L3V Molberekeningen

1 / 25
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wist je dat je een mol kunt doorslikken ?

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen

Je kunt door gebruik te maken van het periodiek systeem een gegeven Mol van een stof omrekenen naar massa en van massa naar Mol.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Molecuulmassa
Wat is de molecuulmassa (molmassa of molaire massa) van:
  • 1 Mol AlCl₃
  • (1 x 26,98 + 3 x 35,45) = 133,33 u = 133,33 gram
  • 1 Mol C₆H₁₂O₆
  •  (6 x 12,01 + 12 x 1,008 + 6 x 16,00) = 180,16 u = 180,16 gram                                              

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Herhaling vorige les
Bepaal de Molecuulmassa
K3Fe(CN)6

Schrijf je berekening en antwoord in je schrift.

Slide 5 - Slide

CH3OH = 32,042 g/mol
PCL5 = 208,23 g/mol
FE2O3 = 159,69 g/mol
K3Fe(CN)6 = 329,25 g/mol
Mg(OH)2 = 58,320 g/mol
(NH4)2S = 68,142 g/mol
Wat is een mol?
9

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Wat is een Mol?

  • Mol = Hoeveelheid (zoals één dozijn)
  • In 1 mol stof zitten 6,02214129 x 10²³ deeltjes

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Video

This item has no instructions

Hoeveel watermoleculen passen er 
in een druppel water?

2 triljard

2.000.000.000.000.000.000.000

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Hoe kun je berekenen wat de massa is van een mol?

Nodig:
1. Molecuulformule
2. Periodiek Systeem

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Van Mol naar gram
Hoeveel gram weegt 1 Mol H₂O ?

Bereken de molecuul massa van H₂O
Schrijf alle atoommassa's op van de aanwezige elementen.
H = 1,008u x 2 = 2,016 u en O = 16,00 u
1 mol H₂O weegt dus 2,016 u + 16,00 u = 18,016 u = 18,016 gram

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

De massa van 2 mol water
1. Molecuulformule: H2O
2. Periodiek Systeem:
                                          H: 1,0 g/mol x2
                                          O: 16,0 g/mol x1 
                                          _________________+
                                         18,0 g/mol
3. Van mol naar gram:
                                            

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Zelf uitrekenen

Bereken de massa van 5 mol CH4

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

De massa van 5 mol aardgas
1. Molecuulformule: CH4
2. Periodiek Systeem:
                                          H: 1,0 g/mol x4
                                          C: 12,0 g/mol x1 
                                          _________________+
                                         16,0 g/mol
3. Van mol naar gram:
                                            

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Zelf aan de slag 
Oefenen van Mol naar Gram

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Evaluatie leerdoel
Je kunt door gebruik te maken van het periodiek systeem een gegeven Mol van een stof omrekenen naar massa en van massa naar Mol.


Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Hoeveel mol is aanwezig in
4 gram waterstof?
1. Molecuulformule: H2
2. Periodiek Systeem Molmassa: 
                  H: 1,008 g/mol x2 = 2,016 g/mol
3. Van gram naar mol:
 n = m/Mw = 4 / 2,016 = 1,98 Mol H2
                                            

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Hoeveel mol is aanwezig in
128 gram zuurstof?
1. Molecuulformule: O2
2. Periodiek Systeem Molmassa:  O: 16,0 g/mol x2 = 32,00 g/mol
3. Van gram naar mol:
                                            

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Bepaal het aantal Mol
20 gram BaCO3
75 gram KCl
60 gram NO
20 gram SO3
0,3 kg Na2S

Slide 21 - Slide

Mw BaCO3 = 197,31 g/mol
n = 20 / 197,31 = 0,10 mol

Mw = KCl = 74,55 g/mol
n = 75 / 74,55 = 1,0 mol

Mw = NO = 30,01 g/mol
n = 60 /30,01 = 2 mol

Mw = SO3 = 80,06 g/mol
n = 20 / 80,06 = 0,25 mol

78,04 g/mol
n = 300 / 78,04 = 3,84 mol
Plaats hier een foto van je antwoorden

Slide 22 - Open question

This item has no instructions

Bepaal het aantal gram
1 mol HgS
3 mol Ag3PO4
2 mol MgSO4
1 mol NH4NO3
2 mol Na2C2O4

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Plaats hier een foto van je antwoorden

Slide 24 - Open question

This item has no instructions

Aan de slag - Huiswerk 
Lezen 
Leren en maken vervangende lesstof 
Oefenopgave 1 en 2 
Volgende week - SO molberekeningen (herkansbaar) 

Slide 25 - Slide

This item has no instructions