Wat weet jij (al) van bloed?
1.  Je weet en kunt uitleggen wat de bestanddelen van bloed zijn
2. Je  weet en kunt uitleggen wat de functies  van de bestanddelen zijn
3. Je  weet en kunt uitleggen wat bloedarmoede is
4. Je  weet en kunt uitleggen wat trombose is