Les 26 12112019

Bonjour!
Mardi, le 12 novembre

Entre, assieds-toi et prends ton iPad et tes livres!
1 / 24
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Bonjour!
Mardi, le 12 novembre

Entre, assieds-toi et prends ton iPad et tes livres!

Slide 1 - Slide

Apprends Vocabulaire A + B fnnf

De komende 10 minuten leer je bron A + B fnnf!
Het is helemaal stil!
timer
10:00

Slide 2 - Slide

Aujourd'hui

Bron C: Herhaling
Exercice 14: Klassikaal nakijken

Slide 3 - Slide

Aujourd'hui
Exercice 12: Chanson - klassikaal
Bron C: Uitleg

Slide 4 - Slide

Bron C: Pers. vnw. als lv.

Het persoonlijk voornaamwoord als lijdend voorwerp.

Slide 5 - Slide

Wat is in deze zin het lv?
Wat doe jij met je zakgeld?

Ik geef mijn zakgeld uit aan kleding.

Slide 6 - Slide

Wat is in deze zin het lv?
Ik geef mijn zakgeld uit aan kleding.

Ik kan dus ook zeggen:
Ik geef het uit aan kleding.



Slide 7 - Slide

Wat is in deze zin het lv?
Neem je een foto?

Ja, ik neem een foto.

Slide 8 - Slide

Wat is in deze zin het lv?
Ja, ik neem een foto.

Ik kan dus ook zeggen:
Ik neem hem.



Slide 9 - Slide

Van het NL naar het FA:
In het Nederlands vervang je dan het lijdend voorwerp door:
  • het
  • hem 
  • haar
  • ze
Dit hangt af van wat je vervangt en waardoor.

Slide 10 - Slide

Van het NL naar het FA:
In het Frans vervang je dan het lijdend voorwerp door:
  • le
  • la 
  • l'
  • les
Dit hangt af van wat je moet vervangen.

Slide 11 - Slide

Het lijdend voorwerp is:
  • mannelijk: le/l'
  • vrouwelijk: la/l'

  • les: meervoud

Slide 12 - Slide

Mannelijk lijdend voorwerp:
Tu as un livre?

un livre = mannelijk = le

Slide 13 - Slide

Vrouwlijk lijdend voorwerp:
Tu as une voiture?

une voiture = vrouwlijk = la

Slide 14 - Slide

Meervoud lijdend voorwerp:
Tu as des photos?

des photos = meervoud = les

Slide 15 - Slide

Plaats in de zin:
  • Voor de persoonsvorm
  • Voor een infinitif (een heel werkwoord, niet vervoegd)

Slide 16 - Slide

Plaats mannelijk l.v.:
Tu as un livre?
un livre = mannelijk = le

Oui, je le lis. (Ja, ik lees hem; voor de persoonsvorm)
Oui, je vais le lire. (Ja, ik ga hem lezen; voor een infinitif)

Slide 17 - Slide

Plaats vrouwlijk l.v.:
Tu as une voiture?
une voiture = vrouwlijk = la

Oui, je la conduis. (Ja, ik rijd haar; voor de persoonsvorm)
Oui, je vais la conduire. (Ja, ik ga haar rijden; voor een infinitif)

Slide 18 - Slide

Plaats meervoud l.v.:
Tu as des photos?
des photos = meervoud = les

Oui, je les prends. (Ja, ik neem ze; voor de persoonsvorm)
Oui, je vais les prendre. (Ja, ik ga ze nemen; voor een infinitif)


Slide 19 - Slide

Wanneer l'?
Tu as un livre?
un livre = mannelijk = le
Tu as une voiture?
une voiture = vrouwlijk = la
Oui, je l'ai. (Ja, ik heb hem; voor klinker of stomme "h")
Oui, je l'ai. (Ja, ik heb haar; voor klinker of stomme "h")
Dit geldt ook als le of la voor een infinitif staat met een klinker of stomme "h".

Slide 20 - Slide

Et maintenant:
Exercice: 14 klassikaal nakijken

Nog vragen over bron D (afgelopen vrijdag)

Slide 21 - Slide

A toi maintenant!

Fais Bron E:
Exercice: 19A + 19B
Klaar: Online methode Slim Stampen!

Slide 22 - Slide

Les devoirs pour jeudi 14 novembre:

Apprends: Vocabulaire A + B fnnf
Apprends: Grammaire C 
Fais: Exercice 19A + B
Mardi 19 novembre 2019, 1e 

SO Bron A + B + C + D

Slide 23 - Slide

Wat neem je mee uit deze les?

Slide 24 - Open question