This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
2.5 Zuur-base reacties
Slide 1 - Slide
Zuren hebben
A
Een pH lager dan 7
B
Een pH hoger dan 7
C
Een pH gelijk aan 7
Slide 2 - Quiz
Welke kleur wordt fenoftaleine als hij met een zuur wordt gemengt?
A
Wit
B
Kleurloos
C
Roze
D
Rood
Slide 3 - Quiz
Leerdoelen
2.5.1 Je kunt uitleggen dat neutraliseren en ontkalken zuur-basereacties zijn.
2.5.2 Je kunt van een gegeven zuur-basereactie het reactieschema geven.
2.5.3 Je kunt een indicator gebruiken om met een kleuromslag het eindpunt van een neutralisatiereactie zichtbaar te maken.
2.5.4 Je kunt uit het resultaat van een titratie de concentratie van een zure of basische oplossing berekenen.
Slide 4 - Slide
Zuur-basereactie
Opgelost zuur en opgeloste base reageren
zuur (aq) + base (aq) --> water (l) + extra reactie product (aq)
Dit noem je ook wel neutraliseren
Bijvoorbeeld: kalkaanslag verwijderen met azijnzuur (ontkalken)
m.b.v. een indicator controleren
Slide 5 - Slide
Concentratie bepalen
Doormiddel van titratie
Hierbij vindt een zuur-basereactie plaats
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Video
Titreren
Je ziet dus dat je bij titreren nauwkeurig de begin en de eindstand van de base af moet lezen. Je moet natuurlijk weten hoeveel base je bij het zuur hebt gevoegd.
Als je de eindstand van de beginstand aftrekt heb je de hoeveelheid base die je hebt gebruikt. Hiermee kun je de concentratie uitrekenen.
Slide 8 - Slide
Azijn bevat azijnzuur. Dit kan je neutraliseren door natronloog (NaOH) toe te voegen. Je hebt 1 mL NaOH nodig om 58 mg azijnzuur te neutraliseren. Hoeveel mg Azijnzuur bevat je oplossing als je 18 mL NaOH nodig hebt om te neutraliseren