Les 2 - Eigenschappen en gewoontes

• Burgerschap
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

Dit ben ik!

Karaktereigenschappen 

Lesplanning 

1. Doelen van de les
2. Uitleg eindopdracht periode 1
3. Begrip: karaktereigenschap en gewoontes
4. Opdracht 
5. Opdracht nabespreken
6. Doelen van de les nabespreken 

Doelen van de les

Leerdoel: je leert iets persoonlijks te delen met de klas. 

Lesdoel: 
Aan het einde van de les weet je wat een eigenschap is en kun je een voorbeeld geven van gewoonte die daar bij past. 

Eindopdracht 

Je maakt een ID kaart met informatie over jezelf. 

Door jouw collage leren we jou goed kennen. 

Je presenteert jouw ID kaart aan de klas. 

Eigenschappen / gewoontes

Lees met de klas de tekst op het werkblad

• Een karaktereigenschap hoort bij ons 
• Een gewoonte kunnen wij veranderen. 
  
  
• Er bestaan geen negatieve karaktereigenschappen, wel negatieve gewoontes. Gelukkig kunnen wij gewoontes veranderen!

Opdracht 

Lees de lijst met karaktereigenschappen.

Zoek drie karaktereigenschappen uit die bij jou passen.

Schijf dit woord over in de zin.

Schijf op welke gewoonte wij kunnen zien bij jou. 

Voorbeeld

• Ik heb de karaktereigenschap rustig, dat merk je doordat ik soms stil ben in de klas.
  
  
• Ik heb de karaktereigenschap druk, dat merk je door dat ik altijd door de klas praat.

Ik vind jou.....

Loop door de klas in stilte

Docent klapt in handen

Vertel tegen de persoon die bij jou staat de eigenschap die je bij hem/ haar herkent. 

Docent klapt in handen en je loopt verder. 

Ik vind jou....

Nabespreken opdracht 

• Wij accepteren verschillen van elkaar. 
• Wij luisteren naar elkaar 
• Wij hebben respect voor de ander. 

Nabespreken doelen

Is het spannend om iets persoonlijk te delen met de klas. 

Wat maakt het spannend? 

Lesdoel: 
Wat is een eigenschap? 

Wat is een gewoonte? 

Extra - quiz

Een karaktereigenschap kun je makkelijk veranderen.

1. Goed
2. Fout

Een gewoonte is aangeleerd.

1. Goed
2. Fout

Een voorbeeld van een karaktertrek is:
snel gaan vechten.

1. Goed
2. Fout

Een voorbeeld van een karaktertrek is:
temperamentvol.

1. Goed
2. Fout

De gewoonte 'mensen uitlachen' kun je afleren.

1. Goed
2. Fout