This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Leesvaardigheid
Hoofdstuk 42
Slide 1 - Slide
Wat weet je nog?
Slide 2 - Mind map
Lesdoelen
- Je leert hoe je hoofd- en bijzaken in een tekst kunt vinden;
- Je kunt de hoofdzaken van een tekst kort samenvatten.
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
Hoofdzaken
- alle belangrijke zaken die over een onderwerp worden gegeven;
- hoofdzaken lees je vaak in de inleiding, in het slot en in de kernzin van elke alinea;
- tussenkopjes en anders gedrukte woorden kunnen ook helpen om hoofdzaken te vinden.
Slide 5 - Slide
Bijzaken
- de minder belangrijke informatie over het onderwerp;
- bijzaken kun je weglaten in een tekst, het belangrijkste blijft over.
Slide 6 - Slide
HOOFDZAKEN
- meestal aan het begin of het einde
- feiten, jaartallen of eigenschappen
Samenvatting:
alleen hoofdzaken opschrijven
BIJZAKEN
- extra uitleg en voorbeelden
- maken de tekst leuker,
duidelijker en beter te begrijpen
Slide 7 - Slide
Wat is de hoofdzaak? De burgemeester bezocht afgelopen zaterdag mevrouw de Jong voor haar honderdste verjaardag. Mevrouw de Jong woont in een verzorgingshuis.
A
De burgemeester bezocht afgelopen zaterdag mevrouw de Jong voor haar honderdste verjaardag.
B
Mevrouw de Jong woont in een verzorgingshuis.
Slide 8 - Quiz
Wat is de hoofdzaak? Alle leerlingen van klas twee hebben voor de herfstvakantie de boswachter geholpen. De leerlingen moesten op de fiets naar het bos. In het bos werden ze in groepen ingedeeld.
A
Alle leerlingen van klas twee hebben voor de herfstvakantie de boswachter geholpen.
B
De leerlingen moesten op de fiets naar het bos.
C
In het bos werden ze in groepen ingedeeld.
Slide 9 - Quiz
Wat is het verschil tussen een hoofd- en bijzaak?
A
Een hoofdzaak is het belangrijkste in een tekst
B
Een bijzaak is het belangrijkste in een tekst
C
Een hoofdzaak is minder belangrijk in een tekst
D
Een bijzaak is minder belangrijk in een tekst
Slide 10 - Quiz
Is deze zin uit de tekst een hoofd- of bijzaak?
Dankzij dit enorme project is ZuidwestNederland stukken beter beveiligd tegen overstromingen.
A
Hoofdzaak
B
Bijzaak
Slide 11 - Quiz
Waarom zijn signaalwoorden belangrijk bij het bepalen van de hoofd- en bijzaken?
timer
0:30
A
Signaalwoorden bepalen wat een hoofd- of bijzaak is.
B
Signaalwoorden geven aan wanneer er een hoofdzaak volgt.
C
Signaalwoorden kunnen aangeven dat er een hoofd- of bijzaak volgt.
D
Signaalwoorden geven aan wanneer er een bijzaak volgt.
Slide 12 - Quiz
Juist of Onjuist? Zowel hoofd- als bijzaken vind je in de kernzinnen van de tekst.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 13 - Quiz
Een kernzin bevat ....
A
hoofdzaken
B
bijzaken
C
hoofd- en bijzaken
Slide 14 - Quiz
Voor een samenvatting heb ik nodig de...
A
hoofdzaken
B
bijzaken
C
hoofd- en bijzaken
Slide 15 - Quiz
Maken?
Hoofdstuk 42: opdracht 1 t/m 7
Antwoord in hele zinnen. Neem altijd een stukje vraag mee in je antwoord.
Klaar? Kom het extra werkblad halen bij de docent.
Slide 16 - Slide
Geleerd?
- Je weet hoe je hoofd- en bijzaken in een tekst kunt vinden;
- Je weet de hoofdzaken van een tekst kort samenvatten.