steunles werkwoordspelling les 1: pv tt, pv vt

Steunles WERKWOORDSPELLING
LES 1: pv tt en pv vt
 
 Havo 1 P1 2020-2021
1 / 43
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 43 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Steunles WERKWOORDSPELLING
LES 1: pv tt en pv vt
 
 Havo 1 P1 2020-2021

Slide 1 - Slide

Schrijf van de volgende zinnen het onderwerp en de persoonsvorm tegenwoordige tijd op.

Slide 2 - Slide

1. aarzelen    Onder aan de helling blijft Hans staan, hij ....

Slide 3 - Slide

antwoord
 hij aarzelt

Slide 4 - Slide

2. fluisteren    “Wacht hier beneden,”... Annet, “ik kruip omhoog om te zien of alles veilig is.”

Slide 5 - Slide

antwoord
fluistert  Annet

Slide 6 - Slide

3. buigen    Ze stapt van het pad en ... voorzichtig de takken van de duindoorn opzij.

Slide 7 - Slide

Antwoord
Ze buigt

Slide 8 - Slide

4. klauteren    Als een kat ... ze omhoog langs de steile, zanderige helling.

Slide 9 - Slide

Antwoord
klautert ze

Slide 10 - Slide

5. beseffen    Hans ... dat het Annet is die de meeste risico’s neemt. Toch is ze niet roekeloos

Slide 11 - Slide

Antwoord
Hans beseft

Slide 12 - Slide

6. wagen    Maar hij hoort het haar nog zeggen: “Jij ... gewoon te weinig.”

Slide 13 - Slide

Antwoord
Jij waagt

Slide 14 - Slide

7. bonzen    Hij zit veilig beneden, toch ... zijn hart in zijn keel, alsof hij zelf omhoog klimt.

Slide 15 - Slide

Antwoord
bonst zijn hart

Slide 16 - Slide

8. naderen    Ze ... de top en laat zich op haar buik vallen en kruipt de laatste meters.

Slide 17 - Slide

Antwoord
Ze nadert

Slide 18 - Slide

9. duwen    Heel langzaam … ze een paar hoge pollen helmgras omlaag.

Slide 19 - Slide

Antwoord
duwt ze

Slide 20 - Slide

10. blikkeren    Het zonlicht ... op het witte zand van de duinvallei.

Slide 21 - Slide

Antwoord
Het zonlicht blikkert

Slide 22 - Slide

11. turen    Hans ... naar boven om te zien of zij het gebaar maakt dat hij kan volgen.

Slide 23 - Slide

Antwoord
Hans tuurt

Slide 24 - Slide

12. worden    “Ik … hier doodzenuwachtig van,” denkt hij, “had ik mijn poot maar stijf gehouden.”

Slide 25 - Slide

Antwoord
Ik word

Slide 26 - Slide

13. rekenen    “We gaan naar de boswachter,” had hij gezegd, “die ... vakkundig met zo’n stroper af.

Slide 27 - Slide

Antwoord
die rekent

Slide 28 - Slide

14. verlangen    “Jij … ook nooit eens naar een avontuurtje,” was haar reactie geweest.

Slide 29 - Slide

Antwoord
jij verlangt

Slide 30 - Slide

15. houden    “Ik ... er nu eenmaal van om iets spannends te doen.”

Slide 31 - Slide

Ik houd

Slide 32 - Slide

Schrijf van de volgende zinnen het onderwerp en de persoonsvorm verleden tijd op.

Slide 33 - Slide

gebruiken          Tot 1500 ..... kooplui karavaanwegen om oosterse producten te vervoeren.

Slide 34 - Slide

gebruikten kooplui

Slide 35 - Slide

leiden Zo’n karavaanweg ..... dwars door Azië naar Klein-Azië of de Egyptische kust.

Slide 36 - Slide

Antwoord
Zo’n karavaanweg leidde

Slide 37 - Slide

richten Daar ...... men stapelplaatsen in die goed bewaakt werden.

Slide 38 - Slide

Antwoord
richtte men

Slide 39 - Slide

ophalen Italiaanse schepen uit Venetië en Genua ...... die goederen op.

Slide 40 - Slide

Antwoord
Italiaanse schepen uit Venetië en Genua haalden

Slide 41 - Slide

veranderen   Deze situatie ... in 1498.

Slide 42 - Slide

Deze situatie veranderde

Slide 43 - Slide