Cours du 16 octobre

Toetsbespreking & introduction chapitre 2
Cours du 16 octobre
1 / 15
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Toetsbespreking & introduction chapitre 2
Cours du 16 octobre

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Ce cours

⭐️ Le programme d'aujourd'hui
⭐️ Le check in: Jullie feedback
⭐️ Toetsbespreking + mededeling
⭐️ Een sleepopdrachtje
⭐️ Introduction chapitre 2
⭐️ Uitleg tâche
⭐️ Les devoirs
⭐️ Billet de sortie
Wat leer je in deze les?

👉🏼 Waar je sterke en ontwikkelpunten liggen wat betreft de stof van chapitre 1

👉🏼 Waar chapitre 2 over gaat

👉🏼 Wat de tâche inhoudt

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Jullie feedback
Billet de sortie van vorige week

10 minuten SlimStampen behouden

De structuur van de lessen behouden
Een so over de woordjes zou fijn zijn
✅ Gaan we doen. Mijn voorstel: Na paragraaf D een so over de woordjes van A & B + phrases-clés van C en een stukje grammaire van D.

Iets minder snel door de stof heen gaan
✅ Mijn voorstel: Per les een paragraaf (of 2 als het om spreken gaat) en meer oefenen met het thema van de paragraaf

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

We gaan nu de toetsbespreking doen. Zodra je je toets terug hebt gekregen van mij mag je hem inzien en loop ik rond voor eventuele vragen over de toets.

Mededeling: Wil je (een deel van) de toets herkansen? Dat kan tijdens huistijd op 29 oktober van 10:00 tot 10:45 in lokaal De Ontdekking.
Toetsbespreking + mededeling

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

faire du vélo
faire du cheval
faire du foot
nager
lire
sortir le chien
chanter
se reposer
bavarder
jouer à la console
fietsen
paardrijden
voetballen
zwemmen
lezen
de hond uitlaten
zingen
uitrusten
kletsen
gamen

Slide 5 - Drag question

This item has no instructions

Introduction chapitre 2
Naam van het hoofdstuk: Du temps pour moi (Tijd voor mezelf)

Je gaat zo een filmpje bekijken over activiteiten die je kunt doen in de bergen van Frankrijk. Welke activiteiten zijn dat allemaal? 

➡️ Overleg na het kijken met degene naast je wat je voorbij hebt zien komen en of het activiteiten zijn die jullie ook zouden willen ondernemen.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Je kunt onder andere skiën in Frankrijk. Waar in Frankrijk ligt het grootste skigebied? Zoek het samen met degene naast je op (via Google).

En de hoogste bergen in Frankrijk?
De langste piste in Frankrijk?

Vul jullie antwoorden in bij exercice 2.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Klaar met exercice 2? Maak dan exercice 3. Mag samen met degene naast je of individueel. De woorden die je hierbij kunt gebruiken zijn de woorden van de sleepopdracht. Welke weet je nog? 👀

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Voor chapitre 2 ga je een 'tâche' (taak) maken. Hier krijg je een letter op die ook in Som komt te staan. De tâche lever je pas aan het einde van chapitre 2 in.

Wat houdt de tâche precies in? De tâche is een spreekopdracht waarbij je vertelt over je vrije tijd in het Frans. Je maakt individueel een korte vlog over wat jij doet in je vrije tijd.

Ter verduidelijking
1️⃣ Het filmpje duurt maximaal twee minuten.
2️⃣ Je doet alles uit het hoofd en leest dus niks voor.
3️⃣ Je gebruikt de phrases-clés en de vocabulaire van chapitre 2 en maakt er eigen zinnen van (die op jou van toepassing zijn).
4️⃣ Het beoordelingsformulier komt deze week nog op Itslearning te staan.
5️⃣ Je levert het filmpje in via het inleverpunt op Itslearning. Alleen ik kijk ernaar. Niemand anders. Exacte inleverdatum volgt nog.
Uitleg tâche

Slide 9 - Slide

To do:

  • Zelf een voorbeeldvlog maken
  • Beoordelingsformulier (rubric) maken
Les devoirs voor 30/10:

☆ A, Écouter
☆ Vocabulaire A & B
Le prochain cours
☆ B, Lire

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

j'ai
tu as
il/elle/on a
nous avons
vous avez
ils/elles ont
Combineer de juiste vorm van 'avoir' met het onderwerp
Avoir, hebben
ik heb
jij hebt
hij/zij/men heeft 
wij hebben
jullie hebben/ u heeft
zij hebben

Slide 12 - Drag question

This item has no instructions

Slide 13 - Link

Escaperoom ''Mission Louvre''

Slide 14 - Link

Escaperoom ''Bonjour, ça va ?''

Slide 15 - Link

Escaperoom L'hôpital d'horreur