3hv Cursus 1 Meer dan lezen: §2 inleiding

Cursus 1 Meer dan lezen
TOETS-VOORBE-REIDING
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Cursus 1 Meer dan lezen
TOETS-VOORBE-REIDING

Slide 1 - Slide

Voorbereiding toetsweek
Nederlands:
  • Theorie: inleiding en slot van een tekst
  • Theorie: argumenten, tegenargumenten en weerleggingen

Oefenen aan de hand van vragen over de behandelde stof in een oefentoets
Vragen?

Tijd over: Blooket


Slide 2 - Slide

Leerdoelen:
  • Ik kan de functie van de inleiding en het slot van een tekst benoemen. 
  • Ik kan verschillende aandachtstrekkers in een inleiding van een tekst herkennen.
  • Ik kan de structurerende elementen die een tekst bevat, herkennen.
  • Ik kan standpunten en argumenten herkennen.
  • Ik kan feitelijke (objectieve) en waarderende (subjectieve) argumenten onderscheiden.
  • Ik kan tegenargumenten en weerleggingen herkennen.

Slide 3 - Slide

Tekst
opdracht bespreken
  • Neem de tekst voor je. 
  • Welke signaalwoorden kan je vinden?
  • Welke tekstverbanden horen daarbij?

Slide 4 - Slide

Twee functies:
  • de lezer nieuwsgierig maken / aandacht lezer trekken
  • het onderwerp introduceren
De inleiding

Slide 5 - Slide

Functies van inleiding en slot
De inleiding is ook altijd bedoeld om de aandacht te trekken

Aandachtstrekkers
Iets uit de actualiteit noemen
Iets uit de geschiedenis noemen
Een voorbeeld of anekdote noemen
Iets benoemen dat een persoonlijk belang heeft voor de lezer
De aanleiding voor het schrijven van de tekst geven
Cijfers rondom een probleem of onderwerp benoemen
Inleiding 

Slide 6 - Slide

Tekst
opdracht
Op de volgende slide staan verschillende inleidingen. Geef per inleiding aan welke aandachtstrekker is gebruikt en beargumenteer waarom je dat denkt.

Slide 7 - Slide

1. "Wist je dat er in Nederland elk jaar meer dan 60 miljoen kilo aan voedsel wordt weggegooid? Terwijl supermarkten overvol liggen, groeit het aantal mensen dat afhankelijk is van voedselbanken. Hoe kan het dat in zo'n welvarend land nog zoveel honger bestaat?"

2."Stel je voor: je opent een app op je telefoon en je ziet precies hoeveel CO₂-uitstoot jouw kleding veroorzaakt. Zou je dan nog steeds die goedkope spijkerbroek kopen? Klimaatverandering lijkt misschien een ver-van-je-bed-show, maar jouw keuzes maken een groot verschil."

3."Het is 8:00 uur ’s ochtends. Sophie (15) heeft al vier keer op de snooze-knop gedrukt, haar ontbijt overgeslagen en zit nu met slaperige ogen achter haar laptop. Ze moet een verslag inleveren dat ze vannacht nog snel heeft afgemaakt. Dit klinkt misschien bekend, maar wist je dat slaapgebrek onder jongeren een groot probleem is geworden?"

4."In 2023 bleek uit onderzoek dat 73% van de middelbare scholieren minstens één keer per week stress ervaart door schoolwerk. Dit percentage is de afgelopen jaren alleen maar gestegen. Hoe kunnen we deze groeiende stress onder jongeren stoppen voordat het echt uit de hand loopt?"

Slide 8 - Slide

Tekst
opdracht - uitwerking
1. Actualiteit
2. Persoonlijk belang voor de lezer
3. Anekdote of voorbeeld
4. Cijfers rondom een probleem

Slide 9 - Slide

Functies van inleiding en slot
De inleiding is ook altijd bedoeld om de aandacht te trekken

Onderwerp introduceren door:
een hoofdvraag en evt. deelvragen te noemen
een standpunt (mening) te benoemen
een probleem te formuleren (probleemstelling)
Inleiding 
In het middenstuk worden dan 
- die vragen beantwoord
- de argumenten bij het standpunt gegeven 
- de verklaringen en/of oplossingen voor het probleem gepresenteerd

Slide 10 - Slide

Leerdoelen:
- Je weet wat feitelijke en waarderende argumenten zijn.




Slide 11 - Slide

In veel teksten wil de schrijver de lezer overtuigen van zijn standpunt (mening). 

Hij onderbouwt zijn standpunt met argumenten: hij legt uit waarom hij een standpunt heeft. 
Argumentatie

Slide 12 - Slide

Twee soorten argumenten:
Feitelijke argumenten
&
Waarderende argumenten

Slide 13 - Slide

Bedenk een feitelijk en waarderend argument bij deze foto 

Slide 14 - Slide

Een schrijver kan zijn lezer niet alleen met argumenten (voor) overtuigen. 
Hij kan ook overtuigen door te laten zien dat een mogelijk argument tégen zijn standpunt of een van zijn argumenten niet klopt (tegenargument). 
Dat noemen we het weerleggen of ontkrachten van een tegenargument (weerlegging).
Argumentatie

Slide 15 - Slide

Wat is het standpunt in de volgende zin:

Het is al jaren geleden dat er langer dan enkele dagen natuurijs heeft gelegen. Ik zou dus voorlopig geen nieuwe schaatsen kopen;
A
Ik zou..... schaatsen kopen
B
het is.... heeft gelegen

Slide 16 - Quiz

Ik vind dat leerlingen in het voortgezet onderwijs snipperdagen moeten hebben. In het bedrijfsleven heeft iedereen daar namelijk ook recht op.
- Er zijn genoeg sectoren in de maatschappij waar werknemers helemaal geen snipperdagen hebben.
A
tegenargument
B
weerlegging

Slide 17 - Quiz

Opdracht
Haal uit de tekst hiernaast:

- standpunt/stelling
- argumenten
- tegenargument
- weerlegging

Slide 18 - Slide

Tekst
Heb je je leerdoelen behaald?
- je 
Maak van de oefentoets vraag 1 t/m 8
om te checken of je de leerdoelen hebt behaald.
We bespreken de antwoorden over
.... minuten.

Slide 19 - Slide