LES 3- K/T - Water en weer / de watersnoodramp

LES 3: Water en weer - Watersnoodramp '53
1 / 24
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

LES 3: Water en weer - Watersnoodramp '53

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
  • Je weet hoe wind ontstaat
  • Je weet hoe regen, hagel (zie LES 1) en storm ontstaan 
  • Je kan uitleggen hoe de watersnoodramp ontstond
  • Je kan beschrijven wat de gevolgen waren van de watersnoodramp

Slide 2 - Slide

Wat is wind?
  • Wind: is lucht die beweegt. Het stroomt van gebieden met veel lucht naar gebieden met weinig lucht. Die druk van de lucht noemen we ook wel luchtdruk. Er zijn hoge en lage luchtdrukgebieden. 
  • Windrichting: dit de richting waar de wind naar toe waait. In het weerbericht wordt de wind met een windroos aangegeven. Een voorbeeld van een windrichting is ZW. 
  • Windkracht: windkracht wordt vaak weergeven in Beaufort afgekort BFT. Windkracht 0 betekent windstil en windkracht 12 betekent orkaankracht.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Luchtdrukgebieden
  • Luchtdruk, de druk van lucht op de aarde verschilt per regio. De luchtdruk kan je meten met een barometer.

Slide 5 - Slide

Luchtdrukgebieden
  • Lagedrukgebied: Dit is een gebied met een lage luchtdruk, aangeduid op kaarten met een L. Als er een lagedrukgebied aan komt, krijg je regen en ander slecht weer. Bij een lagedrukgebied is er sprake van stijgende lucht die kouder wordt en condenseert. Door het condenseren ontstaan wolken met neerslag.
  • Hogedrukgebied: Bij een hogedrukgebied (H) is er sprake van dalende lucht, waardoor de druk aan het aardoppervlak toeneemt. Door de droge dalende lucht kunnen er geen wolken ontstaan en vind je vaak rustig en helder weer bij hogedrukgebieden.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Slide

Het ontstaan van storm
Altijd een lage luchtdruk gebied en is een zeer harde wind. We noemen het ook wel een depressie. Storm wordt weer gegeven met windkracht. Deze waarden staan op de schaal van Beaufort. 


Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Springtij
Getijden: wisseling van de waterstand -> eb is laag water, vloed is hoogwater
Wordt veroorzaakt door de zwaartekracht van de maan i.c.m. het ronddraaien van de aarde.  

Springtij is de periode van het getij waarin het verschil tussen hoog- en laagwater het grootst is. De vloed komt hoger dan gemiddeld en de eb is lager dan gemiddeld. Komt iedere 15 dagen voor. (Extra uitleg)


Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Watersnoodramp
De watersnood in Zuidwest-Nederland op 1 februari 1953 werd veroorzaakt door een stormvloed als gevolg van een diep lagedrukgebied en daarmee gepaard gaande zware noordwesterstorm, in combinatie met springtij.


Slide 14 - Slide

Gevolgen van de watersnoodramp

Slide 15 - Slide

Gevolgen van de watersnoodramp

Slide 16 - Slide

Gevolgen van de watersnoodramp

Slide 17 - Slide

Huiswerk
Bekijk de uitgebreide uitleg over de Watersnoodramp

Slide 18 - Slide

Wat te doen tijdens corona verveling....


Slide 19 - Slide

HAVO lesstof
Wat is de wet van Buys Ballot?

De wet van Buys Ballot is een bekende natuurkundige wet over de afwijkingen in de wind. De wet wordt vooral veel in de meteorologie gebruikt. De wet is vernoemd naar de Nederlandse wetenschapper Christophorus Buys Ballot.


Slide 20 - Slide

Wet van Buys Ballot
Zoals men al voor het ontstaan van de wet wist was dat wind een stroming is van het hogedrukgebied naar een lagedrukgebied. Echter gaat de wind nooit direct van een hoge- naar een lagedrukgebied. 

Dit heeft te maken met het draaien van de Aarde; er is dus een afwijking. De wet van Buys Ballot stelt dat deze afwijking op het noordelijk halfrond altijd naar rechts, terwijl deze op het zuidelijk halfrond altijd naar links is.


Deze wet kan worden gebruikt bij het verklaren van het klimaat in een bepaalde regio en waarom er in een regio zo veel of zo weinig regen valt.

Slide 21 - Slide

Wet van Buys Ballot?
Door de draaiing van de aarde heeft de wind op het noordelijk halfrond een afwijking naar rechts


Op het zuidelijk halfrond naar links.

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Video