en het complemento directo (LV)voor het voornaamwoord: "Cas va a comprar unas zapatillas de deportes nuevas (para él).
Slide 18 - Open question
Vervang het complemento indirecto (MV) en het complemento directo (LV)voor het voornaamwoord: "Tula trae una pizza para nosotros."