This lesson contains 11 slides, with text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Grammatica 2.4
Doel:
- Je kent de acht tijden van het werkwoord
- Je weet wat een wederkerend voornaamwoord is
- Je weet wat een wederkerend werkwoord is
- Je weet wat een telwoord is
Slide 1 - Slide
Grammatica 2.4
Leer de lijst met de woordsoorten!
Deze heb je nodig bij het taalkundig ontleden.
Slide 2 - Slide
Grammatica 2.4
Werkwoordstijden:
In klas 1 heb je de tijden: o.t.t. / o.v.t. / v.t.t. en v.v.t. geleerd.
Bekijk het filmpje om je geheugen weer even op te frissen!
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
Grammatica 2.4
In de 2e klas leer je nog vier tijden erbij:
de o.t.t.t.
de o.v.t.t.
de v.t.t.t.
de v.v.t.t.
Bekijk het filmpje in de volgende dia.
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Video
Grammatica 2.4
Wederkerend werkwoord:
gaat in de infinitief (hele werkwoord) vergezeld van 'zich'.
zich vergissen, zich vervelen, zich wassen etc.
Slide 7 - Slide
Wederkerend voornaamwoord
Een wederkerend voornaamwoord past zich aan aan het onderwerp.
Ik vergis me
jij vergist je
hij vergist zich
wij vergissen ons
Kijk het filmpje in de volgende dia
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
Wederkerend werkwoord en gezegde
Bij het ontleden van een zin is een wederkerend voornaamwoord deel van het gezegde: het vormt immers een vaste combinatie met het wederkerend werkwoord