This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Herhaling hoofdstuk 4
Slide 1 - Slide
het streven van vorsten naar absolute macht
A
Ontdekkers en hervormers
B
Regenten en vorsten
C
Pruiken en revoluties
D
Burgers en stoommachines
Slide 2 - Quiz
Wat is de betekenis van het begrip abolitionisme?
Slide 3 - Open question
Eerste stand
Tweede stand
Derde Stand
Geestelijken
Adel
Burgers
Boeren
Privileges
Privileges
Betalen belastingen
Slide 4 - Drag question
Tekst
Onthoofding Lodewijk
Slag bij Waterloo
FR. constitutionele monarchie
Staatsgreep Napoleon
Begin FR revolutie
1799
1793
1815
1792
1789
Slide 5 - Drag question
Amerika is een bondsstaat, wat is dat?
A
Gezag is verdeeld tussen mannen
B
Gezag is verdeeld tussen werelddelen
C
Gezag is verdeeld tussen centrale overheid en deelstaten
Slide 6 - Quiz
De verlichte denkers waren voor de standenmaatschappij
A
Eens
B
Oneens
Slide 7 - Quiz
Wat is het verschil tussen het doel van de Amerikaanse ende Franse revolutie?
A
De burgers wilde meer inspraak in het bestuur in Frankrijk
B
In VS streden ze om onafhankelijkheid in FR niet
C
In FR ging het met veel meer geweld dan in de VS
D
In de VS was het de schuld van de indianen, in FR niet
Slide 8 - Quiz
Bij welke gebeurtenis pas deze afbeelding?
A
Bestorming van de Bastille
B
Amerikaanse burgeroorlog
C
Patriotten opstand
D
Bosten Tea Party
Slide 9 - Quiz
De stadhouder werd weggejaagd door de patriotten, hoe reageerde de koning van Pruisen? 1. Blij zo kon hij makkelijker zijn rijk vergroten 2. Geschrokken, hij ging zijn bondgenoot helpen