Theater Oudheid en doorwerking

Goedemorgen

  • afgewisseld plaatsenemen: Nieuwe plattegrond. 
  • TAS UITPAKKEN EN OP GROND EN TELEFOON IN TAS
  • laptop nodig
  • Mondjes dicht
  • leerlingen die nog geen heel cijfer hebben voor CZP1: na les melden.
1 / 47
next
Slide 1: Slide
Culturele en kunstzinnige vormingMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes, text slides and 9 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Goedemorgen

  • afgewisseld plaatsenemen: Nieuwe plattegrond. 
  • TAS UITPAKKEN EN OP GROND EN TELEFOON IN TAS
  • laptop nodig
  • Mondjes dicht
  • leerlingen die nog geen heel cijfer hebben voor CZP1: na les melden.

Slide 1 - Slide

Doel van deze les
Ervaren overeenkomst klassiek theater en moderne thema's

Bestuderen Aristoteles' Poëtica

Analyseren klassieke verhaalopbouw

herkennen en toepassen stijlen en kenmerken 

Toepassen regels Poëtica op eigen plot/ tragedie

Slide 2 - Slide

3 lessen theater
1. Theatergeschiedenis- - Oudheid en doorwerking--> ontstaan theater, filosoof Aristoteles, de grote 3--> Oresteia en Trojaanse Vrouwen--> AGE of RAGE  ITA
-  Middeleeuwen en Renaissance --> Shakespeare's Richard III- Moderne tijd--> o.a.  Brecht's vervreemdingstheater en Hotel Modern met  Kamp 
2. Gekoppeld aan dimensies Feit en Fictie  (Oudheid en Renaissance) en Herkenning en Vervreemding (moderne tijd) 
3. theater stijlen en kenmerken Hoofstuk 20 Contrast
4. Elke les een verwerkingsopdracht--> 3 in totaal: Deze opdrachten maak je gedurende de les en is af aan het begin van volgende les.: Het werk wordt  ingeleverd aan het begin van elke volgende les. Zie ELO en Agenda
4. Theaterdamaart--> afsluiting PTA cijfer (bezoek theater/ workshops?)

Slide 3 - Slide

Hoe gaan wij dat doen?
-  klassikale les Theater in de Oudheid
-  vragen beantwoorden via lesson up 
- bekijken fragment  Age of Rage van International Theatre Amsterdam (2020)
- Verwerkingsopdracht lesbrief 1 met boek hoofdstuk 20 

Slide 4 - Slide

Tijdens de les steeds in de gaten houden
  • antwoord/ eigen mening formuleren met behulp van theatrale begrippen: specifiek taalgebruik maakt een tekst prikkelend en fijn om te lezen, maar laat ook zien dat je goed gekeken hebt en oog hebt voor detail. 
  • Toepassen van 5 W's: wie, wat, wanneer, waarom, waarmee
  • reflecteren: het kritisch beschouwen van je eigen voelen, denken en handelen. 
  • begrippen theater: opstellen van een lijst begrippen en aantekeningen maken van theatergeschiedenis
  • telefoon alleen gebruiken als toestemming. Na de opdracht meteen met scherm naar beneden neerleggen of in tas.

Slide 5 - Slide

Syracuse

Slide 6 - Slide

Epidauros

Slide 7 - Slide

Theater Orange 
proscenium

podium

scaenae

parodos

orchestra

cavae (tribune)

Slide 8 - Slide

Theater in de oudheid
  • Theaterfestivals 3 dagen, ter ere van God Dyonisos. Tragedies werden afgewisseld met een komedie en (k) luchtige satyrspelen.
  • Aischylos (525-456 v Chr.) oudste toneelschrijver: Trilogie Oresteia. Religieus man, geen eigen wil, het lot bepaald en de bloedlijn overerft de zonde. 
  • Sophocles (496 v C- 406 v C) Koning Oidipus
  • Euripides (480-406 v. Chr) was de jongste en minst religieus. Goden spelen nauwelijks een rol. Aardse zaken des te meer. Psyche: Keuze en eigen wil nu van belang, niet het lot dat goden bepalen. Geëmancipeerd: Trojaanse Vrouwen/ Medea
  • Koor en Bode
  • Theater was voor iedereen. De mythes werden herkend, het toneelstuk was echter nieuw en speciaal voor dit festival geschreven. Een jury deed de beoordeling
  • grootse thema's zoals oorlogen wraak, maar ook identificatie mogelijk door herkenbare thema's

Slide 9 - Slide

Hoe zijn de toneelstukken uit de oudheid aan ons overgeleverd, denken jullie?

Slide 10 - Open question

Theater Oudheid
alleen mannen
bloederige scènes en zaken die zich elders afspelen d.m.v. bodeverhaal (geen special effects!)
maskers voor personages en emoties.
Koor nam grote plaats in naast 2-3 acteurs voor hoofdpersonages. 

Slide 11 - Slide

Genres op theaterfestivals

Tragedie  (treurige afloop, catastrofe)
Komedie (goede afloop, ontknoping)
Satyrspelen (k) luchtig

Slide 12 - Slide

waarom tragedie?

Slide 13 - Mind map

Opdracht  bestaat uit 3 delen: 
1. AGE of RAGE  


meerdere stijlen: Mime,  muziektheater, dans, tekttoneel, bewegingstheater- cabaret, locatietheater. Age of Rage is zogeheten 'totaaltheater": welke stijlen komen samen?
Kenmerken toepassen±
Lichaam (mimiek, houding, beweging) 
Stem
Mise-en-scène
Speelstijl
Theatervormgeving

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Slide

Wat is het verschil tussen tragedie en komedie?

Slide 17 - Open question

Tragedie--> de Poëtica van Aristoteles
‘De tragedie is een nabootsing van een ernstige en volledige handeling, die een juiste omvang heeft, aangenaam verfraaid met taal, harmonie en ritme; op zo’n manier dat iedere soort apart functioneert in de onderscheiden delen [van het stuk]; en welke niet door middel van een vertelling, maar door medelijden en hevige schrik de zuivering teweeg brengt van deze zelfde hartstochten.’

Slide 18 - Slide

mythos
Interpretatie/ focus
Homerus' Illias
Aischylos Oresteia 5e eeuw v C
Euripides' Trojaanse Vrouwen 4e eeuw v C
Shakespeare Troilus en Cressida 16e eeuw na C.
Christa Wolf's Kassandra 20e eeuw
Ivo van Hove's Age of Rage ITA 21e eeuw
nog: talloze opera's, muziekstukken en schilderijen 

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Overige regels voor een goede tragedie
1. Eenheid van tijd: de handeling mag niet langer dan 24 uur duren, een etmaal
2. Eenheid van Plaats: Het geheel moet zich min of meer op dezelfde plaats of in de buurt daarvan afspelen
3. Eenheid van handeling:  geen nevenverhalen. Strak plot en verhaallijn. 
----------------------------------------

model voor opbouw en ontwikkeling--> draagt bij aan de beleving, inzicht neemt toe en daarmee ook spanning

1. Proloog
2. Expositie
3. Motorisch moment
4. Ontwikkeling--> climax  
5. Catastrofe (crisis) en ondergang hoofdpersonage         
6. Epiloog

Slide 21 - Slide

Conflict

Slide 22 - Slide

2. Wie is schuldig aan het leed?
Je leest aandachtig de tekst van het koor uit Trojaanse Vrouwen 
van Euripides.

Gebruik voor het opzoeken van namen of inhoud Wikipedea of oudheid.nl





Slide 23 - Slide

3. Artistotelisch model: Opbouw tragedie
(of  roman of filmdrama)
Opdracht:
1. plaats naast de opbouw van het drama de andere ingrediënten van Aristoteles voor de goede werking van een tragedie: Mythos-  plot- hamartia- eleos + phobos- anagnorsis- peripeteia- catharis

2. bedenk een eigen plot vanuit een tragisch verhaal, waarin je het model toepast. 
Niet af--> huiswerk volgende week. Je werkt het verder alleen uit.

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Link

Les 2 theater
Theatergeschiedenis Middeleeuwen en Renaissance
Shakespeare
 

Slide 26 - Slide

Richard III, kunstenaar onbekend
Koning van Engeland van 1483- 1458
Richard was betrokken bij de strijd tussen de huizen Lancaster en York (beide takken van de dynastie van de Plantagenets) die bekendstaat als de Rozenoorlogen.

Slide 27 - Slide

Opdracht in schrift
Bekijk de drie fragmenten en beantwoord de vraag:
- Hoe zijn de voorstellingen aangepast aan de moderne tijd?
- Aan welke machthebbers doen deze Richards jou denken?
- Welke voorstelling heeft jouw voorkeur? Waarom?

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Video

Slide 30 - Link

Slide 31 - Video

Richard III, ORKATER 2011
met songteksten van Tom Waits
link Clockwork Orange, Stanley Kubrick
'gang'\ slang\ kistjes (skinheads/ punkers) en schotse rokken
de vormgeving linkt aan subculturen uit de jaren '80


Slide 32 - Slide

Slide 33 - Video

Slide 34 - Video

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Hotel Modern KAMP
a. welk effect heeft de theatervormgeving op de beleving van het publiek?
b. Zoek twee filmfragmenten van een film over concentratiekamp. Titel? Hebben deze fragmenten een ander effect op het publiek? Welke? Waarom?

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Video

Slide 39 - Video

Opdracht 3
Lezen kenmerk lichaam: mimiek, houding, beweging.
We bekijken trailer van Staal. In deze voorstelling spreken de spelers het publiek vaak direct aan. Het wordt wel het openbreken van de vierde wand genoemd. Welk effect heeft dit op het publiek?

Slide 40 - Slide

opheffen vierde wand
  • intiem spel
  • dicht op huid van acteur
  • publiek wordt bij handeling betrokken, medeplichtig...
  • vervreemdende aspecten mogelijk, uit het verhaal gehaald

-->  de handeling speelt zich 'tussen vier muren af',  de spelers 'zien het publiek niet': zorgt voor zo realistisch mogelijk spel

Slide 41 - Slide

Opdracht 4
Wat voegt de locatie die Broeder koos toe aan de beleving van de voorstelling?
Kun je zelf een locatie bedenken waar een voorstelling goed tot zijn recht zou komen?

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Video

Opdracht 5: Spiegel
Lezen kenmerk Theatervormgeving:

Welke associaties roept dit fragment bij jou op? 
Waar denk je dat dit theaterstuk over gaat?
Maak een lijstje en schrijf op wat er allemaal in je hoofd opkomt. 


Slide 44 - Slide

Huiswerk:
Je schrijft een mini-dialoog tussen twee personages. Let daarbij op spanning en interactie: 
Een kritieke gedachte opschrijven. De kritiek koppelen aan een personage. Als x x zegt, en y y is er al een klein drama.







Slide 45 - Slide

Hemel, Helena van der Meulen 2012

Slide 46 - Slide

Slide 47 - Video