Lezen - les 6

Donderdag 16 oktober 2025
1 / 41
next
Slide 1: Slide
LezenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 41 slides, with text slides.

Items in this lesson

Donderdag 16 oktober 2025

Slide 1 - Slide

Lesdoel:
De student kan aan het einde van de les een vrij gedicht schrijven.

Slide 2 - Slide

Vorige week?

Slide 3 - Slide

De komende twee periodes:

In totaal 5 opdrachten - verwerken in word document

+ Korte reflectie

Inleveren voor 18 november 23:59

Slide 4 - Slide

Programma

  • Lezen 
  • Opdracht 4: Van ding tot dierengedicht
  • Aan de slag 

Slide 5 - Slide

Welk boek? Waarom?
Ook een opdracht aan vast (Opdracht 5)

Slide 6 - Slide

Boekensushi

Slide 7 - Slide

timer
10:00
Lezen

Slide 8 - Slide

Wat hebben jullie gelezen?

Slide 9 - Slide

timer
5:00

Slide 10 - Slide

Opdracht: 

Schrijf een kort nieuwsbericht van 5 tot 8 zinnen over het verhaal dat we hebben gelezen.
Gebruik de volgende punten:
Een pakkende titel of krantenkop.
De belangrijkste gebeurtenis in 1 of 2 zinnen.
Een detail of citaat van een personage (“Volgens de hoofdpersoon…”).
Een afsluitende zin: wat is de afloop of nasleep...

Wie – Wat – Waar – Wanneer – Waarom – Hoe

Slide 11 - Slide

Opdracht 1: Lemma

Slide 12 - Slide

Lemma:
Een lemma betekent eigenlijk gewoon een basiswoord in een woordenboek.
Opdracht 1 Lemma

Slide 13 - Slide

Wat schrijf je exact op?

Het woord zelf – het lemma.
De betekenis – kort en duidelijk uitgelegd.
Een voorbeeldzin – waarin het woord gebruikt wordt.
Eventueel extra info – zoals een uitspraak, vervoeging, of verwante woorden.

Slide 14 - Slide

timer
0:25

Slide 15 - Slide

Opdracht 3: Het vrije vers

Slide 16 - Slide

Stappenplan
1. Je kiest een onderwerp uit: bijvoorbeeld: liefde of oorlog.
2. Schrijf zoveel mogelijk woorden op die bij je opkomen als je aan dit onderwerp denkt. ( je moet ze later kunnen uitknippen)




Slide 17 - Slide

Stappenplan
3. Knip de losse woorden uit
4. Zet de woorden in een logische volgorde 
5. Puzzel er nog wat aan, zodat je tevreden bent.
 Je mag er extra woorden aan toevoegen
5. Maak een foto van het eindresultaat en typ vervolgens het vers uit. 

Slide 18 - Slide

Brainstorm: woordspin in tweetallen
Bedenk zoveel mogelijk voorwerpen waarin je iets kunt bewaren
timer
5:00
bewaarvoorwerpen
----- luciferdoosje

Slide 19 - Slide

Vragen bij gedicht 'heppie'
1. Waar gaat het gedicht over?
2. Wat voor een gevoel wil de dichter overdragen?
3. Wat klopt er niet aan dit gedicht?
4. Waarom heeft de dichter hier voor gekozen?
5. Dus wat is de meerwaarde?
6. Probeer het gedicht “Heppie” te verbeteren!

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Aan de slag

Slide 24 - Slide

Opdracht 4: Van ding tot dierengedicht
Stap 1: Kies een voorwerp

Vraag jezelf af: “Op welk dier lijkt dit voorwerp?”
Bijvoorbeeld:

Een kapstok lijkt op een inktvis (met armen).

Een theeglas lijkt op een kwal (met een ronde vorm).

De ogen van een schaar lijken op die van een uil.

Gebruik je fantasie!

Slide 25 - Slide

Opdracht 4: Van ding tot dierengedicht
Stap 2 : Beschrijf je dier

Schrijf een korte beschrijving zodat de lezer zich jouw ‘nieuwe dier’ goed kan voorstellen.
Beantwoord bijvoorbeeld deze vragen:
Waar woont het?
Wat doet het?
Hoe voelt het aan?
Is het lief, vals, gevaarlijk of juist grappig?
Welke kleur heeft het?
Hoe groot of klein is het?
Wat eet of drinkt het?

Maakt het een geluid?

Slide 26 - Slide

Opdracht 4: Van ding tot dierengedicht
Stap 3 : Nieuwsbericht

Doe alsof jij een wetenschapper of journalist bent die een nieuw dier ontdekt heeft.
Schrijf een kort nieuwsbericht over je ontdekking:

Beschrijf hoe het dier eruitziet.
Vertel waarom het zo bijzonder is.
Gebruik veel fantasie!



Slide 27 - Slide

Opdracht 4: Van ding tot dierengedicht
Stap Stap 4: Maak er een gedicht van

Herschrijf je tekst tot een gedicht van maximaal 8 regels.
Schrap woorden die niet nodig zijn — houd het kort en krachtig.
De laatste regel begint met “Ik” (die regel gaat over wat jij vindt of voelt over het dier).
Het laatste woord van de laatste regel rijmt op het laatste woord van de eerste regel.

 Tip: Laat in je laatste regel je mening doorklinken: wat vind jij van dit dier?



Slide 28 - Slide

Opdracht 4: Van ding tot dierengedicht
Stap 5: Deel & teken

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Vragen bij het gedicht:

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Het vrije vers
Gedichten zonder een bepaalde vaste gedichtvorm:
- Geen vast ritme
- Geen vast rijmschema
- Geen vaste lengte

Slide 37 - Slide

Voorbeeld 1: vorm
Ondanks dat we deze tekst niet kunnen lezen, zie je toch direct dat het een gedicht is.
Hoe komt dat? 

Slide 38 - Slide

Voorbeeld 2: met rijm

Slide 39 - Slide

Voorbeeld 3: zonder rijm

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide