Extra les

Welkom
Dit leg ik op tafel:
Laptop --> Dicht
Etui 
Map
Gelukt = stil zijn
1 / 25
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom
Dit leg ik op tafel:
Laptop --> Dicht
Etui 
Map
Gelukt = stil zijn

Slide 1 - Slide

Vorige les

Slide 2 - Slide

Planning
Uitleg/ oefenen 30 min
Zachtjes leren voor de toets 10 min
Les afronden 5 min

Slide 3 - Slide

Wat gaan we doen?
Samen oefenen

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Vraag 1
a. Teken een vierkant KLMN met zijden van 5 cm.
b. Geef zijde MN een kleurtje.
c. Teken de diagonalen in het vierkant. Noem het snijpunt S.
d. Je ziet nu vier bijzondere driehoeken in het vierkant. Wat voor soort driehoeken zijn dit?

Slide 6 - Slide

Symmetrie
De symmetrieas of spiegelas is de lijn die een figuur in twee gelijke delen verdeelt.

Bijvoorbeeld
Een hart heeft 1 spiegelas.
Dit kruis heeft 4 spiegelassen

Slide 7 - Slide

Vraag 2
1. teken driehoek DEF na
2. Welke zijde zijn even lang als EF 
3. Geef dit aan in het figuur
4. Hoe noem je hoekpunt F? 
5. Teken de hoogtelijn uit hoekpunt E

Slide 8 - Slide

Vraag 3
Maak na met je passer
Hoofd diameter 6 cm 
Dus de straal is .... cm




Slide 9 - Slide

Vraag 4
Teken ∆ABC met AB = 5 cm, BC = 5,5 cm
en AC = 8 cm.

Gebruik je passer

Slide 10 - Slide

Vraag 5 
Rechts zie je de helft van een 
lijnsymmetrische figuur.
De vertiale lijn is de spiegelas.

De opdracht is: Teken het spiegelbeeld.

Slide 11 - Slide

Uitwerking


Spiegel alle hoekpunten en verbind deze met elkaar.
  1. Tel het aantal hokjes van een hoekpunt tot aan de spiegelas.
  2. Tel vanaf de spiegelas hetzelfde aantal hokjes de andere kant op.
  3. Teken hier een nieuw punt.
  4. Doe hetzelfde voor de andere hoekpunten.
  5. Verbind de nieuwe punten met elkaar.

Slide 12 - Slide


Van welke symmetrie is er sprake in dit figuur?
A
Lijnsymmetrie
B
Draaisymmetrie
C
Lijnsymmetrie en draaisymmetrie
D
Geen van beiden

Slide 13 - Quiz


Wat is de kleinste draaihoek van dit figuur?
A
1/4 x 360° = 90°
B
1/5 x 360° = 72°
C
1/6 x 360° = 60°
D
1/8 x 360° = 45°

Slide 14 - Quiz

Rechthoekige driehoek 
Rechthoekige driehoek heeft altijd een hoek van 90°, oftewel een rechte hoek.

Slide 15 - Slide

Gelijkbenige driehoek
Gelijkbenige driehoek heeft:
  • Twee gelijke zijden
  • Twee even grote hoeken, dit zijn de basishoeken. De andere hoek heet de tophoek.

Slide 16 - Slide

Gelijkzijdige driehoek 
Gelijkzijdige driehoek heeft:
  • Drie gelijke zijden
  • Drie even grote hoeken

Slide 17 - Slide

Gelijkbenige driehoek
Gelijkzijdige driehoek
Rechthoekige driehoek

Slide 18 - Drag question


Hoe heet de driehoek hiernaast?
A
Gelijkbenige driehoek
B
Rechthoekige driehoek
C
Gelijkbenige rechthoekige driehoek
D
Gelijkzijdige rechthoekige driehoek

Slide 19 - Quiz

Vlieger 
Vlieger
  • De diagonaal is de symmetrieas

Slide 20 - Slide

Ruit 
Ruit
  • Alle zijden van een ruit zijn even lang.
  • De diagonalen staan loodrecht op elkaar, delen de hoeken middendoor en zijn de symmetrieassen van de ruit.

Slide 21 - Slide

Parallellogram
Parallellogram
  • De overstaande zijden van een parallellogram zijn evenwijdig en even lang.
  • De overstaande hoeken zijn even groot en de diagonalen delen elkaar middendoor.

Slide 22 - Slide

We gaan aan de slag!

Doelen deze week:
Les 1: 3.3.5 Alles door elkaar
Les 2: 3.2.3 3.3. Diagnostische oefeningen
 Les 3: Oefenen toets

Slide 23 - Slide

Doelen behaald?
  1. Je tekent gelijkbenige, gelijkzijdige en rechthoekige driehoeken.
  2. Je benoemt wat een loodlijn en een middelloodlijn zijn en tekent ze.

Teken een driehoek en zet er 3 middelloodlijnen in
- Met liniaal
- Kleur 
- minimaal 5 bij 5 cm.

Klaar is controleren

















Slide 24 - Slide

Voorbeeld

Slide 25 - Slide