3. Luchtdruk

3. Luchtdruk
Ga rustig zitten op je plek.
Boek, pen en iPad op tafel.
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

3. Luchtdruk
Ga rustig zitten op je plek.
Boek, pen en iPad op tafel.

Slide 1 - Slide

Vorige lessen
Herhaling van klas 2: fasen en faseovergangen.

Nieuw: het deeltjesmodel - hoe moleculen zich gedragen.
1. De moleculen veranderen niet bij een faseovergang.
2. De moleculen zijn altijd in beweging.
3. De moleculen oefenen een kracht op elkaar uit (hoe dichter bij elkaar, hoe meer kracht)

Slide 2 - Slide

Deze les leren we:
...wat bedoeld wordt met de begrippen druk en luchtdruk.

...welke soorten weer horen
bij hoge en lage luchtdruk.


Waar is de druk hoger? >>

Slide 3 - Slide

Druk ontstaat als moleculen in een gas tegen elkaar botsen.

Luchtdruk is de druk die ontstaat door alle moleculen die in de atmosfeer zitten. Die oefenen kracht op elkaar uit.

Slide 4 - Slide

Waar zitten de moleculen het dichtst op elkaar?

Slide 5 - Drag question

Dicht bij aarde: moleculen dicht op elkaar.

Hoe hoger je gaat, hoe ijler de lucht wordt. Daarom heeft een vliegtuig kunstmatige druk, anders kan je lichaam dat niet aan.

Slide 6 - Slide

Als lucht ergens stijgt, blijven bij de oppervlakte minder deeltjes over. Dan is er bij de aarde lage luchtdruk.

Stijgende lucht leidt tot neerslag. Bij een lagedrukgebied valt dus vaak regen.
Bij een hogedrukgebied is het juist vaak mooi weer.

Slide 7 - Slide

Waar is de grootste kans op mooi weer?
A
In Scandinavië
B
In Spanje
C
In Griekenland
D
Boven de Noordzee

Slide 8 - Quiz

Luchtdruk meet je met een barometer.

Die reageert op verandering in de druk door in te zakken of omhoog te veren.

Druk meet je in de eenheid millibar of Pascal.

Slide 9 - Slide

Op zeeniveau ligt luchtdruk meestal tussen 970 en 1040 mbar
(of 97.000 en 104.000 Pascal)

Je kan het weer voorspellen door te kijken of de druk stijgt (mooi weer op komst) of daalt (slecht weer op komst).

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Waarom werkt dit?

Stel: luchtdruk stijgt.
Ballon zakt in, uiteinde rietje stijgt.
Kennelijk komt er mooi weer aan!

Slide 12 - Slide

Onderdeel van je cijfer
Terug te vinden in document in Teams (Praktische opdrachten Het Weer).

Slide 13 - Slide

Aan de slag!
Maak: paragraaf 2.2, opdrachten 1 t/m 5.
Hoe: in je boek, gebruik de theorie bij de vragen!
Met wie: je mag rustig overleggen met je buur.
Hoe lang: tot einde les de tijd.
Klaar?
- Als omrekenen lastig voor je is: Online boek, paragraaf 2.2, 'V-trainer Luchtdruk omrekenen'.
- Check dat je werkplan voor Thermometer ijken compleet is.

Slide 14 - Slide