H5 wwSpelling

Welkom
HV1A
nog éven doorzetten
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Welkom
HV1A
nog éven doorzetten

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
-korte herhaling bijv. naamwoorden
- Korte herhaling over voltooide en onvoltooide deelwoorden
- Uitleg spelling van deelwoorden als bijvoeglijk naamwoord
-Nakijken huiswerk 5 min

- Ga aan de slag met de opdrachten van H5 spelling werkwoorden

Slide 2 - Slide

Bijvoeglijk naamwoord
Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets van een zelfstandig naamwoord.

voorbeeld: De groene appel. "Groene" zegt iets over "de appel" en is dus een bijvoeglijk naamwoord.

Een bijvoeglijk naamwoord schrijf je zo kort mogelijk!
Een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord schrijf je met -en

Slide 3 - Slide

Voltooid deelwoord:

Geeft vaak aan dat een handeling is afgerond/klaar (= voltooid). 

Het voltooid deelwoord maakt meestal deel uit van het gezegde. Er staat dan altijd een vorm bij van hebben, zijn of worden:
Dat liedje heeft Marco Borsato ook gezongen.
– Is de wedstrijd vanmiddag al gespeeld

Slide 4 - Slide

Onvoltooid deelwoord:

Geeft aan dat een handeling aan de gang is 
(= onvoltooid):

In de touringcar rijden de supporters luid zingend naar het stadion.

Je schrijft het altijd met het hele ww+d

Slide 5 - Slide

Deelwoorden als bijvoeglijk naamwoord
Zo kort en eenvoudig mogelijk!
De foto is vergroot --> de vergrote foto.
de supporters rijden zingend naar het stadion --> de zingende supporters.
De weg is verbreed --> de verbrede weg.

Let op! Soms moet je voor de uitspraak -tt of -dd schrijven.
bekladden - beklad (vd) - de bekladde (bn) muur (niet beklade)

Slide 6 - Slide

Voorbeeld
De vergrote foto      (niet vergrootte).
De verwachte vriend        (niet verwachtte).
De verbrede weg           (niet verbreedde).

zo kort mogelijk! hier geen problemen met de uitspraak.

Slide 7 - Slide

Het (verlichten) tuinpad
A
verlichten
B
verlichtte
C
verlichte
D
verlichtten

Slide 8 - Quiz

Het uur is verzet. Het ...... uur.

Slide 9 - Open question

Ik heb een shirt gekocht. Het ...... shirt.

Slide 10 - Open question

Er is veel geld aan besteed. Het ..... geld.

Slide 11 - Open question

Ik heb een ei gebakken.
Het ..... ei smaakt goed.

Slide 12 - Open question

Huiswerk 
Zorg dat je deze week hoofdstuk 5 Spelling helemaal af hebt.

Heb je vragen over het huiswerk? Stel ze via de mail of de chat!

Slide 13 - Slide