profiel begeleider specifieke doelgroepen H2

H2 blz 27 - 39
1 / 30
next
Slide 1: Slide
VerzorgendeMBOStudiejaar 3

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 75 min

Items in this lesson

H2 blz 27 - 39

Slide 1 - Slide

Wat is het werkgebied en zijn
de taken van een
begeleider specifieke doelgroepen MZ

Slide 2 - Mind map

welke beroepshouding
  • betrokkenheid: aandacht geven maar ook grenzen kunnen stellen
  • empathie: je kunnen inleven
  • assertiviteit: eerlijk je mening kunnen geven
  • flexibel zijn: snel kunnen schakelen
  • initiatief nemen: kunnen handelen en actief en ondernemend zijn
  • open en positieve houding: je kunt te maken krijgen met mensen die agressief, ongewoon of zich afwijzend gedragen toch moet je contact met hen kunnen maken en proberen een vertrouwensrelatie op te bouwen

Slide 3 - Slide

Wat betekent zelfredzaamheid
A
Is het onvermogen waarop iemand voor zichzelf kan zorgen
B
Is het vermogen waarop iemand voor zich laat zorgen
C
Is het vermogen waarop iemand voor zichzelf kan zorgen
D
Het op eigen benen staan

Slide 4 - Quiz

Het is jouw taak om te ondersteunen bij zelfredzaamheid en deze in kaart te brengen, hoe pak je dit aan?

Slide 5 - Open question

Wat betekent zelfstandigheid
A
Is het onvermogen waarop iemand voor zichzelf kan zorgen
B
Is het vermogen waarop iemand voor zich laat zorgen
C
Is het vermogen waarop iemand voor zichzelf kan zorgen
D
Het op eigen benen staan, de mate waarin iemand zonder hulp opdrachten kan uitvoeren

Slide 6 - Quiz

Het is heel verleidelijk om in de zorg taken over te nemen, waarom leert een cliënt daar eigenlijk niks van.

Slide 7 - Open question

wat is een particiaptiemaatschappij?

Slide 8 - Open question

2.2.5 vraaggericht werken
Bij vraaggericht werken staan de behoeften en wensen van de cliënt centraal. je coacht en stimuleert de cliënt en daagt hem uit om zelf verantwoordelijkheden te nemen voor het oplossen van zijn problemen. De regie ligt bij de ander!

Slide 9 - Slide

hoe pak je dit aan
  • laat de cliënt uitpraten
  • vul niet in voor een ander 
  • vraag door met open vragen 
  • probeer erachter te komen welke dingen iemand plezier geven
  • krijg inzicht in de wensen van mensen
  • observeer doelgericht
  • verdiep je in de achtergrond en sociale contacten van de cliënt
  • probeer om meerdere manieren te communiceren (pictogrammen/ plaatjes) 

Slide 10 - Slide

2.3 verschillende voorzieningen
  1. woonvoorziening (verpleeghuis, zorgcentrum, kleinschalig wonen)
  2. dagopvang (alleen opvang overdags) 
  3. nachtopvang (is bedoeld voor dak en thuislozen alleen in de nacht)
  4. begeleid wonen (wonen met begeleiding)
  5. vrouwenopvang (zie volgende sheet)
  6. crisisopvang (tijdelijk onderdak, begeleiding en hulp voor mensen die met spoed hun huis moeten verlaten)
  7. justitiële opvang (gevangenis, gedwongen verblijf)

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

intramurale zorg
A
zorg buiten de muren, zorg in je eigen huis
B
zorg binnen de muren, je woont in een instelling
C
ook wel ketenzorg genoemd is een combi van intra en extramurale zorg. meerdere bieden zorg aan
D
overdag naar een instelling voor een behandeling maar je woont en slaapt thuis

Slide 13 - Quiz

extramurale zorg
A
zorg buiten de muren, zorg in je eigen huis
B
zorg binnen de muren, je woont in een instelling
C
ook wel ketenzorg genoemd is een combi van intra en extramurale zorg. meerdere bieden zorg aan
D
overdag naar een instelling voor een behandeling maar je woont en slaapt thuis

Slide 14 - Quiz

semimurale zorg
A
zorg buiten de muren, zorg in je eigen huis
B
zorg binnen de muren, je woont in een instelling
C
ook wel ketenzorg genoemd is een combi van intra en extramurale zorg. meerdere bieden zorg aan
D
overdag naar een instelling voor een behandeling maar je woont en slaapt thuis

Slide 15 - Quiz

transmurale zorg
A
zorg buiten de muren, zorg in je eigen huis
B
zorg binnen de muren, je woont in een instelling
C
ook wel ketenzorg genoemd is een combi van intra en extramurale zorg. meerdere bieden zorg aan
D
overdag naar een instelling voor een behandeling maar je woont en slaapt thuis

Slide 16 - Quiz

2.5 Doelgroepen
  • kwetsbare ouderen
  • mensen met psychische en psychiatrische problematiek
  • dak en thuislozen
  • mensen met verslavingsproblematiek 
  • gedetineerden
  • mishandelde vrouwen
  • asielzoekers en of vluchtelingen 

Slide 17 - Slide

opdracht!
Lees blz 34 - 39 door uit je boek. beantwoord op de volgende sheets de vragen over deze bladzijdes uit je boek!

Slide 18 - Slide

Je hebt net over de verschillende doelgroepen gelezen welke doelgroep trekt jou het meest aan om mee te werken en leg uit waarom!

Slide 19 - Open question

Je hebt net over de verschillende doelgroepen gelezen welke doelgroep trekt jou het minst aan om mee te werken en leg uit waarom!

Slide 20 - Open question

je ziet in het boek bij 2.5.2 een heel rijtje met psychische aandoeningen staan. Op welke afdeling met welke aandoening zou je willen werken en waarom?

Slide 21 - Open question

Slide 22 - Video

wat doet het met jou na het zien van het afgelopen filmpje? Vind je het goed dat er hulpvoorzieningen zijn?

Slide 23 - Open question

Slide 24 - Video

wat zijn je werkzaamheden als MZ-er in de gevangenis?

Slide 25 - Open question

vrouwenmishandeling
We kijken de volgende les gezamenlijk een aflevering van Olcay en huiselijk geweld.
  • kindermishandeling
  • ouderenmishandeling
  • partnermishandeling
kijk alvast wat je te weten kan komen over bovenstaande onderwerpen

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

Hoe verloopt de procedure als je als asielzoeker in Nederland komt

Slide 28 - Open question

opdrachten maken
maken van de online opdrachten 1.2

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide