Les 1 Beroepscode

Beroepscode
1 / 29
next
Slide 1: Slide
BeroepscodeMBOStudiejaar 1

This lesson contains 29 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Beroepscode

Slide 1 - Slide

Vandaag:
- Inleiding in de beroepscode
- Een aantal uitgangspunten van de beroepscode bespreken 
- Opdracht maken 
- Opdracht nabespreken. 

Slide 2 - Slide

Doel van beroepscode:
- De beroepscode geeft je waarden en normen van de beroepsgroep. 
              Hoe voer je het beroep op de juiste manier uit? 

- Belangrijke waarden voor een verzorgende:
Betrouwbaarheid, respect, eerlijkheid, rechtvaardigheid, niet schaden, respect voor de autonomie van de zorgvrager. 

Wordt duidelijk wat anderen van jou als verzorgende mogen verwachten. 

Slide 3 - Slide

De beroepscode:

- is een leidraad voor je professionele handelen. 

- geeft aanknopingspunten om te bepalen hoe je je professioneel gedraagt 

- biedt handvatten om in complexe situaties een weloverwogen beslissing te maken


Slide 4 - Slide

Wet- en regelgeving
De beroepscode is gemaakt tegen de achtergrond van: 
- De Nederlandse Grondwet
- Wet beroepen individuele gezondheidszorg (BIG-wet) 
- Wet op de Geneeskundige BehandelingsOvereenkomst (WGBO)
- Bijzondere Opnemingen in Psychiatrische Ziekenhuizen (BOPZ)
- Verplichte geestelijke gezondheidsorg en zorg en dwang
- Kwaliteitswet 
- Wet bescherming persoonsgegevens (WBP) 

Slide 5 - Slide

Professionele standaard: 
Aantal algemene aanvaarde uitgangspunten in de beroepsuitoefening: 
- Kennis en vaardigheden
- Standaarden, richtlijnen en protocollen
- Wet - en regelgeving
- Uitspraken in tuchtrechtszaken 
- Richtlijnen van de inspectie
- Ethische uitgangspunten
- Standpunten, adviezen en handreikingen. 

Slide 6 - Slide

Beroepscode te vinden:

https://www.venvn.nl/thema-s/beroepscode/
Of
Beroepscode app 

Slide 7 - Slide

Wat wordt er bedoeld met de volgende uitgangspunten van de beroepscode: 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Link

1.1
Als verpleegkundige/verzorgende oefen ik het beroep uit met het oog op het welzijn en de gezondheid van de zorgvrager. 

Slide 10 - Slide

1.2 
Als verpleegkundige/verzorgende handel ik bij de uitoefening van mijn beroep naar de normen, richtlijnen, protocollen, gedragsregels en eisen van zorgvuldigheid die invulling geven aan goed hulpverlenerschap 

Slide 11 - Slide

1.3
Als verpleegkundige/verzorgende ben ik verantwoordelijk voor en aanspreekbaar op mijn eigen handelen,
bejegening en gedrag als professional.

Slide 12 - Slide

1.4 
Als verpleegkundige/verzorgende houd ik mijn kennis en vaardigheden voor het op verantwoorde en adequate
wijze uitoefenen van het beroep op peil.

Slide 13 - Slide

1.7
Als verpleegkundige/verzorgende draag ik bij aan een veilige zorgverlening 

Slide 14 - Slide

1.8
Als verpleegkundige/ verzorgende houd ik in de beroepsuitoefening rekening met een verantwoorde verdeling van middelen.

Slide 15 - Slide

1.9
Als verpleegkundige/verzorgende zorg ik goed voor mezelf

Slide 16 - Slide

De artikelen onder andere dat ik: 
  • De regie zoveel mogelijk bij de zorgvrager laat.


  • De zorgvrager stimuleer om binnen zijn mogelijkheden en op basis van zijn ervaringskennis voor zichzelf te zorgen en hem daarbij ondersteun.

Slide 17 - Slide

Dat betekent onder andere dat ik
• het gebruik van de beroepscode onder mijn collega’s (in opleiding) stimuleer

Slide 18 - Slide

Opdracht 1
Wat: Beantwoord de vragen over de beroepscode
Wie: In tweetallen 
Hulpmiddel:  Internet of app Beroepscode
Tijd: 10 minuten

 

Slide 19 - Slide

Opdracht 1
  1. Door wie is de beroepscode opgesteld.
  2. Waarom hebben deze mensen de beroepscode opgesteld?
  3. Welke functie heeft de beroepscode voor je werk als verpleegkundige.
  4. Wat heeft de beroepscode te maken met ethiek?
  5. Zijn de verschillende artikelen uit de code waarden of normen? Verklaar je antwoord.

timer
1:00

Slide 20 - Slide

Antwoorden opdracht 1
1. Door verpleegkundigen zelf.
2. Om een normenkader te hebben waar elke verpleegkundige zich aan moet houden. Professionalisering. 
3. Een lijn voor alle beroepsbeoefenaars.
4.  Dit gaat over goed handelen, over goed en kwaad voor verpleegkundigen.
5. Normen, want het zijn gedragsregels.

Slide 21 - Slide

Opdracht 2 en 3
Wat: Maak de opdracht over beroepscode in de map Ethiek, beantwoord de vragen bij opdracht 1 en zoek bij de casussen de juiste artikelen en maak opdracht 3
Wie: In tweetallen
Hulpmiddel: Beroepscode
Tijd: 20 minuten
timer
1:00

Slide 22 - Slide

Groep 1 (casus 1 en 2)
1. Op de afdeling ligt een man van wie bekend is dat hij geweld heeft gebruikt tegen z’n huisgenoten. Je wilt hem wel wassen, maar hij moet niet een gesprek met jou willen over persoonlijke zaken. 
2. In de verstandelijk gehandicaptenzorg ontstaat er heel voorzichtig een persoonlijk contact tussen een zorgvrager en een verpleegkundige. De laatste verklaart dat ze ‘een klik’ hebben. 
3. De zorgvrager mevrouw H. stopt jou aan het einde dag van de dag 50 euro toe met de woorden: ‘Jij bent altijd zo lief voor mij! Alsjeblieft’ 2.4, 3.5, 3.7, 3.8
4. Mevrouw de Jong heeft om euthanasie gevraagd, en de arts heeft daarin toegestemd. De datum is gepland: overmorgen gaat het gebeuren. Jij hebt het er erg moeilijk mee. Je vindt euthanasie niet een goede keuze. Tegelijk weet je niet wat je met de situatie aan moet. 1.3 en 2.5

Slide 23 - Slide

Groep 2 (casus 3 en 4)
3. De zorgvrager mevrouw H. stopt jou aan het einde dag van de dag 50 euro toe met de woorden: ‘Jij bent altijd zo lief voor mij! Alsjeblieft’ 
4. Mevrouw de Jong heeft om euthanasie gevraagd, en de arts heeft daarin toegestemd. De datum is gepland: overmorgen gaat het gebeuren. Jij hebt het er erg moeilijk mee. Je vindt euthanasie niet een goede keuze. Tegelijk weet je niet wat je met de situatie aan moet. 
5. Jouw collega ruikt soms echt naar alcohol. 1.1, 1.2,

Slide 24 - Slide

Groep 3 (casus 5 en 6)
5. Jouw collega ruikt soms echt naar alcohol. 
6. De arts geeft jou de opdracht om een patiënt insuline te geven, volgens jou een veel te hoge dosis. Jij zegt dat tegen de arts. Hij zegt dat je het toch maar moet doen. Jij weet zo goed als zeker dat dit de patiënt eerder schade toe zal brengen, dan dat het goed zal doen.

Slide 25 - Slide

Groep 4 (casus 7 en 8)
7. Jij hoort op het journaal dat de minister fors wil bezuinigen op de ouderenzorg. Je hebt een gesprek met je collega’s, en je merkt dat iedereen boos is, want het gaat volgens jullie ten koste van de kwaliteit van zorg. 
8. Je hebt het vermoeden dat je zorgvrager, meneer de Kort, door z’n mantelzorger, de buurman, bestolen wordt. Je hebt het idee dat zijn bankrekening leeg wordt gehaald. 

Slide 26 - Slide

Opdracht 4: 
Wat: Lees het artikel en markeer welke elementen te maken hebben met de beroepscode van de verpleegkundige.
Wie: Individueel 
Hulpmiddel: Artikel (zie bij de posts in Teams)
Tijd: 10 minuten
timer
1:00

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Link

Huiswerkopdracht 

Wat: Ga uitzoeken wat de verschillende wetten die je tot nu geleerd hebt voor je beroepshouding betekenen. 

Wie: Individueel

Hoe:  

  • Zoek informatie op en verwerk het in een document (dit mag een powerpoint / word document/  mindmap zijn). Wat jij prettig vindt
  • Koppel 1 element uit de beroepscode aan iedere wet.

Eerstvolgende les kort presenteren 


Slide 29 - Slide