H1.4 Rekenen aan reacties

5.3 Rekenen aan reacties
Herhalen mol
Berekeningen aan reacties uitvoeren
1 / 27
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

5.3 Rekenen aan reacties
Herhalen mol
Berekeningen aan reacties uitvoeren

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Hoeveel mol is 3,4 g H2O?
A
61 mol
B
0,19 mol

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Startopdracht
  1. Wat is een overmaat?
  2. geef de kloppende reactievergelijking van de onvolledige verbranding van C8H16.
  3. geef de kloppende reactievergelijking van de volledige verbranding van C8H18
timer
10:00

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat is hier in ondermaat?

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Overmaat en Ondermaat
in overmaat = stof die na reactie overblijft
in ondermaat = stof die als eerste opraakt

De stof in ondermaat bepaalt hoeveel reactieproducten er kunnen ontstaan.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Uitleg 
Wanneer stopt een chemische reactie:
1. Als een van de beginstoffen op is (ondermaat)
2. Als de temperatuur onder de reactietemperatuur komt.

Dus als een beginstof helemaal weg reageert, dan is deze in ondermaat. De stof die overblijft na de reactie, is de stof in overmaat.
Hoeveel reactieproduct  er ontstaat is dus afhankelijk van de stof in ondermaat.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Welke stof is in overmaat?
4 CuO + CH4 --> 4 Cu + CO2 + 2 H2O
Je laat 25 g koperoxide reageren met 5,5 g methaan
Welke van deze 2 stoffen is in overmaat en hoe groot is deze?
1. Bereken de massaverhouding
2. Maak een kruistabel
3. Bepaal welke stof in  ondermaat is
4. Bereken m.b.v. de stof in ondermaat hetgeen ze willen weten

Slide 7 - Slide

uitwerkingen van vb 3
Leerlingen zelf doen
Molrekenen
  • Je kan hier goed gebruik maken van rekenschema: Kijk waar je bent in het schema en waar je heen wilt. Wat is daar voor nodig?
  • Nu: van gram naar mol 
  • Wat is daar voor nodig?
    De molaire massa

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Molrekenen
  • Molaire massa van H2O: 18,02 g/mol
  • van gram naar mol: delen door de molaire massa
  • 3,4 g/18,02 g/mol = 0,19 mol H2O

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Stappenplan molrekenen
  1. Stel de reactievergelijking op en noteer  de molverhouding  ook onder de reactievergelijking
  2. Reken de massa of volume van gegeven stof om naar mol
  3. Bereken het aantal mol gevraagde stof
  4. Reken het aantal mol stof om naar gevraagde eenheid

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

De vraag
  • Bereken hoeveel gram koper er ontstaat uit 5,6 g koperoxide
  • Koperoxide reageert met methaan tot koper, koolstofdioxide en water

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Stap 1: Reactievergelijking 
  • Koperoxide reageert met methaan tot koper, koolstofdioxide en water
  • CuO + CH4 -> Cu + CO2 + H2O
  • Kloppend:
    4 CuO + CH4 -> 4 Cu + CO2 + 2 H2O
         4    :       1      :      4      :     1     :       2            = molverhouding

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Stap 2: Reken massa van gegeven stof om naar mol
  • 5,6 g CuO

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Hoeveel mol is 5,6 g CuO?

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Stap 2: Reken massa om naar mol
  • Molaire massa van CuO: 79,545 g/mol
  • van gram naar mol: delen door de molaire massa
  • 5,6 g/79,545 g/mol = 0,0704 mol CuO

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Stap 3: Bereken m.b.v. de molverhouding het 
              aantal mol gevraagde stof
  • 0,0704 mol CuO
  • Molverhouding is 1:1
  • Dus: 0,0704 mol CuO = 0,0704 mol Cu

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Stap 4: Reken aantal mol gevraagde stof om naar gevraagde eenheid
  • 0,0704 mol Cu

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Hoeveel gram Cu is 0,0704 mol Cu?

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

Stap 4: Reken aantal mol gevraagde stof om naar gevraagde eenheid
  • Molaire massa van Cu: 63,55 g/mol
  • van mol naar gram: vermenigvuldigen met de molaire massa
  • 0,0704 mol * 63,55 g/mol = 4,47 g Cu
  • Er ontstaat dus 4,47 g Cu uit 5,6 g CuO

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

De vraag
  • Bereken hoeveel dm3 methaan er reageert met 5,6 g koperoxide
  • Koperoxide reageert met methaan tot koper, koolstofdioxide en water
  • Er wordt gewerkt bij T = 298 K en p=p0
timer
5:00

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Heb je een antwoord?
A
Ja
B
Nee

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Stap 1: Reactievergelijking 
  • Koperoxide reageert met methaan tot koper, koolstofdioxide en water
  • CuO + CH4 -> Cu + CO2 + H2O
  • Kloppend:
    4 CuO + CH4 -> 4 Cu + CO2 + 2 H2O
             4    :     1     :        4     :    1     :      2            = molverhouding

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Stap 2: Reken massa om naar mol
  • Molaire massa van CuO: 79,545 g/mol
  • van gram naar mol: delen door de molaire massa
  • 5,6 g/79,545 g/mol = 0,0704 mol CuO

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Stap 3: Bereken aantal mol gevraagde stof
  • 0,0704 mol CuO
  • Molverhouding is 4:1
  • Dus: 0,0704 mol CuO /4 = 0,0176 mol CH4

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Stap 4: Reken aantal mol gevraagde stof om naar gevraagde eenheid
  • 0,0176 mol CH4
  • Moet nog dm3 van een gas, dus daar is Vm voor nodig
  • Bij T=298K en p=p0 geldt dat
    Vm = 24,5 dm3/mol
  • 0,0176 mol CH4 * 24,5 dm3/mol = 0,43 dm3 CH4

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Ik had de vraag goed (0,43 dm3)
A
Ja
B
Nee

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Opdrachten af
Maak de opgavenuit de weekplanner
(deze moeten volgende week af zijn)

volgende les: nog een rekenvoorbeeld behandelen in de klas

Slide 27 - Slide

This item has no instructions