Herhaling werkwoorden op -er Chapitre 1 Bron C

BONJOUR et BIENVENUE!
Bonjour
et 
bienvenue!!
1 / 19
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

BONJOUR et BIENVENUE!
Bonjour
et 
bienvenue!!

Slide 1 - Slide

Les buts du cours
Aan het einde van de les...
  • Ken je het stappenplan om werkwoorden op -er te vervoegen
  • Ken je de uitgangen 
  • Ken je minimaal drie werkwoorden op -er

Slide 2 - Slide

Een stukje algemeen
- Meeste werkwoorden eindigen op -er
- Kun je er één vervoegen? Dan kun je ze allemaal vervoegen!
- Regelmatige werkwoorden: Er zit een vaste structuur in. 

Slide 3 - Slide

Stappenplan Nederlands
1. Werkwoord (dansen)
2. Hak -en eraf (dans)
3. Kies de juiste uitgang (s, st, en)

Slide 4 - Slide

Juiste uitgangen
Ik dans
Jij danst
Hij danst
Zij danst
We dansen/men danst
Jullie dansen/U danst
Zij dansen
Onjuiste uitgangen
Ik danst
jij dans
hij dansen
Zij dans
We danst/Men dans
Jullie danst/U dansen
Zij dans

Slide 5 - Slide

Stappenplan Frans
1. Kies een werkwoord op -er
2. Hak -er eraf
3. Kies de juiste uitgang

Noteer dit in je schrift!

Slide 6 - Slide

Deze moet je kennen!
Aimer                        Donner                   Poser
Arriver                       Écouter                 Regarder
Chercher                  Habiter                 Travailler
Danser                       Oublier                  Trouver 
Détester                    Parler
Kijk in het boek voor de vertaling
TL: Frans -> NL                Havo: beide kanten op

Slide 7 - Slide

uitgang
donner
Je
-e
Je donne
Tu
-es
Tu donnes
Il/elle
-e
Il/elle donne
on
-e
on donne
Nous
-ons
nous donnons
Vous
-ez
vous donnez
Ils/elles
-ent
Ils/elles donnent

Slide 8 - Slide

Faites attention!
1. Op de plaats van il/elle kan ook een naam of een ding staan

2. Op de plaats van ils/elles kunnen ook namen of dingen staan

De uitgang blijft hetzelfde

Slide 9 - Slide

exemple
1. Il arrive à neuf heures / Le bus arrive à neuf heures

2. Ils chantent une chanson / Paul et Claudia chantent une chanson
Dit wordt vaak vergeten. Onthoud dit!

Slide 10 - Slide

Nous ..... (parler) en haut voix

Wij praten hardop
A
Parlons
B
Parle
C
Parlez
D
Parlent

Slide 11 - Quiz

Vous .... (habiter) à Amsterdam?
A
habitons
B
habite
C
habitent
D
habitez

Slide 12 - Quiz

Elle ..... (expliquer) les verbes sur -er

Zij legt de werkwoorden op -er uit
A
expliquons
B
explique
C
expliquent
D
expliques

Slide 13 - Quiz

Le prof .... (expliquer) les verbes sur -er

De docent legt de werkwoorden op -er uit
A
expliques
B
expliquez
C
explique
D
expliquent

Slide 14 - Quiz

Au travail!
W: Faites exercices 13cd, 14abcde, 15acde
H: En silence ou vous murmurez
H: Poser les questions à ton/ta voisin/voisine. Après cinq minutes je suis disponible.
T:  20 minutes
K: Fini? --> Verbuga.eu 

Slide 15 - Slide

Verbuga.eu
Oefenen met werkwoorden vervoegen

Kolom 1: Selecteer de tijd waarmee je wilt oefenen (présent)
Kolom 2: Selecteer onregelmatige werkwoorden waarmee je wilt oefenen (être, avoir, aller, faire, pouvoir, sortir, vouloir)
Kolom 3: Selecteer de werkwoorden waarmee je wilt oefenen (werkwoorden op -er / -ir / -re)

Slide 16 - Slide

Les options
choisir: Kies nieuwe werkwoorden

Exercice: Ga terug naar het oefenen

Résultats: Bekijk je score

Erreurs: Bekijk je gemaakte fouten en de goede antwoorden

Slide 17 - Slide

Les buts du cours
Aan het einde van de les...
  • Ken je het stappenplan om werkwoorden op -er te vervoegen
  • Ken je de uitgangen 
  • Ken je minimaal drie werkwoorden op -er

Slide 18 - Slide

Fin du cours
Merci pour votre attention!

Au revoir! 

À la prochaine!

Bonne journée!

Slide 19 - Slide