H2 Grammatica les 3

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je leerwerkboek;
  • je schrift;
  • je iPad (dicht).
Geen leesboek dit keer.
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je leerwerkboek;
  • je schrift;
  • je iPad (dicht).
Geen leesboek dit keer.

Slide 1 - Slide

Planning
  • 2.7 Grammatica zinsdelen: deel 3
  • 2.8 Grammatica woordsoorten
  • Toets lezen bespreken
  • Afsluiten van de les 

Slide 2 - Slide

2.7 grammatica zinsdelen
Je leert:
  • wat een nevenschikking is.
  • wat een onderschikking is.
  • het wwg te benoemen met een wederkerend werkwoord.
Flexles

Slide 3 - Slide

WG meer dan werkwoorden

Slide 4 - Slide

Ontleden: totaalopdracht 13

Vraag je je weleens af of een nieuw product eigenlijk welkom is?

Vroeg je je weleens af of een nieuw product eigenlijk welkom was?

Slide 5 - Slide

Ontleden: totaalopdracht 13

Vraag je je weleens af ||
of een nieuw product eigenlijk welkom is?


Slide 6 - Slide

Ontleden: totaalopdracht 13

Vraag | je | je | weleens | af ||   Vraagt Piet zich weleens af
wg: vraag je af; o: je; bwb: weleens

of | een nieuw product | eigenlijk | welkom | is?
ng: is welkom; o: een nieuw product; bwb: eigenlijk

Slide 7 - Slide

Wederkerend werkwoord (wkww)
Een werkwoord waar
zich voor staat
in de infinitief.


De voetballers hebben zich misdragen. => zich misdragen
De kat waste zich in het zonnetje. => zich wassen

Slide 8 - Slide

Vormen wederkerend voornaamwoord
Ik schaam me
Jij wast je
U vergist zich
Hij/zij/het gedraagt zich
Wij schamen ons
Jullie wassen je
Zij vergissen zich
Wederkerend voornaamwoord past zich aan het onderwerp aan.

Slide 9 - Slide

wederkerend en wederkerig voornaamwoord
Ik schaam me
Jij wast je
U vergist zich
Hij/zij/het gedraagt zich
Wij schamen ons
Jullie wassen je
Zij vergissen zich
Wederkerig voornaamwoord is er maar 1: elkaar/elkaars.

We zien elkaar volgende week.

Slide 10 - Slide

2.8 Woordsoorten
  • Je kan het wederkerend werkwoord benoemen.
  • Je kunt het wederkerend voornaamwoord benoemen.
  • Je kunt het wederkerig voornaamwoord benoemen.
  • Je kunt telwoorden benoemen

Slide 11 - Slide


Hoofdtelwoorden (htw)
 => hoeveelheid.

Ik heb er....
  • drie
  • zevenhonderd
  • veel
  • (een) paar

Rangtelwoorden (rtw)
=> rangorde

Ik sta als .... in de rij.
  • eerste
  • zesde
  • laatste
  • zoveelste
Telwoorden (tw / p. 141)

Slide 12 - Slide


Hoofdtelwoorden (htw)
 => hoeveelheid.

Ik heb er....
  • drie
  • zevenhonderd
  • veel
  • (een) paar

Rangtelwoorden (rtw)
=> rangorde

Ik sta als .... in de rij.
  • eerste
  • zesde
  • laatste
  • zoveelste
Telwoorden (tw / p. 141)

Slide 13 - Slide


Hoofdtelwoorden (htw)
 => hoeveelheid.
Bepaald: precies
  • drie
  • zevenhonderd
Onbepaald: niet precies
  • veel
  • (een) paar

Rangtelwoorden (rtw)
=> rangorde
Bepaald: precies
  • eerste
  • zesde
Onbepaald: niet precies
  • laatste
  • zoveelste
Telwoorden (tw / p. 141)

Slide 14 - Slide

Toets bespreken
  • Je ziet de antwoorden en de punten.
  • Ik benoem kort opvallende dingen.
  • Heb je een vraag? Zet een vraagteken bij die vraag.
  • Na het bespreken, neem ik de toets in.
  • Dan kun je je vraag stellen. 

Slide 15 - Slide

Reflectie op de toets
Volgende keer:
  1. Preciezer antwoord geven.
  2. De vraag nauwkeuriger lezen.
  3. Theorie informatieve tekst beter leren.
  4. Theorie interviewverslagen beter leren.
  5. Theorie functies inleiding en slot beter leren.
  6. Tekstverbanden en tekstdoelen beter leren.

Slide 16 - Slide

Werkmoment
  • Maak (digitaal) van 2.7 Grammatica zinsdelen: 5, 6a, 8, 9, 10, 12. Dit is af vóór de volgende les.
  • Je mag muziek luisteren.
  • Vraag? Overleg eerst met je buur.
  • Daarna kun je mij vragen als je er samen niet uit komt.
  • Je hebt de tijd tot het eind van de les.

Slide 17 - Slide

Afsluiting
  • Huiswerk: zie magister.
  • We gaan verder met 2.8.

Slide 18 - Slide