Les 23 Bijwoordelijke bepaling (bwb)

Lesplanning

* stillezen in je leesboek
* terugblik vorige lessen
* resultaten nulmeting
* oefeningen


Lesdoel

Aan het eind van de 
les kan/weet ik:
* bijwoordelijke bepalingen in een zin vinden.

timer
10:00
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Lesplanning

* stillezen in je leesboek
* terugblik vorige lessen
* resultaten nulmeting
* oefeningen


Lesdoel

Aan het eind van de 
les kan/weet ik:
* bijwoordelijke bepalingen in een zin vinden.

timer
10:00

Slide 1 - Slide

Zinsdelen benoemen
  1. Persoonsvorm (werkwoord / kan van tijd/getal veranderen)
  2. Onderwerp (wie + pv?  of wat + pv?)
  3. Gezegde (wg = alle ww in de zin of ng = alle ww incl. kww in deze zin + eigenschap/toestand)
  4. Lijdend voorwerp (wie/wat + gezegde + ow)
  5. Meewerkend voorwerp (aan of voor wie/wat + gezegde + ow + lv)
  6. Bijwoordelijke bepaling (alle overgebleven zinsdelen; geven tijd, plaats, reden of oorzaak aan)

Slide 2 - Slide

Ontleden
Jij bent een hele goede verhalenverteller.

pv =
ow =
gezegde (wg/ng?) =
lv =
mv =
timer
1:00

Slide 3 - Slide

Antwoord
Jij bent een hele goede verhalenverteller.

  • pv = bent
  • ow = jij
  • ng = bent [een hele goede verhalenverteller]
  • lv = x
  • mv = x

Slide 4 - Slide

Ontleden
Over een maand | zal | ik | op vakantie | gaan.

pv =
ow =
wg =
lv =
mv =
bwb =
timer
1:00

Slide 5 - Slide

Antwoord
Over een maand | zal | ik | op vakantie | gaan.

  • pv = zal
  • ow = ik
  • wg = zal gaan
  • lv = x
  • mv = x
  • bwb = Over een maand, op vakantie

Slide 6 - Slide

Ontleden
Vorige week hebben we het lijdend voorwerp en het meewerkend voorwerp behandeld. 

pv =
ow =
wg =
lv =
mv =
bwb =

timer
1:00

Slide 7 - Slide

Antwoord
Vorige week hebben we het lijdend voorwerp en het meewerkend voorwerp behandeld. 

  • pv = hebben
  • ow = we
  • wg = hebben behandeld
  • lv = het lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp
  • mv = x
  • bwb = Vorige week

Slide 8 - Slide

Resultaten nulmeting
Noteer je resultaat van de nulmeting bwb en bepaal welke keuzeopdrachten je gaat maken.

Slide 9 - Slide

ZELFSTANDIG WERKEN
Wat:
Maak de keuzeopdrachten o.b.v. jouw resultaat van de nulmeting.
Controleer je gemaakte opdrachten en noteer het resultaat.
<70%: volg de klassikale uitleg
Hoe:
Individueel in stilte tijdens klassikale uitleg.
Hulp:
Theorie: uit je boek of je aantekeningen
Antwoorden: staan in Teams
Docent (hand omhoog)
Tijd:
5 minuten
Klaar:
Volg de stappen in het gr.boekje
timer
5:00

Slide 10 - Slide

Bijwoordelijke bepaling (bwb)
Een bijwoordelijke bepaling geeft antwoord op de vragen: 
'waar?', 'wanneer?', 'waardoor?', 'waarom?', 'waarmee?', 'hoe?'.

En ook bijwoorden als; niet, wel, zeker, mogelijk, gelukkig en helaas zijn een bwb.

Slide 11 - Slide

Bijwoordelijke bepaling (bwb)
Benoem eerst de pv, ow, wg, lv en mv.

Je benoemt pas als laatste de bijwoordelijke bepalingen!

Slide 12 - Slide

Ontleden
Afgelopen weekend heeft Speedy heel hard in mijn vinger gebeten.

pv =
ow =
wg =
lv =
mv =
bwb =
timer
1:00

Slide 13 - Slide

Antwoord
Afgelopen weekend heeft Speedy heel hard in mijn vinger gebeten.
pv = heeft
ow = Speedy
wg = heeft gebeten
lv = X
mv = X
bwb = heel hard, in mijn vinger

Slide 14 - Slide

Ontleed de zin
In België / worden / ze / in de volksmond / ook / wel / muizenstrontjes  / genoemd.

Schrijf op: (als het zinsdeel niet voorkomt, noteer 'x')
pv = 
ow = 
wg = 
lv = 
mv =
bwb = 
timer
1:00

Slide 15 - Slide

Antwoord
In België worden ze in de volksmond ook wel muizenstrontjes genoemd.
pv = worden
ow = ze
wg = worden genoemd
lv =muizenstrontjes
mv = x
bwb = In België, in de volksmond, ook, wel

* bonus: Wat wordt zo genoemd in België? 

Slide 16 - Slide

ZELFSTANDIG WERKEN
Wat:
Maak de keuzeopdrachten o.b.v. jouw resultaat van de nulmeting.
Controleer je gemaakte opdrachten en noteer het resultaat.
Hoe:
Fluisterend overleggen
Hulp:
Theorie: uit je boek of je aantekeningen
Antwoorden: staan in Teams
Docent (hand omhoog)
Tijd:
5 minuten
Klaar:
Volg de stappen in het gr.boekje
timer
5:00

Slide 17 - Slide

Vraag
Steek het aantal vingers op dat correspondeert met het juiste antwoord.

In de middeleeuwen geloofden de meeste mensen in de kracht van hekserij. In de middeleeuwen = 

1. ow                              3. lv
2. pv                               4. bwb

Slide 18 - Slide

Vraag
Wat is de bwb in deze zin?

Wie wil dit morgen doen?

1. Er is geen bwb.
2. wil
3. dit
4. morgen

Slide 19 - Slide

Vraag
Wat is de bwb in deze zin?

Wij gaan altijd op de fiets naar school.

1. Er is geen bwb.
2. wij
3. gaan
4. altijd

Slide 20 - Slide