Politieke partijen en politieke stromingen

Politieke partijen en politieke stromingen
1 / 28
next
Slide 1: Slide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 4

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Politieke partijen en politieke stromingen

Slide 1 - Slide

Als een politicus verkiesbaar is heet dat:
A
passief kiesrecht
B
actief kiesrecht
C
algemeen kiesrecht
D
geheime verkiezingen

Slide 2 - Quiz

Je moet de zwakkeren beschermen.
Is dit een idee van linkse of rechtse politieke partijen?
A
Links
B
Rechts

Slide 3 - Quiz

Welke uitspraak is progressief
A
Softdrugs mogen niet meer worden verkocht
B
XTC moet legaal worden

Slide 4 - Quiz

"Belasting op vlees moet omhoog, zodat minder mensen vlees eten"
A
Progressief
B
Conservatief

Slide 5 - Quiz

Met het idee van 'gespreide verantwoordelijkheid' bedoelen christendemocraten dat de verantwoordelijkheid
A
gedeeld wordt door overheid, burgers en maatschappelijke organisaties
B
gedeeld wordt door alle politieke partijen
C
bij individuele burgers ligt
D
niet bij de overheid ligt

Slide 6 - Quiz

Welke politieke stroming is voor ingrijpen van de overheid in de economie?
A
Liberalisme
B
Christendemocratie
C
Sociaaldemocratie
D
Ecologisme

Slide 7 - Quiz

Bij welke politieke stroming horen de partijen.
Sleep het plaatje naar het juiste hokje.
Liberalisme
Christen-democratie
Sociaal-democratie

Slide 8 - Drag question

'Nederland moet minder immigranten toelaten'

Bij welke politieke stroming hoort deze uitspraak?
A
sociaal democraten
B
liberalen
C
christen democraten

Slide 9 - Quiz

Welke politieke stroming vindt dat je criminaliteit vooral moet oplossen met repressieve maatregelen?
A
liberalen
B
sociaal-democraten
C
Christen-democraten

Slide 10 - Quiz

In welke politieke stroming zijn economische en persoonlijke vrijheid het belangrijkst?
A
De christen-democratie
B
De sociaal-democratie
C
Het liberalisme
D
Alle stromingen.

Slide 11 - Quiz

Komt de volgende uitspraak van een linkse of van een rechtse partij?
“Jongeren moeten zelf zorgen voor een plek waar ze kunnen ‘hangen’

A
Rechtse
B
Linkse

Slide 12 - Quiz

Lees de tekst.

Welke politieke stroming past het beste bij de tekst?
A
de christendemocratische stroming
B
de liberale stroming
C
de sociaaldemocratische stroming
D
de rechts-extremistische stroming

Slide 13 - Quiz

Bij welke politieke stroming hoort het begrip rentmeesterschap?
A
sociaal-democratie
B
liberalisme
C
Christen-democratie
D
Populisme

Slide 14 - Quiz

We kennen in Nederland verschillende politieke stromingen. Welke partij hoort tot de ecologische stroming?
A
D66
B
PvdA
C
VVD
D
GroenLinks

Slide 15 - Quiz

Alle maatschappelijke problemen komen op de politieke agenda terecht
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz

Bij welke politieke stroming hoort deze stelling?
A
Sociaal-democratie
B
Christen-democratie
C
Liberalisme

Slide 17 - Quiz

Rechtse politieke partijen vinden preventieve maatregelen tegen criminaliteit belangrijker dan linkse politieke partijen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quiz

Welke politieke stroming wordt door deze cartoon bekritiseerd?
A
Liberalisme
B
Populisme
C
Sociaal-democratie
D
Christendemocratie

Slide 19 - Quiz

Linkse politieke partijen benadrukken dat:
A
mensen gelijke kansen moeten krijgen.
B
burgers meer vrijheid moeten krijgen.
C
de overheid minder macht moet krijgen.
D
naastenliefde heel belangrijk is.

Slide 20 - Quiz

Welke politieke macht heeft de koning niet?
A
Hij mag wetten voorstellen
B
Hij moet zijn handtekening onder wetten zetten
C
Hij moet ministers en staatsecretarissen beëdigen
D
Hij moet ons land in het buiteland vertegenwoordigen

Slide 21 - Quiz


Wat is geen politieke stroming?
A
Liberalisme
B
Liberaal-Socialist
C
Christen-Democratie
D
Sociaal-Democratie

Slide 22 - Quiz

Je kunt de landelijke politiek en de gemeentelijke politiek met elkaar vergelijken.
Het college van B en W lijkt dan het meeste op:


A
de Tweede Kamer
B
het Parlement
C
de ministers
D
de Staatssecretarissen

Slide 23 - Quiz

Bij wat voor een politieke stroming past dit standpunt het beste?
A
Liberalisme
B
Christen-democratie
C
Sociaal-democratie

Slide 24 - Quiz

Een politiek standpunt als het klimaat verbeteren is een...
A
Conservatief standpunt
B
Progressief standpunt

Slide 25 - Quiz

Wat is een voorbeeld van het beïnvloeden van de politiek?
A
Klagen in de kroeg over wat er mis is in de samenleving.
B
Een sticker 'AZC, weg ermee!' plakken op je kastdeur.
C
Op sociale media handtekeningen verzamelen voor een skatepark.
D
Stemmen op een poll op Instagram

Slide 26 - Quiz

"Na een kritisch artikel in de krant worden er kamer vragen gesteld aan de ministers." Het begrip dat hier het beste bij past is:
A
Burgers informeren
B
Democratische besluitvorming
C
De politieke agenda
D
Cultuuroverdracht

Slide 27 - Quiz

Het volgen en controleren van de politici noemen we ook wel de...
A
controle- of waakhondfunctie
B
socialiserende functie
C
pluriformiteit
D
politieke agenda

Slide 28 - Quiz