Les 27 - Tracking

• Nederlands
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 2

Welkom

• Jas aan de kapstok
  
• Telefoon in de bak
  
• Kauwgom in de prullenbak
  
• Leg een pen/potlood klaar

Ga rustig zitten.

Start van de les

• Wie is er wel en wie niet?
• Hoe is het met je?
• Wat moet ik weten van je?

Verwachtingen

Tijdens de les:

• Luister je stil mee tijdens de instructie;
• Werken we rustig alleen 
• Doe je actief mee;
• Ben je verantwoordelijk voor je eigen gedrag;
• Mag je altijd om hulp vragen als het even niet lukt.

Wat gaan we doen?

• Voorspellen van het onderwerp
• Lesdoel bespreken
• Woordenschat
• Filmpje
• Actief lezen van de tekst 
• Sleutelvragen en opdrachten maken
• Afsluiting
  

Terugblik

Hoe ging de vorige les?

De les over: Oorsuizen

• Gebruik de tekst om je antwoord uit te halen.
• Nummer elk antwoord en begin aan het begin van een regel bij een nieuwe vraag. 

Voorspellen

Open de les op het digibord.

We voorspellen waar de tekst over gaat. We kijken naar:

1. De titel
2. De tussenkopjes 
3. De afbeeldingen. 

Wat weet je al over dit onderwerp?

Lesdoel

Ik kan:

• De tekst voorspellen. 
• De tekst actief lezen en verbanden leggen.
• De tekst lezen en signaalwoorden herkennen.

Ik ga:

• Kennis opdoen over gps-tracking en de redenen die ouders ervoor hebben.
• Kennis op doen en de gevolgen die het volgens deskundigen voor de ontwikkeling van kinderen kan hebben.

Jeugdjournaal

We kijken naar het filmpje van het Jeugdjournaal.

Uitleg: Verwijswoorden

Je kunt een ander woord uit de tekst op die plaats invullen. Of je kunt een groepje woorden invullen.

 Bijvoorbeeld: hij, ze, het, ik, hem, dit, die, dat,

hun, daar, dan, daarin, ermee.

Uitleg over verbanden

Uitleg verbanden

Neem het woord 'Door'
Welke oorzaak geeft dit woord aan en welk gevolg hoort erbij?

A. oorzaak: kinderen worden niet weerbaar → gevolg: kinderen moeten meer

risicovol spelen

B. oorzaak: overbescherming → gevolg: kinderen moeten meer risicovol spelen

C. oorzaak: overbescherming → gevolg: kinderen worden niet weerbaar en

zelfstandig

Uitleg over verbanden

Uitleg verbanden

Het woord 'Hierdoor'

Hierdoor kunnen zij hun kind juist weer te
veel vrijheid geven.

Het woord hierdoor geeft een reden-gevolg aan.

Welke reden hoort hierbij?

Uitleg over verbanden

Lezen

Niveau AA - met de docent

Samen met de docent lees je de stukjes tekst en maak je de sleutelvragen.

Niveau A/B/C - leest zelfstandig de tekst

Je leest zelf de tekst en onderstreept moeilijke woorden en belangrijke stukjes.

Aan de slag 

Niveau A, B en C: Zelfstandig werken

• A maakt de Sleutelvragen en opdracht 3 + 2
• B maakt de Sleutelvragen  en opdracht 3 +2
• C maakt de Sleutelvragen en opdracht 3 + 2 
• Klaar: Woordenschat en andere tekstsoort op de chromebook maken

Niveau AA

• Na het lezen, gelijk de vragen maken (alles), samen overleggen mag.
• Klaar: online maak je de basisles, de woordenschat en andere tekstsoort.

Vragen stellen kan als ik bij je langskom! Zachtjes werken!

Woorden 

Schrijf op je wisbordje en bespreek

AA/A

B/C 

Afsluiting

Hoe heb jij gewerkt?

Tips voor de volgende keer?

Tops van deze les?