Theorie aanhalingstekens en PO schrijven

1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Ik weet wanneer ik aanhalingstekens moet gebruiken bij het schrijven van een interview.
Ik weet het verschil tussen de directe en indirecte reden. 
Ik ga beginnen / verder met het maken van de PO (7 maart inleveren).  
Gezellig spelletje om de voorjaarsvakantie alvast een beetje in te luiden. 

Slide 2 - Slide

  • Directe rede: iemand citeren. Jan zei: 'Ik vind al die spellingsregels zo saai.'


  • Altijd aanhalingstekens gebruiken. Aanhalingstekens horen NA het leesteken (dus ook NA ? of !)
  • Indirecte rede: vertellen wat iemand heeft gezegd. Jan zei dat hij die spellingsregels zo saai vindt. 

  • Gedachten vertellen. Jan dacht: ik vind spellingsregels zo saai. 

  • Geen aanhalingstekens gebruiken. 

Slide 3 - Slide

Gaan jullie vandaag nog naar school, vroeg moeder aan mij.
A
Wel aanhalingstekens
B
Geen aanhalingstekens

Slide 4 - Quiz

Moeder dacht: zou Jan vandaag naar school moeten of heeft hij online les?
A
Wel aanhalingstekens
B
Geen aanhalingstekens

Slide 5 - Quiz

Schrijf een zin in de directe rede. Denk aan de juiste spelling en leestekens.

Slide 6 - Open question

PO schrijven
Ga aan de slag met je PO. 
Zelstandig in stilte. 
25 min. 
timer
1:00

Slide 7 - Slide

Interviewvragen bedenken
  • Bedenk 5 vragen die je zou kunnen stellen tijdens het interview.
  • Zorg ervoor dat het vooral open vragen zijn: 5w+h-vragen. 
  • Houd het doel van het interview goed voor ogen bij het bedenken van de vragen.
  • Doel: informatie geven over de hoofdpersoon en gebeurtenissen die van belang zijn voor het personage in het boek. Verandering of ontwikkeling van de hoofdpersoon in het boek moet duidelijk naar voren komen.  
  • 3 minuten. 

Slide 8 - Slide

Opdracht aanhalingstekens
  • Lees de tekst en zet de aanhalingstekens op de juiste plek. 
  • 5 min.
  • Eerder klaar? Controleer jezelf.  

timer
1:00

Slide 9 - Slide

Spelletje
  1. Ronde 1: Omschrijven van het begrip
  2. Ronde 2: 1 woord
  3. Ronde 3: uitbeelden
Iedere ronde 8 minuten. 
Teams van 3 tegen 3.
Na derde ronde pas één winnend team. 
timer
1:00

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide