1M Holiday + Grammar Recap T2

• Engels
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Happy New Year!

I hope you had a wonderful Christmas break and an amazing start of the New Year!

Geef je vakantie een cijfer met sterren.
1-2 stars = not that fun, meh.
7-8 stars = great, loved it!

1. 1-2 stars
2. 3-4 stars
3. 5-6 stars
4. 7-8 stars

Share the thing that you enjoyed most during your holiday.

Sounds like we could all use a good break, every now and then. 

I'm happy to see you all back! Hopefully we will all stay healthy and safe the coming months.

FYI (for your information):

Your next holiday is the ''Voorjaarsvakantie''. 

This starts February 20th and ends February 28th.

A month and a half from now... 

Now, for your test.

The test was officially planned for this week, of course this is not going to take place this week. 

Jullie toets wordt nu GECOMBINEERD met de leestoets van de toetsweek. Je hebt dan dus de hoofdstuktoets en de leestoets in één. Wij zorgen dat dat te doen is in een uur!

I would love to hear some more about your holidays! Let's do that using the grammar of Theme 2.

Een van de onderdelen was ''making questions''. Wat betekent dit ook alweer?

1. ontkenningen maken
2. vragen maken
3. gezegden maken

Welke vraagzin hoort bij de volgende zin:
He can dance.

1. Can he dance?
2. Does he can dance?

Welke vraagzin hoort bij de volgende zin:
They love Christmas.

1. Love they Christmas?
2. Do they love Christmas?

Maak een vraag van de volgende zin:
He likes Christmas food.

Dan had je ook nog de ''negations''. Wat zijn dat ook alweer?

1. Vragen
2. Ontkenningen
3. Gezegdes

Wat moet er in deze zin, en waar, om een ontkenning te maken?
We like New Year's Eve.

1. doesn't, tussen we & like
2. don't, tussen like & New
3. don't, tussen we & like
4. doesn't, tussen like & New

Maak een ontkennende zin van de volgende zin:
I hate candy canes.

Maak een ontkennende zin van de volgende zin:
It looks like it is going to snow.

Zet de volgende woorden op de goede volgorde als je een kloppende zin wilt schrijven:
waar - wie - wanneer - wat - doet

Zet deze zin in de goede volgorde:
to school - walk - this morning - he - did not

Alright, that's it for today! 

Thanks for being here and participating. I'd love to hear your holiday stories, so don't hesitate to send me one of them through Teams!

See you on Thursday!