6.6 Titraties

6.6 Titraties
1 / 40
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

6.6 Titraties

Slide 1 - Slide

Wat moet je kennen en kunnen?
  • Je kunt de handelingswijze bij een titratie beschrijven.
  • Je kunt de begrippen eindpunt en kleuromslag beschrijven.
  • Je kunt de concentratie van een zuur in een oplossing berekenen met behulp van een titratie. 
  • Je kunt de concentratie van een base in een oplossing berekenen met behulp van een titratie. 

Slide 2 - Slide

Titreren
Manier om de hoeveelheid zuur of base in een oplossing te bepalen.

Dat doe je door 2 proeven te doen:

1:  met een oplossing waarvan je de hoeveelheid zuur weet,
2: met een oplossing die je wilt onderzoeken

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Video

Titreren
Manier om de hoeveelheid zuur of base in een oplossing te bepalen.

Dat doe je door 2 proeven te doen:

1:  met een oplossing waarvan je de hoeveelheid zuur weet,
2: met een oplossing die je wilt onderzoeken

Slide 6 - Slide

Titratie-opstelling

Slide 7 - Slide

  1. Afmeten van een aantal mL zuur van bekende sterkte
  2. Indicator toevoegen
  3. x mL base toevoegen tot het omslagpunt van de indicator
  4. Uitkomst hiervan: gegeven
  5. Afmeten van hetzelfde aantal mL zuur van onbekende sterkte
  6. x mL base toevoegen tot het omslagpunt van de indicator
  7. Uitkomsten in een verhoudingstabel zetten
  8. Rekenen

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Wat kun je bepalen met titratie?

Slide 22 - Open question

Als ik de concentratie van azijnzuur wil bepalen, wat voor stof zit er in de buret?
A
Azijnzuur in oplossing
B
Indicator
C
Basische oplossing

Slide 23 - Quiz

Wanneer ben je klaar met titreren?

Slide 24 - Open question

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Voorbeeld vraag:
In de warenwet staat dat keukenazijn minimaal 4 gram azijnzuur per 100 mL moet bevatten. Dit kun je m.b.v. een titratie controleren

Eerst wordt er 25 mL keukenazijn afgemeten en in een erlenmeyer gedaan. Daaraan is 2 druppels fenolftaleïne toegevoegd.
 Na toevoeging van 19,4 mL natronloog slaat de kleur van de indicator om. 

Gegeven: 1 mL natronloog komt overeen met 55 mg azijnzuur
Vraag: voldoet deze keukenazijn aan de eis van de warenwet?

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Voorbeeld vraag:
Aan een fles huishoudammonia is per ongeluk water toegevoegd. Rick en Costa krijgen de opdracht om van deze verdunde huishoudammonia de ammoniakconcentratie bepalen.
Ze meten 10 mL verdunde huishoudammonia af en doen dit in een erlenmeyer. Ze voegen indicator toe en zoutzuur totdat de kleur van de indicator omslaat. Ze hebben 9.6 mL zoutzuur toegevoegd.
Gegeven: 1 mL zoutzuur komt overeen met 24 mg ammoniak
Vraag: Wat is de concentratie ammoniak (g/L) van de verdunde huishoudammonia?

Slide 39 - Slide

Wat moet je kennen en kunnen?
  • Je kunt de handelingswijze bij een titratie beschrijven.
  • Je kunt de begrippen eindpunt en kleuromslag beschrijven.
  • Je kunt de concentratie van een zuur in een oplossing berekenen met behulp van een titratie. 
  • Je kunt de concentratie van een base in een oplossing berekenen met behulp van een titratie. 

Slide 40 - Slide