H5 , les 03-06, hoofdstuk 5

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Welkom!

- Neem je boek, schrift en pen voor je

Planning voor vandaag

8.05 - 8.15 - Paper Towns - voorlezen

8.15 - 8.25 - Opdracht 1, 2 en 3 bespreken

8.25 - 8.30 - Korte uitleg deelwoorden an bijvoegelijk naamwoord

8.30- 8.40 - Opdracht 4 en 5 maken

8.40 - 8.45 - Opdracht 4 en 5 bespreken

8.45 - 8.55 - Verhaal maken

Doel: Je weet het verschil tussen een voltooid en een onvoltooid deelwoord en je weet hoe je deze moet schrijven als bijvoegelijk naamwoord.

Luisteren, dus in stilte.

Opdrachten nakijken

Wat? opdracht 1, 2 en 3 (blz. 156 en 157)

Hoe? Je verbetert het antwoord door te corrigeren met een andere kleur

Bijvoegelijke naamwoorden

• Onvoltooid en voltooid deelwoorden, wie weet het verschil?
• Onvoltooid zegt het woord al, het is nog niet voltooid, het is nog niet klaar. Een voorbeeld is lopend of fietsend
• Voltooid zegt het al, het is voltooid, het is klaar. Een voorbeeld is gelopen of gefietst

Deelwoorden al bn

Zo'n onvoltooid of voltooid deelwoord kan je ook bijvoegelijk maken. Het is hierbij belangrijk dat je dit zo kort mogelijk doet!!!

De verleden tijd van verbranden is verbrandden, maar je ze zegt het verbrande huis.

Zelfde geldt voor vergroten, verleden tijd is vergrootten, maar als bijvoegelijk naamwoord is het de vergrote kamer

Even oefenen

De ...... (verbreden) weg bij Wieringerwerf is vernieuwd.

Mijn ....... (verroesten) fiets is gisteren gestolen.

De ...... (poetsen) schoonmaker heeft hele woonkamer gedweild.

Het ........ (juichen) publiek was enorm blij.

Het ....... (bekijken) schilderij was nieuw in het Rijksmuseum.

De ........ (bekladden) muur is schoongemaakt door de gemeente.

Zelfstandig werken

Wat? Opdracht 4 en 5 (blz. 157)

Hoe? Je werkt in stilte, overleggen doe je op fluisterniveau!

Klaar? Ga verder met spelling blz. 156 en 157

Vraag? Steek je hand omhoog, dan kom ik bij je.

Uitkomst? Je weet hoe je een onvoltooid of voltooid deelwoord als bijvoegelijk naamwoord kunt opschrijven.

Opdrachten nakijken

Wat? Opdracht 4 en 5 blz. 157

Hoe? Je verbetert het antwoord door te corrigeren met een andere kleur

Lesafsluiting

Verhaal maken met de hele klas.