week 3.2, 90 min. H8, schooltaalwoorden, grondwoorden, gebruik woordenboek

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b, k, g
• Leerjaar 1

Woordenschat

In deze les:                                      90 min

• Inloop
• Lesopening

Klassikaal: 

- grondwoorden. 

Individueel: 

- Gebruik woordenboek

- maak zinnen. 

Evaluatie en reflectie ( 5 min) 

                            Hoofdstuk 8

             Thema: Schooltaalwoorden.

Doelen van de les: 

• Ik weet wat grondwoorden zijn.  
• Ik kan variaties van grondwoorden zoeken in het woordenboek. 
• Ik kan zinnen maken met de nieuwe woorden.

Nieuwe woorden hfdst. 8

Ga verder met het maken van de flitskaartjes.  

(Waarom staan de lidwoorden tussen haakjes?)

aangezien	argument
aanraden	hoofdzaak
inhouden	(het) nadeel
overtuigen	(de) stelling
toelichten	(het) voordeel

Grondwoorden 

Een grondwoord is het basiswoord zonder extra stukjes ervoor of erachter. 

Het is het woord zoals je het in een woordenboek kunt vinden.

Bijvoorbeeld: wandeling -> wandelen. 

Wat is het grondwoord van bespreking?

1. Bespreken
2. Spreken
3. Bespraak

Wat is het grondwoord van geleerd?

1. Leerzaam
2. Leren
3. Geleerdheid

Wat is het grondwoord van grootte?

1. Grootheid
2. Groter
3. Groot

Wat is het grondwoord van verwachting?

1. Verwachtbaar
2. Verwachten
3. Verwachtend

Zoek deze 3 woorden op in het woordenboek en maak er een zin mee. 

1. Aanrader

2. (Het) nadeel

3. Toelichting

Online hfdst. 8

woordenboek: opdracht 1, 2a, b, c, 3

Woordraadstrategieën: 1a, b, c, 

Woordbetekenissen 1a, b, 2a, b, c

 

Ik ken wat grondwoorden zijn.

1. ja
2. nee

Ik kan met behulp van het woordenboek variaties opzoeken van een grondwoord.

1. ja
2. nee