Les 2: Hulpwerkwoorden

Ik sliep zo lekker vannacht.

Ik heb vannacht zo lekker ...


1 / 8
next
Slide 1: Slide
TaalSpeciaal OnderwijsLeerroute 4

This lesson contains 8 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Ik sliep zo lekker vannacht.

Ik heb vannacht zo lekker ...


Slide 1 - Slide

Wat is dat extra werkwoord?
Ik sliep zo lekker vannacht.

Ik heb vannacht zo lekker geslapen.


Slide 2 - Slide

Wat leer je vandaag?
Ik kan zelfstandige werkwoorden 
en hulpwerkwoorden onderscheiden.

Slide 3 - Slide

Twee soorten werkwoorden
Zelfstandig werkwoord: Geeft de activiteit aan. 

Staat er één werkwoord in de zin? 
Dan is dat een zelfstandig werkwoord.

Peter sport veel.

Slide 4 - Slide

Twee soorten werkwoorden
Hulpwerkwoord: Helpt het voltooid deelwoord.

Staan er meer werkwoorden in een zin?
De persoonsvorm is dan het hulpwerkwoord.

Peter heeft veel gesport.

Slide 5 - Slide

Hulpwerkwoorden
Hulpwerkwoorden die vaak gebruikt worden zijn:

Hebben -> Ik heb gisteren afgewassen.
Zijn -> Hij is van de trap gevallen.
Worden -> Zij worden benadeeld door de scheidsrechter.

Slide 6 - Slide

Oefenen
Amanda draagt altijd een hoofddeksel.
Mensen hebben haar nooit zonder hoofddeksel gezien.
Amanda wordt Miss Hoedje genoemd.

Ik werd enorm geholpen door haar tips.

Ik heb veel geluk gehad.

Slide 7 - Slide

Aan de slag
Maak opdracht 1 en 2 (blz. 122 t/m 123).

Slide 8 - Slide