Les 4 - vormen meten en berekenen

Thema 1: de wereld ligt aan je voeten 
1 / 43
next
Slide 1: Slide
MavoWiskunde+1Secundair onderwijs

This lesson contains 43 slides, with text slides.

Items in this lesson

Thema 1: de wereld ligt aan je voeten 

Slide 1 - Slide

Leerstofoverzicht

Thema 1: de wereld ligt aan je voeten
Inleiding (voorkennis/herhaling - niet in boek) - vorige lessen
1. Woelig weer in de wiskunde - boek p. 2 - 9 - vorige lessen
2. Sneller de wereld rond met de auto of met de trein? - boek p. 10 - 15 - vorige lessen
3. B(r)euk de wereld in - boek p. 16 - 21 - vorige lessen
4. Inleiding vormen meten en berekenen (niet in boek) - vorige l

Slide 2 - Slide

Leerstofoverzicht

Thema 1: de wereld ligt aan je voeten

4. Vormen meten en berekenen - boek p. 22 - 27

Slide 3 - Slide

Welke wiskundige vormen (figuren) bestaan er?
Wiskundige vormen zijn meetkundige figuren: 
  • tweedimensionaal => vlakke figuren
  • driedimensionaal => ruimtelijke figuren 
  • Vlakke figuren bestaan uit een lengte en een breedte en ruimtelijke figuren uit een lengte, een breedte en een diepte. Ruimtelijke figuren kunnen van alle kanten bekeken worden.

Slide 4 - Slide

Soorten vlakke vormen/figuren

Slide 5 - Slide

Soorten ruimtelijke vormen/ruimtefiguren
de kubus, balk, prisma, piramide, cilinder, kegel en bol

Slide 6 - Slide

Oefening 1 p. 22

Slide 7 - Slide

Oefening 1 p. 22

Slide 8 - Slide

Oefening 1 p. 22

Slide 9 - Slide

Oefening 1 p. 22

Slide 10 - Slide

Oefening 1 p. 22

Slide 11 - Slide

Oefening 1 p. 22

Slide 12 - Slide

Oefening 1 p. 22

Slide 13 - Slide

Oefening 1 p. 22

Slide 14 - Slide

Oefening 1 p. 22

Slide 15 - Slide

Oefening 1 p. 22

Slide 16 - Slide

Oefening 1 p. 22 - link 

Slide 17 - Slide

Oefening 1 p. 22 - link 

Slide 18 - Slide

Oefening 1 p. 22

Slide 19 - Slide

Oefening 2 p. 23 - 24 (mag je oplossen als je klaar bent met de rest van de oefeningen)

Slide 20 - Slide

Oefening 3 p. 24 NIET

Slide 21 - Slide

Oefening 4 p. 25

Slide 22 - Slide

Oefening 4 p. 25

Slide 23 - Slide

Oefening 4 p. 25

Slide 24 - Slide

Oefening 4 p. 25

Slide 25 - Slide

Oefening 4 p. 25

Slide 26 - Slide

Oppervlakte is tweedimensionaal (2D)
EXTRA BLAD OEFENINGEN LANDMATEN
EXTRA UITLEG LANDMATEN

Slide 27 - Slide

Oppervlakte is tweedimensionaal (2D)






Plaats de eenheid uiterst rechts dus in het tweede hokje.

Slide 28 - Slide

Oefening 5 p. 25
Opp of omtrek?
10 000 m= ?

Slide 29 - Slide

Oefening 5 p. 25
Oppervlakte
10 000 m2  
= 10 000  ca
= 100 a
= 1 ha

Slide 30 - Slide

Oefening 5 p. 25
Oppervlakte
10 000 m2  
= 10 000  ca
= 100 a
= 1 ha

Slide 31 - Slide

Oefening 5 p. 25
Oppervlakte
10 000 m2  
= 10 000  ca
= 100 a
= 1 ha

Slide 32 - Slide

Oefening 6 p. 26

Slide 33 - Slide

Oefening 6 p. 26
1 ha = 10 000 ca = 100 a

11 ha =  ? ca = ? a
18 a = ? ca
200 ca 

Slide 34 - Slide

Oefening 6 p. 26
1 ha = 10 000 ca = 100 a

11 ha =  110 000 ca = 1100 a grootst
18 a = 1 800 ca
200 ca kleinst

Slide 35 - Slide

Oefening 6 p. 26

Slide 36 - Slide

Oefening 7 p. 26

Slide 37 - Slide

Oefening 7 p. 26

Slide 38 - Slide

Oefening 7 p. 26

Slide 39 - Slide

Oefening 8 p. 27

Slide 40 - Slide

Oefening 8 p. 27

Slide 41 - Slide

Oefening 8 p. 27

Slide 42 - Slide

Oefening 8 p. 27

Slide 43 - Slide